1 de naam ‘hagelslag’
2 vraag/antwoordstructuur – De inleiding bevat een vraag die in de rest van de tekst beantwoord wordt.
3 volgens hem zelf 4 iets lekkers / voedsel dat als bijzonder aangenaam van smaak wordt beschouwd en meestal tamelijk bijzonder is
5 Uit het Nederlandse ‘hagelslag’ kun je niet goed opmaken wat het precies is. Bovendien denk je bij het woord ‘hagelslag’ aan iets wits of iets van ijs.
Uit de Belgische benaming ‘chocoladekorrels’ weet je dat ‘hagelslag’ iets is van chocolade (en dus om op te eten) en uit de benaming ‘muizenstrontjes’ kun je afleiden hoe de ‘korrels’ eruitzien: kleine, donkerbruine staafjes.
6 (1) een eeuw geleden (al. 2); (2) juli 1908; (3) maart 1913 (al. 4); (4) tegenwoordig (al. 4)
7 Nee, de auteurs willen geen historisch overzicht geven van ‘hagelslag’ en een verwachting uitspreken met betrekking tot de toekomst van het product. Het gaat vooral om het antwoord op de vraag waar de naam ‘hagelslag’ vandaan komt.
8 Nee, dat is niet erg: het is bij een korte tekst niet per se nodig een slotalinea met een samenvatting of conclusie aan te bieden; dat zou alleen maar tot onnodige herhaling leiden.