Futur Simple Havo 3



Le futur simple
De toekomende tijd
1 / 19
volgende
Slide 1: Tekstslide
FransMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

In deze les zitten 19 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les



Le futur simple
De toekomende tijd

Slide 1 - Tekstslide

Le futur simple

Slide 2 - Woordweb

Welke werkwoordstijden kennen we al ?
Présent = onvoltooid tegenwoordige tijd
Passé Composé = voltooid tegenwoordige tijd
Imparfait = onvoltooid verleden tijd
Futur proche = de toekomende tijd
Futur simple = de toekomende tijd

Slide 3 - Tekstslide

Le futur simple gebruik je ......
Wanneer je wilt zeggen dat iets nog moet gaan gebeuren

Ik zal kiezen:   Je choisirai
Jij zult geven:  tu donneras
Wij zullen verkopen:  nous vendrons

Slide 4 - Tekstslide

Hoe maak je de futur (stappenplan) ??

1. Bepaal wat de infinitief (hele werkwoord) is

2. Eindigt het infinief op een e, haal deze er dan vanaf !!

3. Plak de juiste uitgang van de futur acher het infinitief

Slide 5 - Tekstslide

Wat zijn de uitgangen van de futur ??
De uitgangen van de futur lijken heel erg op de présent van het werkwoord avoir.

Vormen van het werkwoord avoir:
        J'ai                     Nous avons
                            Tu as                     Vous avez                           
Il/Elle/On a               Ils/Elles ont

Slide 6 - Tekstslide

Welke uitgangen gebruiken we nu ??
Je + ai
Tu + as
Il/Elle/On + a
Nous + ons
Vous + ez
Ils/Elles + ont

Slide 7 - Tekstslide

Voorbeeld werkwoord op -er (parler)
          je parlerai          
tu parleras
il/elle/on parlera
nous parlerons
vous parlerez
Ils/elles parleront

Slide 8 - Tekstslide

Voorbeeld werkwoorden op -ir (finir)
je finirai
tu finiras
il/elle/on finira
nous finirons
vous finirez
ils/elles finiront

Slide 9 - Tekstslide

Voorbeeld werkwoorden op -re (vendre)
Denk erom !! Deze infinitief eindigt op een -e die halen we er dus van af !!

je vendrai
tu vendras
il/elle/on vendra
nous vendrons
vous vendrez
ils/elles vendront

Slide 10 - Tekstslide

Onregelmatige werkwoorden
De uitgangen van de futur zet je achter de onderstaande stammetjes

être = ser
avoir = aur
faire = fer
aller = ir
pouvoir = pourr
voir = verr

Slide 11 - Tekstslide

Voorbeeld met het werkwoord être
Je serai
tu seras
il/elle/on sera
nous serons
vous serez
ils/elles seront

Slide 12 - Tekstslide

Opmerking bij het Filmpje:
 Gebruik vooral de dia's met uitleg bij het leren en gebruik dit filmpje puur als soort van samenvatting. De grote lijn klopt maar ze spreken hier niet over de onregelmatige vormen en zo her en der klopt het werkwoord niet met de vertaling.

Slide 13 - Tekstslide

Slide 14 - Video

Ik zal kijken
A
Je regardai
B
Je regarderai
C
Je regarderais
D
Je regardera

Slide 15 - Quizvraag

Wij zullen beëindigen
A
Nous finissons
B
Nous finisserons
C
Nous finirons
D
Nous finiront

Slide 16 - Quizvraag

Jij zult gaan
A
Tu iras
B
Tu alleras
C
Tu ira
D
Tu vas

Slide 17 - Quizvraag

Elle chantera la chanson
A
présent
B
passé composé
C
futur

Slide 18 - Quizvraag

Slide 19 - Video