Gebruik van gordels en zitplaatsen

Gebruik van gordels en zitplaatsen
1 / 14
volgende
Slide 1: Tekstslide

In deze les zitten 14 slides, met interactieve quizzen en tekstslide.

Onderdelen in deze les

Gebruik van gordels en zitplaatsen

Slide 1 - Tekstslide

In welk geval maagje een kind zonder geschikt kinderzitje vervoeren?
A
Nooit
B
Als het kind 1,35 meter of langer is
C
Als het kind kleiner is dan 1,35 meter

Slide 2 - Quizvraag

Je rijdt in een auto en hebt op de achterbank 3 gordels. Mag je 4 volwassenen op de achterbank vervoeren?
A
Ja
B
Nee

Slide 3 - Quizvraag

Hoort een autogordel los of strak op het lichaam te zitten?
A
Los
B
Strak

Slide 4 - Quizvraag

Een kind van 12 zit in de auto maar de gordel komt tegen zijn hals. Wat moet hij gebruiken?
A
Een zitverhoger
B
Een kinderstoeltje
C
Niets

Slide 5 - Quizvraag

Een zwangere bestuurder gebruik de driepuntsgordel als heupgordel. Mag dat?
A
Ja
B
Nee

Slide 6 - Quizvraag

In welke situatie moet de airbag uitgeschakeld zijn?
A
Situatie A
B
Situatie B
C
Geen van beide

Slide 7 - Quizvraag

Als de airbag is uitgeschakeld. Welke positie is dan veiliger?
A
Situatie A
B
Situatie B

Slide 8 - Quizvraag

Dit symbool is aangebracht op de zitplaats. Wat betekent dat
A
zitplaats voorzien van airbag
B
Airbag van de zitplaats is uitgeschakeld

Slide 9 - Quizvraag

Mag je een kind van twee jaar in een geschikt kinderzitje op de voorste zitplaats vervoeren?
A
Ja
B
Nee

Slide 10 - Quizvraag

Een kind komt met zijn oren boven de rand van het kinderzitje. Mag dat?
A
Ja
B
Nee

Slide 11 - Quizvraag

Hoe groot moet de afstand tussen hoofd en hoofdsteun zijn?
A
Zo klein mogelijk
B
Zo groot mogelijk

Slide 12 - Quizvraag

Welke hoofdsteun is hier juist afgesteld
A
Hoofdsteun A
B
Hoofdsteun B
C
Geen van beide

Slide 13 - Quizvraag

Voor wie is het belangrijk dat de hoofdsteun goed is afgesteld?
A
Alle inzittenden
B
Alleen de bestuurder
C
De bestuurder en de passagier naast hem

Slide 14 - Quizvraag