Herhaling Gouden Eeuw

De Gouden Eeuw
1 / 17
volgende
Slide 1: Tekstslide
GeschiedenisMiddelbare schoolmavoLeerjaar 1

In deze les zitten 17 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

De Gouden Eeuw

Slide 1 - Tekstslide

Wat gaan we doen?
  • Herhalen door deze LessonUp.
  • Oefentoetsje maken + nakijken 

Slide 2 - Tekstslide

Kennen
Tien tijdvakken en vijf periodes

Slide 3 - Tekstslide

Welk tijdvak zien we op de afbeelding?
A
Tijd van Grieken en Romeinen
B
Tijd van steden en staten
C
Tijd van monniken en ridders
D
Tijd van pruiken en revoluties

Slide 4 - Quizvraag

Wanneer was de Gouden Eeeuw?
A
1500-1600
B
1600-1700
C
1700-1800
D
1800-1900

Slide 5 - Quizvraag

Document waarin de opstandelingen aan Filips II lieten weten dat zij hem niet langer wilden hebben als koning van de noordelijke Nederlanden
De handel door de WIC tussen Europa, Afrika en Amerika
Gebied in een land dat op een of andere manier een geheel vormt
Plakkaat van Verlatinghe
Driehoekshandel
Gewest

Slide 6 - Sleepvraag

Welk begrip hoort er bij deze afbeelding?
A
Beeldenstorm
B
Stapelmarkt
C
Tolerant
D
Twaalfjarig Bestand

Slide 7 - Quizvraag

1568
1609-1621
1581
1588
1648
Begin van de 80-jarige oorlog
Twaalfjarig Bestand
Plakkaat van Verlatinghe
Ontstaan van de Republiek
Vrede van Münster

Slide 8 - Sleepvraag

Wat is de naam van de Republiek die ontstaat in 1588?
A
Verenigde Republiek der Zeven Nederlanden
B
Republiek Holland
C
Republiek der Zeven Verenigde Holland
D
Republiek der Zeven Verenigde Nederlanden

Slide 9 - Quizvraag

Wat is het grootste verschil tussen de Noordelijke en Zuidelijke Nederlanden?

Slide 10 - Open vraag

Waardoor werd De Republiek zo rijk in de Gouden Eeuw?

Slide 11 - Open vraag

Wat weet je over de VOC?

Slide 12 - Woordweb

Wat weet je over de WIC?

Slide 13 - Woordweb

Juist of onjuist?
De WIC nam tabak, katoen en koffie mee naar Afrika ruilde dit voor slaven die op de plantages in Amerika gingen werken.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 14 - Quizvraag

Juist of onjuist:
Stadhouder Maurits van Oranje was niet blij met het Twaalfjarig Bestand.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 15 - Quizvraag

Juist of onjuist:
Op een stapelmarkt bleven producten lang liggen in pakhuizen zodat ze in prijs daalden.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 16 - Quizvraag

Hoe wordt dit schilderij genoemd?
A
Landschap
B
Portret
C
Stilleven

Slide 17 - Quizvraag