Gedichten les 1 3K

Welkom 
- Ga rustig zitten
- Werkboek en etui op tafel.

1 / 26
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo k, g, tLeerjaar 1

In deze les zitten 26 slides, met tekstslides.

time-iconLesduur is: 40 min

Onderdelen in deze les

Welkom 
- Ga rustig zitten
- Werkboek en etui op tafel.

Slide 1 - Tekstslide

Vandaag
- Uitleg en start werken aan gedichten

Slide 2 - Tekstslide

Gedichten

Slide 3 - Tekstslide

Gedichten - het werkboekje
Je krijgt:
  • het werkboekje gedichten
  • het werkboekje bevat theorie, verwerking van theorie en
     creatieve opdrachten
  • werkboekje telt mee voor je rapportcijfer
  • Afgerond 17 december



Slide 4 - Tekstslide

Gedichten - het werkboekje
  • het werkboekje heb je elke les bij je
  • werk er netjes in en wees er zuinig op



Slide 5 - Tekstslide

Gedichten - wat ga je leren
  • het onderwerp van een gedicht benoemen
  • kenmerken en de indeling van een gedicht herkennen
  • gedichten volgens een vaste vorm schrijven,
     zoals een limerick. 
  • je waardering voor een gedicht verwoorden



Slide 6 - Tekstslide

Wat voor gedicht is dit trouwens?

Slide 7 - Tekstslide

Wat voor gedicht is dit trouwens?

Slide 8 - Tekstslide

Gedichten - even herhalen
Wat zijn ook al weer:
  • rijmwoorden?

  • woorden die hetzelfde klinken
  • schaap - aap
  • bekend - herkent
  • reis - bewijs


Slide 9 - Tekstslide

Gedichten - even herhalen
Wat is ook al weer:
  • een rijmschema?

  • de volgorde waarin woorden rijmen
  • je hebt verschillende rijmschema's
  • a a b b
  • a b b a
  • a b a b

Slide 10 - Tekstslide

Gedichten - even herhalen
Wat is ook al weer:
  • een strofe?

  • de 'alinea' van een gedicht
  • vaak gaan ze over een (deel)onderwerp van het gedicht
  • voor én na een strofe heb je een witregel

Slide 11 - Tekstslide

Waaraan herken je een gedicht?
  • veel wit om een gedicht
  • regels staan in groepjes (strofe) bij elkaar
  • korte regels
  • dichter herhaalt klanken, woorden of regels
  • dichter gebruikt rijmwoorden
  • de dichter gebruikt figurlijk taalgebruik (beeldspraak)
  • woorden staan in een andere volgorde

Slide 12 - Tekstslide

Lees het gedicht Thuiskomst (blz. 6)

Slide 13 - Tekstslide

Thuiskomst
Als je na een lange reis
eindelijk weer thuisgekomen bent
raak je even van de wijs
is alles vreemd en onbekend.
 
De kamer is zo leeg en kaal
de muren staan naar alle kanten
de ramen zijn veel groter dan normaal
want in de keuken staan de planten.
 
Het ruikt in huis een beetje raar
je moet weer wennen aan de maten
van deurkruk en van schakelaar.
 
De straat is breder en verlaten
en wat je nog het meest herkent
is de auto met op het dak de tent.















Slide 14 - Tekstslide

Lees het gedicht Thuiskomst (blz. 6)
  • Maak opdracht 1 en 2
  • Lees de opdracht op blz. 7 Je eigen gedicht over de herfstvakantie

Slide 15 - Tekstslide

Gedichten waarderen 
Je kunt een gedicht (of een tekst) om verschillende redenen waarderen:
  • het onderwerp van een gedicht boeit je of spreekt je aan.
  • het beschrijft op een speciale, mooie of verrassende manier een gevoel
     dat jij herkent.
  • een gedicht geeft een andere kijk op een onderwerp; het zorgt ervoor
      dat je daar anders over gaat denken
  • een gedicht is grappig, je moet er om (glim)lachen of je wordt er gelukkig van.

Slide 16 - Tekstslide

Gedichten beoordelingswoorden 
Je waardering kun je uitspreken met beoordelingswoorden.

Voorbeelden van beoordelingswoorden:
mooi, grappig, saai, spannend, eng, realistisch, ouderwets, modern, langdradig, voorspelbaar, verrassend, kinderachtig, ingewikkeld, creatief, liefdevol,....

Leg je beoordeling uit.
Gebruik bij een beoordeling niet alleen een beoordelingswoord, maar leg ook uit waarom je dat vindt.

Slide 17 - Tekstslide

Dikkertje Dap en Kuren
  • Lees het gedicht 'Kuren' op blz. 8
  • Dit gedicht is gebaseerd op het liedje Dikkertje Dap.

Slide 18 - Tekstslide

Dikkertje Dap en Kuren
  • Maak opdracht 4a t/m h (blz. 8 en 9)

Slide 19 - Tekstslide

Gedichten met een vaste dichtvorm (blz. 10)
  • Een gedicht kan een vrije vorm hebben, maar ook een vaste dichtvorm.
  • Je kent misschien al het Elfje, een dichtvorm met elf woorden.
  • De limerick is ook een gedicht met een vaste dichtvorm.

Slide 20 - Tekstslide

De limerick
  • is een verhalend versje met rijmschema AABBA.
    regel 1, 2 en 5 rijmen op elkaar, net zo als regel 3 en 4.
  • In de eerste regel staat een plaatsnaam 
  • de laatste regel is
  grappig/ondeugend/ dubbelzinnig.


Slide 21 - Tekstslide

Voorbeeld van een limerick

a.                        Er was eens een meisje uit Twente
a.                       die verdiende haar geld met venten.
b.                              Ze vulde doosjes, vrij klein,
b.                               met poep van haar konijn
a.                     en verkocht die als heerlijke krenten.

Slide 22 - Tekstslide

De limerick
  • Maak opdracht 5a t/m d (blz. 10 en 12)

Slide 23 - Tekstslide

Gedichten beoordelingswoorden 
Je waardering kun je uitspreken met beoordelingswoorden.

Voorbeelden van beoordelingswoorden:
mooi, grappig, saai, spannend, eng, realistisch, ouderwets, modern, langdradig, voorspelbaar, verrassend, kinderachtig, ingewikkeld, creatief, liefdevol, 

Slide 24 - Tekstslide

De hand van mijn vader (blz. 13)
Aan de buitenkant
is de hand van mijn vader
een polderland
met riet en pluimgras
blauw gezwollen beken
en hier en daar, verstrooid
wat zonnebloemen.

Aan de binnenkant
is de hand van mijn vader
een stafkaart
met snelwegen
en wandelpaden.
Ik vind er altijd
de weg op
naar huis.









Slide 25 - Tekstslide

De hand van mijn vader
  • Maak opdracht 6a t/m j (blz. 13 en 15)

Slide 26 - Tekstslide