HH H3 LZ, Uitleg H4 LZ Voorbeeld en Oorzaak-gevolg

H3 Lezen en H4 Lezen
H3 Lezen: Tekstverbanden- Opsomming en tegenstelling
H4 Lezen: Tekstverbanden- Voorbeeld en Oorzaak-gevolg
1 / 11
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo bLeerjaar 3

In deze les zitten 11 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

H3 Lezen en H4 Lezen
H3 Lezen: Tekstverbanden- Opsomming en tegenstelling
H4 Lezen: Tekstverbanden- Voorbeeld en Oorzaak-gevolg

Slide 1 - Tekstslide

H3 Lezen
Tekstverbanden en signaalwoorden
Herhaling

Slide 2 - Tekstslide

In teksten hebben zinnen en alinea’s met elkaar te maken. Ze houden verband met elkaar. Aan een signaalwoord zie je met welk verband je te maken hebt. Die woorden helpen je een tekst beter te begrijpen. Er zijn verschillende soorten verbanden. Welke twee verbanden hebben we behandeld?

Slide 3 - Open vraag

Noem twee signaalwoorden waar je een opsomming aan herkent?

Slide 4 - Open vraag

Noem twee signaalwoorden waar je een tegenstelling aan herkent?

Slide 5 - Open vraag

H4 Lezen
Tekstverbanden: Voorbeeld en Oorzaak-gevolg

Slide 6 - Tekstslide

Verbanden en signaalwoorden (2)

Twee verbanden die in een tekst kunnen voorkomen, heb je al geleerd in het vorige hoofdstuk: opsomming en tegenstelling. Hier volgen nog twee verbanden en de signaalwoorden die daarbij horen.

Een voorbeeld herken je aan signaalwoorden zoals: bijvoorbeeld, zo, zoals, denk aan, neem nou, onder andere. Bijvoorbeeld:
Sommige mensen houden juist van actieve vakanties. Zo gaan steeds meer vakantiegangers fietsen, wintersporten, diepzeeduiken of bergbeklimmen.

Een oorzaak – gevolg herken je aan signaalwoorden zoals: daardoor, doordat, de oorzaak hiervan is, waardoor, ten gevolge van. Bijvoorbeeld:
Doordat de brug open was, kwam Peter te laat op zijn werk.
Oorzaak: brug open
Gevolg: Peter komt te laat.


Slide 7 - Tekstslide

Slide 8 - Link

Maak zelf een goede zin waarin een voorbeeld staat. Gebruik een signaalwoord.

Slide 9 - Open vraag

Maak zelf een goede zin waarin een oorzaak-gevolg staat. Gebruik een signaalwoord.

Slide 10 - Open vraag

Aan het werk
Kijk in Magister welke opdrachten je moet maken.

Slide 11 - Tekstslide