Hv2 - Landeskunde / Wohnen / Grammatik

Montag 16. Mai 2022
Frühling - Woche 20
Herzlich Willkommen 

Du brauchst:
Kugelschreiber
Laptop
1 / 32
volgende
Slide 1: Tekstslide
DuitsMiddelbare schoolmavo, havoLeerjaar 2

In deze les zitten 32 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.

time-iconLesduur is: 15 min

Onderdelen in deze les

Montag 16. Mai 2022
Frühling - Woche 20
Herzlich Willkommen 

Du brauchst:
Kugelschreiber
Laptop

Slide 1 - Tekstslide

Was machen wir heute?
1) Landeskunde
2) Grammatik
3) Leseübung überprüfen
4) überprufen Wiederholung
5) Kahoot

Slide 2 - Tekstslide

Slide 3 - Tekstslide

Slide 4 - Video

Wat weet jij al van de Volkswagen?

Slide 5 - Woordweb

21. Mai 1990:
erste Volkswagen Polo
26. Mai 1938:
erste Volkswagen Käfer

Slide 6 - Tekstslide

Leerdoelen: 
Nach dieser Viertelstunde:
- weiß ich mehr über die Geschichte von Volkswagen und was die Nazis damit zu tun haben.
- habe ich meine Hörverständnis (Zahlen) geübt.

Slide 7 - Tekstslide

6

Slide 8 - Video

Wer wusste das schon?

Slide 9 - Tekstslide

00:13
Was bedeutet
"Kraft durch Freude"?
A
Kracht door vreugde
B
Kracht door vrede
C
Kracht door vrienden

Slide 10 - Quizvraag

00:22
Was wollte Hitler tun?
A
Voor het leger heel veel auto's laten maken door mensen.
B
Auto's aan alle mensen geven die die nodig hadden.
C
Een fabriek openen om mensen aan het werk te krijgen.

Slide 11 - Quizvraag

00:34
Maar waar haalt hij het geld vandaan?
A
Van de joden
B
Van het volk

Slide 12 - Quizvraag

00:48
Fünf Mark die Woche musst Du sparen - willst Du im eignen Wagen fahren!
A
Wil je in een auto rijden, spaar dan 5 mark per maand.
B
Wil je in je eigen auto rijden, spaar dan elke week 5 Mark.

Slide 13 - Quizvraag

01:07
Waar - denk je - komt de naam Volkswagen vandaan ?

Slide 14 - Open vraag

01:26
Wat gebeurt er met het geld van de "gewone mens"?
A
Iedereen kreeg uiteindelijk een auto
B
Van het geld werden oorlogsvoertuigen gemaakt.
C
Hitler gebruikte het geld om zelf de mooiste auto te kopen.

Slide 15 - Quizvraag

Aufgabe:
Wir machen ein Diktat. Höre aufmerksam zu und fülle die Lücken auf dem Arbeitsblatt aus.

Slide 16 - Tekstslide

Antworten:
1930 
neunzehndreißig
1945
neunzehnhundertfünf-undvierzig
990
neunhundertneunzig
1974
neunzehnhundertvierundsiebzig
300.000
dreihundert tauzend
2008
zweitausendacht
1938
neunzehnhundertachtunddreißig
26
sechsundzwanzig
1e
erste
2020
zweitausendzwanzig
700
siebenhundert
50
fünfzig
2e
zweite(n)
12
zwölf

Slide 17 - Tekstslide

Antworten:
600.000 
sechshunderttausend
27
siebenundzwanzig
153
hundertdreiundfünfzig
2020
zweitausendzwanzig
20,1
zwanzig komma eins
2021
zweitausendeinundzwanzig
14
vierzehn

Slide 18 - Tekstslide

Käfer
Golf
Polo
Kübelwagen
T2

Slide 19 - Sleepvraag

Zum Schluß:
Finde den Namen für das richtige Auto

Slide 20 - Tekstslide

Wat wist je voor deze les nog niet en wat nu wel (dus wat heb je geleerd)?

Slide 21 - Open vraag

Dit vond ik van deze les...
😒🙁😐🙂😃

Slide 22 - Poll

In hoeverre denk je dat je wat hebt geleerd?
1 = helemaal niet / 5 = helemaal wel
15

Slide 23 - Poll

In hoeverre was dit lesonderdeel goed voor je motivatie om Duits te leren?
1 = helemaal niet / 5 = helemaal wel
15

Slide 24 - Poll

Dit waren de leerdoelen. Hoeveel heb je er denk je bereikt?
- ik weet meer over de geschiedenis van Volkswagen en de rol van de nazi's
- ik heb mijn Duitse luistervaardigheid getraind
alle leerdoelen
1
geen

Slide 25 - Poll

TSCHÜSS
SERVUS
TSCHAU
UF WIDRLUEGE

Slide 26 - Tekstslide

4e naamval
MICH - DICH - SICH - SIE - ES
UNS - EUCH - SIE / SIE

DOFEGUB
durch - ohne - für - entlang - gegen - um - bis

Slide 27 - Tekstslide

Übung aus der Prüfung
1 ik                Der Stuhl ist für _____________________.
2 wie           Für _____________________ sind die Schränke?
3 jullie        Ist das Schlafzimmer hier für _____________________?
4 zij (mv)    Diese Wohnung ist zu klein für _____________________ .
5 zij (ev)     Wir haben ein neues Bett für_____________________ bestellt.
6 wij              Mein Vater hat einen Schrank für _____________________ gebaut.

Slide 28 - Tekstslide

Übung aus der Prüfung
1 door hem            Sie hat es _____________________ erfahren.
2 zonder u             Sollen wir _____________________ anfangen?
3 tegen jullie        Ich glaube, wir spielen_____________________ .
4 om jou                 Wir machen uns Sorgen _____________________!
5 voor ons             Dieser Tisch wurde _____________________ reserviert.
6 zonder jou         Er glaubt, er kann _____________________ nicht leben!

Slide 29 - Tekstslide

Was machen wir heute?
1) Landeskunde
2) Grammatik
3) Leseübung überprüfen 41+42
4) überprufen Wiederholung 
5) Kahoot

Slide 30 - Tekstslide

nächste Freitag: 
Formative Prüfung Kapitel 7: 
lernen Wörter NE>DE / DE>NE
+ Grammatik

Slide 31 - Tekstslide

Slide 32 - Tekstslide