Na deze les weet je hoe je een interview kunt uitwerken tot een artikel
1 / 11
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2
In deze les zitten 11 slides, met tekstslides.
Lesduur is: 80 min
Onderdelen in deze les
Wat moeten jullie straks kennen en kunnen?
Oftewel, wat is het doel van deze les?
Na deze les weet je hoe je een interview kunt uitwerken tot een artikel
Slide 1 - Tekstslide
Tijdens een interview maak je aantekeningen.
Na het interview werk je die aantekeningen uit, bijvoorbeeld om op de website van je school te plaatsen.
Slide 2 - Tekstslide
Zo werk je een interview uit:
• Schrijf de vragen op, cursief en zo kort mogelijk.
• Noteer onder elke vraag het antwoord dat de geïnterviewde gaf.
• Vat lange antwoorden samen, laat overbodige informatie weg.
Slide 3 - Tekstslide
• Schrijf een korte inleiding, waarin je vertelt wie je hebt geïnterviewd, waarover en waarom. Begin met een zin om de lezer nieuwsgierig te maken.
• Zet ten slotte een titel boven het interview, het liefst een opvallend citaat.
Slide 4 - Tekstslide
In plaats van vragen en antwoorden letterlijk weer te geven, kun je een interview ook uitwerken tot een artikel. Je geeft dan een deel van het interview in eigen woorden weer.
Laat het uitgewerkte interview altijd door de geïnterviewde lezen, zodat die onjuiste informatie of verkeerde citaten kan aanwijzen.
Slide 5 - Tekstslide
Zelf een interview uitwerken met een fictief persoon?
Verplaats je in degene die geïnterviewd wordt
Wissel je interview met de vragen en antwoorden uit met een klasgenoot en vraag feedback voordat je het inlevert.
Slide 6 - Tekstslide
Maken:
opdracht 1 en opdracht 2
blz. 82
Je mag het ook online maken.
Ben je met andere zaken bezig op je IPad, dan maak je het twee keer!
Slide 7 - Tekstslide
Voor het maken van de opdracht met geschiedenis lees je goed het bestand dat in magister staat bij de opdrachten
Slide 8 - Tekstslide
apps.noordhoff.nl
Slide 9 - Link
Even checken. Wie vertelt mij nog even wat we zojuist hebben gehoord?
Geen vingers, ik geef de beurt aan ..............................................