5.4 Isoleren in huis A2

5.4 Isoleren in huis
Wat ga je in deze paragraaf leren?
je kunt hierna:
  • aangeven wat er met de temperatuur gebeurt als de productie van warmte groter, kleiner of gelijk aan het warmteverlies is
  • met welk isolatiemateriaal je welke vorm van warmtetransport kunt tegengegaan
  • aangeven waar op een warmtebeeld warmteverlies optreedt
  • aangeven op een ir-foto waar veel warmtetransport is.
  • Rekenen aan warmtegeleiding

1 / 14
volgende
Slide 1: Tekstslide
Natuurkunde / ScheikundeMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

In deze les zitten 14 slides, met tekstslides.

time-iconLesduur is: 15 min

Onderdelen in deze les

5.4 Isoleren in huis
Wat ga je in deze paragraaf leren?
je kunt hierna:
  • aangeven wat er met de temperatuur gebeurt als de productie van warmte groter, kleiner of gelijk aan het warmteverlies is
  • met welk isolatiemateriaal je welke vorm van warmtetransport kunt tegengegaan
  • aangeven waar op een warmtebeeld warmteverlies optreedt
  • aangeven op een ir-foto waar veel warmtetransport is.
  • Rekenen aan warmtegeleiding

Slide 1 - Tekstslide

Isolatie
Isoleren = voorkomen dat je warmte verliest

Hoe voorkom je warmteverlies door:
- Straling
- Stroming
- Geleiding                                                                                Spouwmuur


Slide 2 - Tekstslide

Isolatie tegen geleiding

Geleiding kun je tegengaan door slecht geleidende materialen te gebruiken.

Bijvoorbeeld bij kozijnen van kunststof of hout, glaswol of dubbele beglazing.
Bij de laatste twee isoleert de stilstaande lucht.

Slide 3 - Tekstslide

Isolatie tegen stroming

Stroming kun je tegengaan door vloeistoffen of gassen niet te laten stromen.

Dat kan door de tussenstof weg te halen of kleine ruimtes te maken waardoor er bijna geen stroming plaatsvindt.

Slide 4 - Tekstslide

Isolatie tegen straling

Straling gaat door glas heen.

Straling wordt teruggekaatst door glimmende materialen en piepschuim.

Slide 5 - Tekstslide

Isolatie
Buiten is het vaak kouder dan binnen. De warme lucht wil dus van binnen naar buiten. 

Als je je huis goed isoleert heb je dus minder warmteverlies.

Slide 6 - Tekstslide

Isolatie
Isolatie is het het tegenhouden van warmtetransport

De rode plekken zijn warm en daar gaat dus veel warmte verloren

Slide 7 - Tekstslide

Warmteverlies tegengaan
Warmte niet verloren laten gaat door stroming kan door
- ramen en deuren gesloten houden
- kieren en gaten dicht maken met isolatiemateriaal zoals 
   piepschuim, steenwol of glaswol.
- dubbel glas gebruiken
- isoleren van daken, muren en vloeren met glaswol, kurk of 
   isolatieschuim


Slide 8 - Tekstslide

Warmte en jouw lichaam
Jouw lichaam probeert zijn temperatuur constant te houden. 
  • het produceert warmte bij de verbranding van voedsel
  • het verlies warmte door straling en transpiratie

Hoe werkt dat dan?
  • Warmteproductie lichaam groter dan het warmteverlies : je lichaam warmt op
  • Warmteproductie lichaam kleiner dan het warmteverlies : je lichaam koelt af
  • Warmteproductie lichaam even groot als het warmteverlies : de temperatuur van je lichaam blijft gelijk

Slide 9 - Tekstslide

Rekenen aan warmtegeleiding

Slide 10 - Tekstslide

Slide 11 - Tekstslide

Rekenen aan warmtegeleiding
Afgeven warmte hangt af van:
  • materialen (muren, vloeren, dak, ramen)
  • oppervlakte (buitenwanden, vloeren, dak, ramen)
  • verschil in temeratuur buiten en binnen
  • tijd

Slide 12 - Tekstslide

Formule voor berekening
Q = hoeveelheid afgegeven warmte (Joule (J))
U = U-waarde materiaal (gegeven in tabel) (J/         *K*s)
A = oppervlakte (         )             
           = Temperatuur binnen - temperatuur buiten) (K)
t = tijdsduur (s)
Q=UAΔTt
ΔT
m2
m2

Slide 13 - Tekstslide

U-waarde materiaal
Geeft aan hoe goed een bepaald materiaal warmte doorlaat.
tabel in boek, NIET uit je hoofd leren

Slide 14 - Tekstslide