Examentraining - 7 april

EINDEXAMEN FRANS
havo 5
1 / 24
volgende
Slide 1: Tekstslide
FransMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 5,6

In deze les zitten 24 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

EINDEXAMEN FRANS
havo 5

Slide 1 - Tekstslide

Examentraining
7 april
Contenu:
Des tuyaux
Quelques questions
Faire des textes

Slide 2 - Tekstslide

Slide 3 - Tekstslide

Examentip 1
Je mag in de examenboekjes schrijven, strepen, markeren etc.

Maak daar gebruik van!

Als je bijv. een woord opzoekt in het woordenboek, schrijf de betekenis van dat woord in de tekst op.

Slide 4 - Tekstslide

Examentip 2
Het goede antwoord staat vaak in de eerste of laatste zin van de alinea/in de buurt van een signaalwoord/na een dubbele punt:
E.L.Z.A.

Slide 5 - Tekstslide

Examentip 3
Kijk uitlegfilmpjes op YouTube.

Voor leesvaardigheid kun je leren én oefenen!

Hoe meer je dat doet, hoe beter je cijfer wordt!

Slide 6 - Tekstslide

Wat zijn je verwachtingen van het examen Frans?

Slide 7 - Open vraag

Encore quelques questions:

Slide 8 - Tekstslide

Welke 2 Franse signaalwoorden kun je gebruiken als ''dus''?
A
surtout
B
alors
C
donc
D
parce que

Slide 9 - Quizvraag

Welk signaalwoord geeft GEEN TEGENSTELLING aan?
A
malgré
B
pourtant
C
sûrement
D
mais

Slide 10 - Quizvraag

Na dit signaalwoord komt een voorbeeld of uitleg
A
ainsi
B
aussi
C
bref
D
pourtant

Slide 11 - Quizvraag

Welk signaalwoord geeft GEEN OPSOMMING aan?
A
car
B
d'abord
C
de plus
D
ensuite

Slide 12 - Quizvraag

Welk signaalwoord geeft GEEN BEVESTIGING aan?
A
sûrement
B
evidemment
C
certainement
D
par contre

Slide 13 - Quizvraag

Welk signaalwoord leidt een reden in?
A
pendant
B
enfin
C
alors
D
parce que

Slide 14 - Quizvraag

Welk signaalwoord geeft GEEN conclusie aan?
A
bref
B
donc
C
pourtant
D
enfin

Slide 15 - Quizvraag

Welk signaalwoord hoort op de open plek?
A
c'est à dire
B
car
C
en tout cas
D
ensuite

Slide 16 - Quizvraag

Vul het passende signaalwoord in:
J'ai fait mes exercices, j'ai appris le vocabulaire, ..... je suis bien préparé!
A
en plus
B
parce que
C
par contre
D
bref

Slide 17 - Quizvraag

Welk signaalwoord past?
D'abord on a bu du coca, ______ on a mangé un sandwich.
A
donc
B
par contre
C
puis
D
alors

Slide 18 - Quizvraag

Wat betekent 'pas mal de'
A
niet slecht
B
best veel
C
slecht

Slide 19 - Quizvraag

Een tekst met maar één vraag van het type juist/onjuist
A
maak ik gelijk: dit is 2 punten waard!
B
bewaar ik tot het eind: te groot risico

Slide 20 - Quizvraag

Bij tijd te kort op het eindexamen
ga ik zweten en rol ik in de foetushouding
paniek: ik ga gokken!
ELZA: eerste en laatste zin v/d alinea

Slide 21 - Poll

Voordat ik mijn examen inlever
droog ik mijn tranen
controleer ik of overal iets staat

Slide 22 - Poll

Slide 23 - Tekstslide

Maintenant: Au travail!
Maak de vragen op eindexamensite: oefenen met examenteksten 7 april

Slide 24 - Tekstslide