In deze les zitten 20 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.
Lesduur is: 50 min
Onderdelen in deze les
Wat gaan we doen vandaag?
Herhaling paragraaf 5 (5 min)
behandelen paragraaf 6 (15 min)
Nakijken paragraaf 4 (vanaf 6) en 5 (t/m 7)
zelfstandig werken (10 min)
Wat hebben we geleerd (5 min)
Huiswerk (15 min)
Slide 1 - Tekstslide
Hoofdstuk 1.5:
Wat weten we nog?
Slide 2 - Tekstslide
Wanneer maakt een ondernemer meer nettowinst?
A
Als de inkoopprijzen dalen
B
Als hij een nieuwe machine koopt en de afschrijvingen toenemen
C
Als hij een extra werknemer in dienst neemt en de loonkosten stijgen
Slide 3 - Quizvraag
De inkoopkosten van een buitenlamp zijn € 16. De verkoper verhoogt zijn brutowinstmarge van 35% naar 45%. Daardoor neemt zijn afzet af van 450 naar 415 stuks per maand.
Welke beweringen zijn juist?
A
De verkoopprijs stijgt met € 1,60
B
De verkoopprijs stijgt met € 2,16
C
De omzet daalt met € 92
D
De omzet stijgt met € 92
Slide 4 - Quizvraag
Hoofdstuk 1:
1.6 Het bloembollenbedrijf
Slide 5 - Tekstslide
Par. 6 Maatschappelijke baten
Voordeel voor samenleving
Meer natuur, bijv meer toerisme
Slide 6 - Tekstslide
Maatschappelijke baten
Maatschappelijke baten (voordeel voor de samenleving)
hieruit volgen positieve externe effecten
Zowel:
Materieel bijvoorbeeld toerisme zorgt voor meer omzet
Immaterieel bijvoorbeeld genieten van mooie natuur
Slide 7 - Tekstslide
Maatschappelijke kosten
Maatschappelijke kosten zijn de kosten van milieuvervuiling die door ons allemaal worden betaald.
Slide 8 - Tekstslide
Maatschappelijke kosten
Maatschappelijke kosten (kosten voor een samenleving)
worden niet doorberekend in de verkoopprijs
niet altijd in geld uit te drukken
hieruit volgen negatieve externe effecten
Materieel bijvoorbeeld milieuschade
Immaterieel is niet in geld uit te drukken
Slide 9 - Tekstslide
Milieuschade kan ontstaan door:
De vervuiling van lucht, water en bodem
Het verbruik van energiebronnen
Het verbruik van grondstoffen
Het ontstaan van afval
Slide 10 - Tekstslide
Mvo
Maatschappelijk verantwoord ondernemen:
Bedrijven houden zoveel mogelijk rekening met de gevolgen van de productie voor mens en milieu
Slide 11 - Tekstslide
Slide 12 - Video
Meer productie/consumptie verhoogt de welvaart.
Gevolg:
- Negatieve externe effecten
- Positieve externe effecten
Negatieve externe effecten zijn af te remmen door:
- Wetgeving (verbod)
- Heffingen en accijnzen
- Subsidies op gewenst gedrag
Afhankelijk van:
- Inkomen
- Prijsniveau
Slide 13 - Tekstslide
opdrachten bespreken
Slide 14 - Tekstslide
opdrachten maken
Slide 15 - Tekstslide
Zelfstandig werken
Maken opdrachten hoofdstuk 1 paragraaf 4
Lees de theorie op bladzijde 21
Maak de opdrachten 1 t/m 13
Slide 16 - Tekstslide
Wat heb je geleerd?
Slide 17 - Tekstslide
Maken hoofdstuk 1 paragraaf 4 opdracht 1 t/m 13 inleveren door middel van foto of bestand