Orthopedagogiek lesweek 4 dyslexie dyscalculie en faalangst

Lesweek 4 
Dyscalculie
Dyslexie
Faalangst
Joyce Assink
1 / 40
volgende
Slide 1: Tekstslide
orthopedagogiekMBOStudiejaar 1

In deze les zitten 40 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.

time-iconLesduur is: 120 min

Onderdelen in deze les

Lesweek 4 
Dyscalculie
Dyslexie
Faalangst
Joyce Assink

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Online lessen
Afspraken:
- Iedereen heeft de camera aan; doe je hem tussendoor uit? Dan zet ik je op afwezig. 
- Probeer actief bij de les aanwezig te zijn, ik geef de beurt aan random mensen! 
- We proberen er samen het beste van te maken :) 

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Planning
  • Dyslexie 
  • Dyslexie - doe de test
  • Dyscalculie
  • Faalangst
  • Aan de slag! 

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Huiswerk orthopedagogiek
Toets wordt verplaats naar periode 3 lesweek 5
Eind periode 4 psychiatrie
In de tussentijd; portfolio. Daarmee starten we periode 3. 

Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Lesdoel
Aan het einde van de les weet je wat dyslexie, dyscalculie en faalangst inhoudt 

Aan het einde van de les kun je kenmerken benoemen bij de drie leerstoornissen

Aan het einde van de les kun je een samenvatting geven van de drie leerstoornissen 

Aan het einde van de les kun je de drie leerstoornissen herkennen en bij de juiste begrippen plaatsen

Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Dyslexie

Slide 6 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat weten jullie al over dyslexie?

Slide 7 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

Wat is dyslexie?  
  • Betekent letterlijk ‘beperkt kunnen lezen’
  • Je bent hiermee geboren
  • Je hersenen gaan anders met taal om
  • De koppeling tussen letters en klanken mist
  • Je kunt er niets aan doen, je hoofd werkt gewoon anders!

Slide 8 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Hoe komt het? 
  1. Leerstoornis
  2. Kleine afwijking in de hersenen
  3. Het is erfelijk: 30%
  4. Albert Einstein was dyslectisch!
  5. Moet vastgesteld worden
  6. fouten zijn: radend lezen, woorden overslaan, omdraaien woorden

Slide 9 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 10 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 11 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Kenmerken dyslexie
Verschil horen tussen klanken
E, EU, UI, A
Klanken in volgorde zetten
Dorp, drop 12/21 
Onthouden van losse gegevens
Rijtjes, woorden en jaartallen
Onthouden van..
gezegdes, uitdrukkingen of woordcombinaties
Aanleren van reeksen
Tafels of spellingsregels

Slide 12 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Vormen van lezen

  •  Anticiperend lezen: radend lezen, scannend lezen, waarbij er wordt gekozen voor woorden die in de context passen. Er wordt bijvoorbeeld ‘poes’ gelezen, als er ‘kat’ staat.

  •  Gokkend lezen: Bij onvoldoende leestechniek slaat
het raden om in gokken en passen de woorden niet in de context: er wordt
bijvoorbeeld ‘zwart’ gelezen in plaats van ‘zwaan’.

  • Spellend lezen: er wordt letter voor letter gelezen. 

Slide 13 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 14 - Link

Op de site kun je de dyslexiesimulator aanklikken als illustratief voorbeeld.
Dyscalculie

Slide 15 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 16 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Wat is dyscalculie? 
Dyscalculie betekent letterlijk ‘niet kunnen rekenen’. Het is net als bij dyslexie in feite een andere term
voor ernstige en hardnekkige problemen bij het aanleren van bepaalde schoolse vaardigheden.

 In dit geval zijn dat problemen met het leren oproepen en toepassen van reken- en
wiskundekennis. 

Slide 17 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Dyscalculie?!
Het cijfer drie wordt op verschillende manieren opgeslagen in de hersenen:
- Het woord drie;
- Het cijfer 3;
- De hoeveelheid 3.

Waar gaat het mis?!

