Veel gebruikte voegwoorden zijn:
"en, terwijl, omdat, zodat, nadat, als, toen, want, maar, of, dus."
Een voegwoord staat vaak tussen twee zinnen, maar kan ook aan het begin van een zin staan. Kijk maar:
Mijn fietsband is lek. Ik loop naar huis.
Omdat mijn fietsband lek is, loop ik naar huis.