• Wat: Maak opdrachten
1, 3, 4 en 5• Hoe: In jouw boek/schrift
• Met wie: Met jouw buur of alleen
• Tijd: Tot enkele minuten voor het einde van de les
• Doel: Verwerken wat we deze week geleerd hebben
• Klaar?: Roep mij, dan vertel ik wat je verder kan doen