Lesdoel:
Ik kan voltooid en onvoltooid deelwoorden juist spellen.
Huiswerk:
Huiswerk moet af zijn voor de les:
Maak opdracht 1 t/m 4 van: Spelling, §8 persoonsvorm verleden tijd van zwakke werkwoorden (vanaf blz. 254).
Maak opdracht 1 t/m 3 van: Spelling, §9 persoonsvorm verleden tijd van sterke werkwoorden (vanaf blz. 256).
Maak opdracht 2, 4 en 6 van: Spelling, §10 voltooid en onvoltooid deelwoord (vanaf blz. 258).
Volgende keer: nakijken en (online) oefenen!