Medische termen deel 6

Medische termen deel 6
Schakels 715 t/m 835
Bladzijde 114 t/m 131
Repetitieblad 130 en 131
1 / 29
volgende
Slide 1: Tekstslide
Medische termenMBOStudiejaar 1

In deze les zitten 29 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

Medische termen deel 6
Schakels 715 t/m 835
Bladzijde 114 t/m 131
Repetitieblad 130 en 131

Slide 1 - Tekstslide

Vragen over deel 5
Wat vonden jullie van de toets?
Welke woorden waren moeilijk?
Waar liep je tegenaan?

Slide 2 - Tekstslide

Scheuring
G: /rexie
L: ruptura

cystorexie = blaasruptuur
Ruptura perinei

Slide 3 - Tekstslide

achtervoegsel
Gastro betekent?
Cysto betekent?

Slide 4 - Tekstslide

Geen de betekenis van de volgende achtervoegsels:
/rexie, /rragie, /rroe, /rafie

Slide 5 - Open vraag

Verdoving
Het voorvoegsel          a/ of an/        is zonder of niet
Esthesie is gevoel of gewaarwording
Wat is dan anesthesie?

Slide 6 - Tekstslide

Verdoving
Anesthesie, anesthesist, anesthesiologie
Lokaalanesthesie


Narcose, narcotica,  narcotiseren

Slide 7 - Tekstslide

Slide 8 - Tekstslide

Slide 9 - Tekstslide

Pijn
/algie
an/alges/ie
analgetica

Slide 10 - Tekstslide

Geef de betekenis van de volgende woorden:
1. Parahepatisch
2. Parodontium
3. Paraplegie
4. Paresthesie

Slide 11 - Open vraag

Slide 12 - Tekstslide

met of zonder
fasie  en afasie
fonie en afonie

Slide 13 - Tekstslide

bemoeilijkt
dysfasie
dysfonie

Slide 14 - Tekstslide

Spier
Myo/
My/oom
Myo/card/itis
My/algie
Myo/kèle
My/asthenie
Myo/clonie
Myo/clonus
My/opie

Slide 15 - Tekstslide

Slide 16 - Tekstslide

Zenuwen
Nervus - Nervi
Nervus Hypoglossus
Nervi spinals

Slide 17 - Tekstslide

Woorden met  nerv of neuro
Innerveren
Denervatie

Neuropathie, neuralgie
Neurologie, Neurochirurgie

Neurolyse, Neuropathologie, Neurogeen

Slide 18 - Tekstslide

Geef de Latijnse benaming voor de specialist op het gebied van:
1. zielsziekten
2. ouderdomsziekten
3. kinderziekten

Slide 19 - Open vraag

Medulla en Myelum
Myelo/

Zowel beenmerg als ruggenmerg
(osteo)myel/ been
(Encefalo)meyl/ ruggenmerg


Slide 20 - Tekstslide

Wat betekent?
Medulla spinals
Medulla renalis

Myelocyt
Myelokèle

Slide 21 - Tekstslide

/plasie is ontwikkeling. Wat betekent dan:
1. Hyperplasie
2. Hypoplasie
3. Dysplasie
4. Aplasie

Slide 22 - Open vraag

Opsplitsen
Myo/dys/trofie
Pro/gnose
A/gnosie

Dia/gnose
Dia/thermie
Dia/phragma

Slide 23 - Tekstslide

Slide 24 - Tekstslide

Vingers
Stam: dactyl/

Arachno/dactylie
megalo/dactylie
Poly/dactylie

Slide 25 - Tekstslide

Slide 26 - Tekstslide

Geef de betekenis van de volgende woorden:
1. Poly/urie
2. Poly/neuro/pathie
3. Poly/artr/itis

Slide 27 - Open vraag

Veel en weinig
Poly/dipsie

Oligo/dipsie
Oligo/frenie
Olig/urie


Slide 28 - Tekstslide

Polyurie

Slide 29 - Tekstslide