Carnavals-quiz 2024

1 / 32
volgende
Slide 1: Tekstslide
MentorlesMiddelbare schoolhavoLeerjaar 1

In deze les zitten 32 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 4 videos.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Waaraan denk jij bij
het woord "carnaval"?

Slide 2 - Woordweb

Slide 3 - Video

Het woord carnaval is waarschijnlijk afgeleid van het Latijnse 'carne vale'. Dit betekent letterlijk......
A
Veel drinken
B
Hos en spring
C
Vaarwel aan het vlees
D
Verkleden

Slide 4 - Quizvraag

Uit hoeveel personen
bestaat de
Snollebollekes?
A
1
B
2
C
3
D
4

Slide 5 - Quizvraag


Welke instrument hoor je vaak in carnavalsmuziek?
A
accordeon
B
piano
C
saxofoon
D
trompet

Slide 6 - Quizvraag

Op welke datum start elk jaar het carnavalsseizoen?
A
27 februari
B
dat wisselt ieder jaar
C
11 februari
D
11de van de 11de

Slide 7 - Quizvraag

11 x 11 = ?
A
111
B
131
C
121
D
110

Slide 8 - Quizvraag


Hoe heet dit carnavalsliedje?
A
Gebroeders Ko
B
Rijden!
C
Gas gas gas op die lollie
D
Scheuren met die bak

Slide 9 - Quizvraag

Waarom wordt er een optocht gehouden tijdens carnaval?
A
Voor snoepfabrikanten om snoep uit te delen
B
Om iedereen even naar buiten te lokken
C
Het is een bevel van de koning
D
Om openlijk kritiek te leveren op de samenleving

Slide 10 - Quizvraag

De traditie van carnavalsoptochten is overgewaaid uit .......
A
Maastricht
B
Venlo
C
Den Bosch
D
Keulen

Slide 11 - Quizvraag


Van wie is deze carnavalshit?
A
Fabrizio
B
Peter Selie
C
Jan Biggel
D
Berk Music

Slide 12 - Quizvraag

Hoe heet de dag na carnaval?
A
Aswoensdag
B
Witte donderdag
C
Goede vrijdag
D
Paasmaandag

Slide 13 - Quizvraag

Wat is zwaarder? Een kilo confetti of een kilo snoepjes?
A
confetti
B
snoepjes
C
zijn even zwaar
D
ik weet het niet

Slide 14 - Quizvraag

Wat is de laatste dag van deze maand?
A
28 februari
B
29 februari
C
30 februari
D
31 februari

Slide 15 - Quizvraag


Uit welk jaar komt deze carnavalshit?
A
1997
B
2013
C
2018
D
2023

Slide 16 - Quizvraag

Wat krijgt Prins Carnaval aan het begin van het driedaagse feest?
A
De (symbolische) sleutel van het dorp/stad
B
De ketting van de burgemeester
C
De scepter
D
De sleutel van het huis van de burgemeester

Slide 17 - Quizvraag

Deze snack is een echte carnavalsklassieker! Hoe noemen we deze lekkernij?
A
bakkersstrik
B
suikerbom
C
maagdenknoop
D
nonnevot

Slide 18 - Quizvraag

Wat wordt in Limburg meestal gegeten in de café's op aswoensdag?
A
(zure) haring
B
bokworsten
C
een worstenbroodje
D
frikandellen

Slide 19 - Quizvraag

Waarom verkleden mensen met carnaval?
A
Verschillen tussen arm en rijk vervagen - iedereen is gelijk
B
Omdat ze het leuk vinden
C
Om onherkenbaar te zijn
D
Om eens lekker gek te doen

Slide 20 - Quizvraag

In Brabant vieren ze carnaval heel anders dan in Limburg. Ook de muziek is anders... 

Bekijk het volgende filmpje goed! Hierna volgt de vraag!

Slide 21 - Tekstslide

Slide 22 - Video

Maak de tekst af:
'Kan hem niet vinden in de kamer...'
A
Waar heb ik hem toch neergezet?
B
Ik heb hem toch niet geplet?
C
En het toilet is bezet!
D
Had ik maar beter op hem gelet!

Slide 23 - Quizvraag

Een muziekgroepje tijdens carnaval heet ook wel.....
A
Joekskapel
B
Prinsenkapel
C
Dweilorkest
D
Zaate hermenie

Slide 24 - Quizvraag

Slide 25 - Video

Waar werd in het filmpje Carnaval gevierd?
A
Rio de Janeiro
B
Rotterdam
C
Willemstad
D
Parijs

Slide 26 - Quizvraag

Welke stad heet tijdens carnaval Oeteldonk?
A
Eindhoven
B
Den Bosch
C
Breda
D
Maastricht

Slide 27 - Quizvraag

Hoe heet de stad Nijmegen tijdens carnaval?
A
Eikelenburg
B
Duufelshemel
C
't Koakelnest
D
Knotsenburg

Slide 28 - Quizvraag

Na vrijdag begint de carnavalsvakantie! Ik voel me.......
😒🙁😐🙂😃

Slide 29 - Poll

Dit ga ik in mijn vakantie doen

Slide 30 - Woordweb

Slide 31 - Video

Slide 32 - Tekstslide