2H Herhaling Hoofdstuk 8
1 / 25
Lesduur is: 30 minOnderdelen in deze les
Slide 1 - Tekstslide
Slide 2 - Tekstslide
Slide 3 - Tekstslide
welk orgaanstelsel zorgt ervoor dat je zuurstof opneemt uit de lucht?
A
bloevatenstelsel
B
ademhalingsstelsel
C
verteringsstelsel
D
beenderstelsel
Slide 4 - Quizvraag
welk orgaanstelsel zorgt ervoor dat je lichaam stevig blijft?
A
bloevatenstelsel
B
ademhalingsstelsel
C
verteringsstelsel
D
beenderstelsel
Slide 5 - Quizvraag
Wat is de functie van het zenuwstelsel?
A
stoffen vervoeren
B
je lichaam stevig houden
C
zorgen dat alle orgaanstelsels goed samenwerken
D
voedingsstoffen opnemen
Slide 6 - Quizvraag
Slide 7 - Tekstslide
Noteer wat er ontbreekt in de formule van verbranding:
....a.... + zuurstof --> energie + ....b.... + ....c....
....a.... + zuurstof --> energie + ....b.... + ....c....
Slide 8 - Open vraag
Slide 9 - Tekstslide
Slide 10 - Tekstslide
Slide 11 - Tekstslide
welke stof neemt je bloed op uit de longen?
A
CO2
B
Zuurstof
Slide 12 - Quizvraag
wat is de goede volgorde waarlangs de lucht loopt bij inademen?
A
luchtpijp --> bronchiën --> luchtpijptakjes --> longblaasjes
B
bronchiën --> longen --> luchtpijptakjes --> longblaasjes
C
luchtpijptakjes --> longblaasjes --> luchtpijp --> bronchiën -->
D
luchtpijptakjes --> longblaasjes --> bronchiën --> luchtpijp
Slide 13 - Quizvraag
Noem 2 redenen waarom het beter is om door je neus in te ademen dan door je mond
Slide 14 - Open vraag
Slide 15 - Video
Welke onderdelen bevinden zich aan de bovenkant van het hart?
A
De boezems
B
De kamers
Slide 16 - Quizvraag
Welk onderdeel van het hart trekt het eerst samen?
A
De kamers
B
De onderste holle ader
C
De aorta
D
De boezems
Slide 17 - Quizvraag
Welke onderdelen van het hart bevatten zuurstofrijk bloed?
A
Linkerboezem
B
Rechterhartboezem
C
Linkerkamer
D
Rechterkamer
Slide 18 - Quizvraag
Slide 19 - Video
Wat is een slagader?
A
Slagader stroomt naar het hart toe
B
Slagader stroomt van het hart af
C
Slagaders zijn kleine bloedvaten in je lichaam
Slide 20 - Quizvraag
In de aders...
A
Stroomt zuurstofrijk bloed van het hart weg
B
Stroomt zuurstofarm bloed van het hart weg
C
Stroomt zuurstofrijk bloed naar het hart toe
D
Stroomt zuurstofarm bloed naar het hart toe
Slide 21 - Quizvraag
Haarvaten hebben:
A
De dikste wand
B
Een dikke wand, maar niet de dikste.
C
Een wand die uit 1 cellaag bestaat.
D
Geen wand.
Slide 22 - Quizvraag
Wat is de functie van haarvaten?
A
Ze geven zuurstof af aan de organen
B
Ze geven zuurstof af aan het bloed
C
Ze zorgen voor extra bloed bij een grote bloeding
D
Ze zorgen voor de groei van de haren.
Slide 23 - Quizvraag
Je spieren hebben zuurstof en glucose nodig. Beschrijf precies hoe deze twee stoffen bij je spieren komen. (begin bij het punt dat de stoffen nog niet in je lichaam binnen zijn)
