Week 14 - les 3 - gram H5 herhalen

Welkom!
dinsdag 12 april


1 / 17
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

In deze les zitten 17 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Welkom!
dinsdag 12 april


Slide 1 - Tekstslide

Vandaag
Let op! Fictieopdracht 2 inleveren => aanstaande vrijdag!

  • Werken aan grammatica zinsdelen H5 - opdr 1 t/m 3
  • Werken aan grammatica woordsoorten H5 - opdr. 1 en 4
  • Fictie (lezen of opdracht)

Slide 2 - Tekstslide

Hoe ging het ook alweer?
  • Hoofdzinnen (pv + ow naast elkaar)
  • Bijzinnen (pv + ow niet naast elkaar)
  • Nevenschikking: 2 (of meer) hoofdzinnen
  • Onderschikking 1 (of 2) hoofdzinnen en 1 (of meer) bijzinnen
  • Nevenschikkend voegwoord: verbindt hoofdzinnen
  • Onderschikkend voegwoord: verbindt hoofdzin(nen) + bijzin(nen) 

Slide 3 - Tekstslide

Wat is het verschil tussen een enkelvoudige zin en een samengestelde zin?

Slide 4 - Open vraag

Wat is het verschil tussen een bijzin en een hoofdzin?

Slide 5 - Open vraag

Waar bestaat een onderschikking uit?

Slide 6 - Open vraag

Omdat Nederland een waterland is, kampen we steeds meer met overstromingen.
A
Hz + Hz
B
Hz + Bz
C
Bz + Hz
D
Bz + Bz

Slide 7 - Quizvraag

Ik zal de afwas met de hand moeten doen, want de vaatwasser is kapot.
A
Hz + Hz
B
Hz + Bz
C
Bz + Hz
D
Bz + Bz

Slide 8 - Quizvraag

Omdat ik mijn huiswerk heb gemaakt, kreeg ik een voldoende voor mijn toets.
A
Hz + Hz
B
Hz + Bz
C
Bz + Hz
D
Bz + Bz

Slide 9 - Quizvraag

Eric ging pas harder werken, toen zijn cijfers erg tegenvielen.
A
Hz + Hz
B
Hz + Bz
C
Bz + Hz
D
Bz + Bz

Slide 10 - Quizvraag

Ik zie, dat het regent.
A
Hz + Hz
B
Hz + Bz
C
Bz + Hz
D
Bz + Bz

Slide 11 - Quizvraag

Weet je dat je komende nacht de maan goed kunt zien?
A
Nevenschikking
B
Onderschikking

Slide 12 - Quizvraag

Deze puzzel lijkt eenvoudig, maar hij blijkt toch lastig te zijn.
A
Nevenschikking
B
Onderschikking

Slide 13 - Quizvraag

Als je onder de zestien jaar bent, heb je toestemming nodig van je ouders.
A
Nevenschikking
B
Onderschikking

Slide 14 - Quizvraag

Toen het mooi weer werd, kochten we tuinstoelen in de uitverkoop. Noem het voegwoord en benoem: nevenschikkend of onderschikkend

Slide 15 - Open vraag

Evelien werkt bij de bakker, want zij bakt graag koekjes, omdat ze die zo lekker vindt. Benoem de voegwoorden.
A
want = nevenschikkend omdat = nevenschikkend
B
want = onderschikkend omdat = nevenschikkend
C
want = nevenschikkend omdat = onderschikkend
D
want = onderschikkend omdat = onderschikkend

Slide 16 - Quizvraag

Aan de slag
Grammatica zinsdelen en woordsoorten H5
Havo/vwo: blz. 148/149 opdr. 1 t/m 3
Havo/vwo: blz. 150/151 opdr. 1 en 4

Slide 17 - Tekstslide