Slide 18 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Hmm... Lastig!
 Deze drie aspecten bevinden zich in drie verschillende hersengebieden. 
Een van deze
drie speelt ook een rol bij dyslexie.
 Daarnaast is bij rekenen ook nog het frontale hersengebied van
belang, dat een rol speelt bij planning en probleemoplossing.

Slide 19 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies


FAALANGST

Slide 20 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

`Je hebt heel erg goed geleerd, het zit helemaal in je hoofd, maar het komt er niet uit. Je presteert onder je kunnen'. 
      Wie herkent dit? 

Slide 21 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Ervaringen met (faal)angst, schrijf op!

Slide 22 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

FAALANGST 
 
...is de angst om niet goed te presteren. 
En die angst werkt belemmerend.


Bron: Geerts & Van Kralingen (2020)

Slide 23 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Hoeveel procent van de jongeren heeft last van faalangst?
A
1-3%
B
4-6%
C
7-9%
D
10-20%

Slide 24 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

WAT GEBEURT ER BIJ FAALANGST?
       Adrenaline                                                                                                                  vechten
                                                  vluchten 
     Noradrenaline                               bevriezen             

Slide 25 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

WAT GEBEURT ER BIJ FAALANGST?

Slide 26 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

WAT GEBEURT ER BIJ FAALANGST?
Er valt een klein jongetje in de vijver. Je bedenkt je niets en springt er achter aan om hem te redden!
Dat is VECHTEN.

Slide 27 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

WAT GEBEURT ER BIJ FAALANGST?
Je loopt de straat op om over te steken. Op het moment dat je de straat op loopt, hoor je een keiharde claxon. Je vlucht van de weg en red jezelf. Dat is VLUCHTEN.

Slide 28 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

WAT GEBEURT ER BIJ FAALANGST?
Soms ben je zo angstig dat je niet meer kunt vechten en vluchten!
Dan BEVRIES je.
BLACK OUT

Slide 29 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

TIPS BIJ FAALANGST

      Zet negatieve gedachten in positieve gedachten om, bijv.:

       Dit doe ik niet,                                      Ik probeer het net zo lang
       het lukt toch niet                                totdat het lukt!
                                                                     
1

Slide 30 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

TIPS BIJ FAALANGST

      Zet negatieve gedachten in positieve gedachten om, bijv.:

       Dit is saai, ik stop ermee!               Lastig...
                                                                     hoe ga ik dat aanpakken?
                                    
                                                                     
2

Slide 31 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

TIPS BIJ FAALANGST

4
Haal de druk om te presteren er af!

Fouten maken mag!!!

Slide 32 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

TIPS BIJ FAALANGST

5
Doe mee: 
ademhalingsoefening:
        - leg je hand op je buik
        - adem 2 seconden in naar je hand, haal je schouders op
        - adem 6 seconden uit naar je hand
        - laat je schouders in een snelle beweging 'vallen'
        

Slide 33 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 34 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Dyslexie
Dyscalculie
Faalangst
Alles met cijfers
Taal
Verwachtingen

Slide 35 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

Aan de slag
Methodiek herzien:
- Thema 2 hoofdstuk 8 alle opdrachten niveau 3 en 4
GGZ2
- Thema 1 opdracht 1 tm 9

Slide 36 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

WAT GEBEURT ER BIJ FAALANGST?

Slide 37 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Hoe zou je deze theorieles kunnen inzetten in de praktijk?

Slide 38 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Aan de slag - placemat oefening
Maak groepjes van 4 en pak per groep 1 placemat
Iedereen schrijft in zijn eigen vak op wat je nog weet over (zelfstandig)
1. dyscalculie
2. dyslexie
3. faalangst
Bespreek de verschillen in de vakken (samen)
Kom daarna gezamenlijk tot 1 samenvattende zin bij alle 
drie de woorden. 
Licht als groepje de samenvattende zin toe aan je klas (delen)
(samenwerkend leren)
timer
10:00

Slide 39 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

VRAGEN?

Slide 40 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies