6.3 - De overheid, bemoeizuchtig?

Regels les Economie

Bij binnenkomst
Stap 1: Mobiel in de telefoontas bij het juiste nummer
Stap 2: Eten/drinken weg & kauwgom/lolly uit
Stap 3: Open je boek op blz.156 en pak je huiswerk van 6.2 erbij.



timer
0:30
1 / 18
volgende
Slide 1: Tekstslide
EconomieMiddelbare schoolvwoLeerjaar 3

In deze les zitten 18 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Regels les Economie

Bij binnenkomst
Stap 1: Mobiel in de telefoontas bij het juiste nummer
Stap 2: Eten/drinken weg & kauwgom/lolly uit
Stap 3: Open je boek op blz.156 en pak je huiswerk van 6.2 erbij.



timer
0:30

Slide 1 - Tekstslide

Afspraken online lessen

Slide 2 - Tekstslide

Leg in eigen woorden uit wat marktwerking is.
timer
1:00

Slide 3 - Open vraag

Geef een voorbeeld van een positief extern effect

Slide 4 - Open vraag

Geef een voorbeeld van een negatief extern effect

Slide 5 - Open vraag

Noem maatregelen van de overheid om
negatieve externe effecten te beperken
en positieve te bevorderen.
timer
1:00

Slide 6 - Open vraag

Nakijken par. 6.2

Stap 1: Kijk par. 6.2 na, de antwoorden staan in Classroom onder het                        kopje "Paragraaf 6.2". Klik op de hand button wanneer je een                        vraag hebt over een bepaald antwoord of opgave.

Stap 2: Lees de leerteksten van par. 6.3 vanaf blz. 162
timer
8:00

Slide 7 - Tekstslide

Par. 6.3 - In deze les leer je:
1. Je kunt de opbouw van de collectieve sector beschrijven.

2. Je kunt uitleggen hoe de overheid subsidie en accijns kan      
    gebruiken om de consumptie van bepaalde goederen te 
    stimuleren of af te remmen.

3. Je kunt uitleggen wat collectieve goederen zijn.

Slide 8 - Tekstslide

Opdracht
Neem dit schema over in je schrift en schrijf de taken erbij van:

-regering
-parlement
-ministeries
-provincies
-gemeenten
-waterschappen

Maak gebruik van je boek op blz. 162 en eventueel van het internet. 
Klaar: maak de opgaven van 6.3
timer
15:00
Regering: Bestuurt het land en neemt beslissingen.
Provincie: Het provinciebestuur controleert het werk van de van de gemeenten in de provincie en zorgt ervoor dat de gemeenten goed samenwerken.
Parlement: Controleert de regering, neemt beslissingen en beslist of de plannen worden uitgevoerd.
Ministerie: De voorbereiding van beleid, wetten en regelingen
Gemeente:  Gaat over zaken die alleen de inwoners van de gemeenten aangaan. 
Waterschappen: Zorgen voor de waterhuishouding in Nederland. Zij bewaken het waterpeil en de kwaliteit van het water.
Sociale fondsen: verzorgen de sociale verzekeringen, zoals de werkloosheidsverzekering en de Algemene Ouderdomswet (AOW).

Slide 9 - Tekstslide

De overheid grijpt in
Subsidies
Stimuleren van de consumptie van bepaalde goederen en diensten
→ De prijs gaat omlaag

Accijns
Afremmen van de consumptie van bepaalde goederen en diensten
→ De prijs gaat omhoog
Indirecte belasting

Belasting op inkomen, winst, vermogen
Correctie van de grote verschillen tussen inkomens door de werking van vraag en aanbod op de arbeidsmarkt.
Directe belasting
→ Progressief


Progressief: Mensen met een hoog inkomen betalen in verhouding meer belasting dan mensen met een laag inkomen.
Bedrijven moeten een deel van de verkoopprijs als accijns aan de overheid afstaan. 
→ Het wordt voor bedrijven minder aantrekkelijk om het product aan te bieden.
→ Het aanbod daalt.
→ Het product wordt duurder.
→ De vraag naar het product daalt.

Slide 10 - Tekstslide

Noem een product of dienst die door
de overheid wordt geproduceerd/aangeboden.

Slide 11 - Woordweb

Collectieve goederen
Collectieve goederen zijn goederen die alleen door de overheid geleverd kunnen worden.

De particuliere sector kan deze goederen niet leveren, omdat het goed niet leverbaar is in eenheden per persoon.

Bijvoorbeeld:
  • Aanleggen van dijken 
  • Straatverlichting 
  • Politie 

De overheid laat inwoners betalen door middel van belastingheffing. 

Slide 12 - Tekstslide

Waarom collectieve goederen?
1) Belangrijk voor iedereen (politie)
2) Zelf kwaliteit bewaken (rechtspraak)
3) Kosten zijn niet te delen (straatverlichting)
4) Het moet betaalbaar blijven (onderwijs)

Slide 13 - Tekstslide

Zelfstandig werken
-Maak opgave 1 t/m13 van par. 6.3 vanaf blz. 162

-Steek je hand op wanneer je een vraagt hebt.

timer
10:00

Slide 14 - Tekstslide

Controleert de regering
Zorgt ervoor dat gemeentes goed samenwerken
Is de baas van een ministerie
Gaat over de subisidie van een voetbalclub
Bewaken het waterpeil
Provincie
Parlement
Minsiter
Gemeente
Waterschappen

Slide 15 - Sleepvraag

Wat wil de overheid bereiken met subsidies?
A
Dat consumenten meer gebruik gaan maken van bepaalde producten.
B
Dat het milieu verbetert.
C
Dat consumenten minder gebruik gaan maken van bepaalde producten.
D
Dat de overheid een extra inkomstenbron heeft.

Slide 16 - Quizvraag

Waarop heft de overheid accijns?
A
benzine, chocola, kleding
B
sigaretten, frisdrank, kleding
C
alcohol, sigaretten, benzine
D
alcohol, medicijnen, benzine

Slide 17 - Quizvraag

Wat wil de overheid bereiken met accijnzen?
A
Dat consumenten meer gebruik gaan maken van bepaalde producten.
B
Dat het milieu verbetert.
C
Dat consumenten minder gebruik gaan maken van bepaalde producten.
D
Dat de overheid een extra inkomstenbron heeft.

Slide 18 - Quizvraag