K2 H2 vakles kosten en opbrengsten

• Economie
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 4

De totale kosten van het bedrijf met deze kostenfunctie bedragen bij q = 4

1. 0
2. 184
3. 46
4. 114

Na q=2 zijn de variabele kosten

1. progressief
2. proportioneel
3. Lineair
4. Degressief

De MK van 3 is

1. 38
2. 16
3. 50
4. 114

Gegeven is dat TCK = 40. TVK bij q = 2 is ...

1. 24
2. 34
3. 38
4. 14

Stel dat de prijs € 38 is. Je weet dat dat de break even omzet...

1. € 114 is
2. € 38 is
3. 3 is
4. Nooit bereikt zal worden

Winst = 0

Als de totale omzet gelijk is aan de totale kosten, speel je quite. Oftewel: je maakt geen winst en geen verlies. 

winst = 0 is bij TO = TK. 

Dit wordt ook wel het break-even punt genoemd. De afzet (q) die hierbij hoort is de break-even afzet. De omzet die hierbij hoort is de break-even omzet. 

formules op een rij

Totale opbrengst: TO = p x Q

Totale kosten: TK =  GVK * Q + CK

Totale winst: TW = TO - TK

Break-even: winst is 0: bij TO = TK

Gemiddelde totale kosten: GTK = TK/q

Gemiddelde variabele kosten: GVK = TVK/Q
Gemiddelde constante kosten: GCK = CK/q

Totale opbrengst is

1. TO = p x Q
2. TO = p/Q
3. TO = Q - p
4. TO = p + Q

Totale opbrengst is

1. Je winst
2. Je omzet
3. De afzet
4. Kan zowel A B als C zijn

Gegeven:
TK = 16q + 2500.
GTK bij q = 500 is

1. 21
2. 16
3. 10.500
4. 500

CK: 66000 euro, VK: 2 euro
De variabele kosten zijn proportioneel

Wat zijn de totale kosten bij 40.000 stuks?

1. 66.000 euro
2. 146.000 euro
3. 30.000 euro
4. 6.600 euro

Bij degressief variabele kosten

1. Stijgt TK als q toeneemt
2. Stijgt MK als q toeneemt
3. is MK gelijk bij elke afzet
4. Is er geen MK

Bij progressief variabele kosten

1. Daalt GKV steeds
2. Zal GVK uiteindelijk stijgen
3. is GVK steeds gelijk
4. Is er sprake van een lineaire functie

TK = 6Q + 90 000
P = 16

Bereken de Break even afzet

1. 15.000
2. 135.000
3. 9.000
4. 22.500

TK = 6Q + 90 000
P = 10

Bereken de Break even omzet

1. 225.000 euro
2. TO = TK
3. 144.000
4. 22.500 stuks

CK: 56000 euro, VK: 1,20 euro

Wat zijn de gemiddelde totale kosten bij 30.000 stuks?

1. 2,20 euro
2. 2,53 euro
3. 3,07 euro
4. 4,10 euro

CK: 36000 euro, VK: 1 euro

Wat zijn de gemiddelde constante kosten bij 30.000 stuks?

1. 2,2 euro
2. 1,2 euro
3. 1 euro
4. 2,1 euro

GCK: 2
GVK = 1
Q = 100
P = 20

1. TO = 3000, CK = 200, TVK = 1
2. TO = 3000, TW = 0
3. TW = 1700, CK =200, TVK=100
4. TO = 2700, TW = 300

TK = 6q + 1000

1. proportioneel variabel
2. progressief variabel
3. Progressief constante kosten
4. degressief variabel

q =	0 km	1000 km	3.000 km	5.000 km
TO=		2.000 euro	6.000 euro
TK=		5.000 euro		7.000 euro
TW=			0 euro	3.000 euro

constante kosten (CK) = 4500 euro, variabele kosten (VK) = 0,5 euro, prijs = 2 euro.  Vul de tabel verder in. 

0 euro

6.000 euro

10.000 euro

-3.000 euro

4.500 euro

-4.500 euro

q =	0 km	1000 km	3.000 km	5.000 km
TO=	0 euro	2.000 euro	6.000 euro	10.000 euro
TK=	4.500 euro	5.000 euro	6.000 euro	7.000 euro
TW=	-4.500 euro	-3.000 euro	0 euro	3.000 euro

omzet waarbij de winst 0 is: het BREAK-EVEN POINT

Taxibedrijf Snel. CK = 4500 euro, VK = 0,5 euro per km, prijs = 2 euro per stuk

bea = break-even afzet
bep = break-even punt
beo= break-even omzet

Wat is waar?

A

B

C

D

1. A=bea, B=bep vlak stippellijn (D) = beo
2. A=bep, B=beo, vlak stippellijn = bea
3. A=beo, B=bea, vlak stippellijn = bea

Gegeven:
De constante kosten dalen
De variabele kosten blijven gelijk
de verkoopprijs blijft gelijk

A

B

C

D

1. BEO stijgt
2. BEO daalt
3. BEO verandert niet

Bij deze grafiek hoort de volgende MK lijn...

A

B

C

D

1. loopt MK horizontaal
2. Stijgt MK
3. Daalt MK
4. heeft MK een dal

De vergelijking van MO is hier....

A

B

C

D

1. MO = 2
2. MO = 2q
3. MO = verandering TO / verandering q
4. MO = verandering q / verandering TO

Qv = -4p+ 1.000
De omzet bij een prijs van € 100 is

1. € 100
2. € 60 000
3. 600 stuks
4. € 55 000

Als er sprake is van een drempelinkomen
heb je te maken met...

1. een inferieur goed
2. Een prijselastisch goed
3. Een luxe goed
4. prijselasticiteit

Qv = -4p+ 1.000
De prijselasticiteit bij een prijsverandering van € 100 naar € 120 is

1. -0,7
2. 1,5
3. -1.5
4. 13,3%

De prijselasticiteit is -1,4. Bij een prijsstijging
zal de omzet...

1. stijgen
2. Dalen
3. Gelijk blijven
4. Kan stijgen kan dalen

De prijselasticiteit is -1,1. De prijs is € 8. Om de afzet 12% te laten stijgen moet de prijs...

1. dalen met 10,9%
2. Stijgen met 5,5%
3. dalen met 1,1%
4. € 0,40 stijgen

uitwerking

BEP 

(break-even punt)

BEA 

(break-even punt)

break-even prijs 

break-even omzet 

Samenvatting

• gemiddelde kosten = totale kosten/q
• totale kosten = gemiddelde kosten * q
• Bedrijf kan streven naar maximale winst, maximale omzet of een winst van 0.
• Break-even punt is die afzet (q) waar de totale kosten = totale opbrengst. 
• Break-even omzet is  break-even afzet * break-even prijs. 

Ik begrijp hoe je totale kosten kunt omrekenen naar gemiddelde kosten en omgekeerd.

😒🙁😐🙂😃

Ik snap nu hoe je het break-even punt kunt berekenen.

😒🙁😐🙂😃

Ik snap nu hoe je de maximale winst moet berekenen.

😒🙁😐🙂😃

Na deze les wil ik

de uitleg nog 1 keer horen

meer voorbeelden krijgen

meer oefeningen maken

de leerstof thuis nog even bekijken

overgaan naar nieuwe leerstof

nog meer te weten komen over de leerstof

even chillen