TH2 M06 - Daar ben ik het mee eens!

TH2 M06 - Daar ben ik het mee eens!
1 / 25
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsHoger onderwijs

In deze les zitten 25 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

TH2 M06 - Daar ben ik het mee eens!

Slide 1 - Tekstslide

Hoe vraag je naar iemand zijn mening?

Slide 2 - Open vraag

Hoe zeg je dat je het eens bent met iemand?

Slide 3 - Open vraag

Hoe zeg je dat je het oneens bent met iemand?

Slide 4 - Open vraag

Hoe stop je een discussie?
A
Daar heb je gelijk in!
B
Wat vind jij daarvan?
C
En toch blijf ik bij mijn standpunt!
D
Dat hangt ervan af!

Slide 5 - Quizvraag

Hoe geef je een reactie + argument?
A
Dat vind ik ook!
B
Dat denk ik ook, maar…
C
Daar ben ik het absoluut niet mee eens!
D
Dat kan best zijn, maar…

Slide 6 - Quizvraag

Maak een goede zin met:
Ik vind... (interessant)

Slide 7 - Open vraag

Maak een goede zin met:
Ik vind... (afschuwelijk).

Slide 8 - Open vraag

Maak een goede zin:
Ik vind dat... (fantastisch)

Slide 9 - Open vraag

Slide 10 - Tekstslide

Eén persoon in België produceert ongeveer ……………………… kg afval per jaar.

A
250 kg
B
1000 kg
C
5000 kg
D
500 kg

Slide 11 - Quizvraag

drankkartons
GFT (Groenten Fruit en Tuinafval)
grof vuil
KGA (Klein Gevaarlijk Afval)
metalen verpakkingen
papier/karton

Slide 12 - Sleepvraag

Hoe noemen we afval dat voor niets kan dienen? (= kan niet gerecycleerd
worden.)
A
Rustafval
B
Restafval
C
Nulafval
D
Nietsafval

Slide 13 - Quizvraag

Moet je in jouw gemeente afval sorteren?
JA
NEE

Slide 14 - Poll

Hoeveel verschillende vuilniszakken gebruik jij?
05

Slide 15 - Poll

Betalen we te veel voor de huisvuilophaling?
JA
NEE

Slide 16 - Poll

Wat vind je van de netheid van jouw dorp/stad?
😒🙁😐🙂😃

Slide 17 - Poll

Wat zou je kunnen doen om afval te verminderen? Antwoord met ‘Je zou … kunnen + inf.

Slide 18 - Open vraag

Slide 19 - Tekstslide

Lees het artikel. Hoe kunnen we minder afval produceren?

Slide 20 - Open vraag

Wat moeten Brusselaars doen om het huisvuil tot de helft te reduceren?

Slide 21 - Open vraag

1. Het is niet te vermijden, het zal altijd zo zijn = Het is o…………………………
A
onvermijdelijk
B
onregelmatig
C
onverdedigbaar
D
onzeker

Slide 22 - Quizvraag

2. Het materiaal waarin iets verpakt is: pot, zak, doos, blik, ...: de v…………………………
A
verandering
B
verbuiging
C
verpakking
D
vaststelliing

Slide 23 - Quizvraag

3. Iets opnieuw gebruiken: iets r…………………………
A
recyclage
B
recycleren
C
reduceren
D
reviseren

Slide 24 - Quizvraag

4. Het water, de grond en de lucht om ons heen: het m…………………………
A
maatschappij
B
minderheid
C
massa
D
milieu

Slide 25 - Quizvraag