Spelling werkwoorden les 2
1 / 23
Lesduur is: 30 minOnderdelen in deze les
Slide 1 - Tekstslide
Slide 2 - Tekstslide
Hij (geloven, tt) mij niet.
A
gelooft
B
geloofd
C
geloofdt
Slide 3 - Quizvraag
Wat (vinden, tt) je van mijn nieuwe schoenen?
A
vind
B
vindt
C
vint
Slide 4 - Quizvraag
De jongens (ontmoeten, tt) elkaar op het voetbalveldje.
A
ontmoete
B
ontmoeten
C
ontmoette
D
ontmoetten
Slide 5 - Quizvraag
Als ik de takken (vasthouden, tt), dan kan jij ze bij elkaar binden.
A
vasthoudt
B
vasthoud
Slide 6 - Quizvraag
Slide 7 - Tekstslide
Slide 8 - Video
Vul de juiste vorm van het werkwoord tussen haakjes in.
De nieuwe spits kon niet aan de (wekken) verwachtingen voldoen.
De nieuwe spits kon niet aan de (wekken) verwachtingen voldoen.
Slide 9 - Open vraag
Vul de juiste vorm van het werkwoord tussen haakjes in.
De (ontslaan) medewerker zoekt nu een nieuwe baan.
De (ontslaan) medewerker zoekt nu een nieuwe baan.
Slide 10 - Open vraag
Vul de juiste vorm van het werkwoord tussen haakjes in.
De rechtbank besloot beide verdachten tegelijk te (berechten)
De rechtbank besloot beide verdachten tegelijk te (berechten)
Slide 11 - Open vraag
Vul de juiste vorm van het werkwoord tussen haakjes in.
Pak nu onmiddellijk je boek en (houden) je mond.
Pak nu onmiddellijk je boek en (houden) je mond.
Slide 12 - Open vraag
Vul de juiste vorm van het werkwoord tussen haakjes in.
De burgers van het (beschieten) dorp vluchtten de bergen in.
De burgers van het (beschieten) dorp vluchtten de bergen in.
Slide 13 - Open vraag
Vul de juiste vorm van het werkwoord tussen haakjes in.
Hardop (denken) liep Frits door het park.
Hardop (denken) liep Frits door het park.
Slide 14 - Open vraag
pvtt of vd?
De relschopper belooft dat hij zijn gedrag verbetert.
verbetert is?
De relschopper belooft dat hij zijn gedrag verbetert.
verbetert is?
A
pvtt
B
vd
Slide 15 - Quizvraag
pvtt of vd?
Zij vinden dat ze wel een snoepje hebben verdiend.
Verdiend is?
Zij vinden dat ze wel een snoepje hebben verdiend.
Verdiend is?
A
pvtt
B
vd
Slide 16 - Quizvraag
pvtt - pvvt - infinitief - voltooid deelwoord - onvoltooid deelwoord - bijvoeglijk naamwoord - gebiedende wijs?
Hij heeft die tekst goed samengevat. Samengevat is?
Hij heeft die tekst goed samengevat. Samengevat is?
Slide 17 - Open vraag
pvtt - pvvt - infinitief - voltooid deelwoord - onvoltooid deelwoord - bijvoeglijk naamwoord - gebiedende wijs?
De verklede meisjes zagen eruit als clowns.Verklede is?
De verklede meisjes zagen eruit als clowns.Verklede is?
Slide 18 - Open vraag
pvtt - pvvt - infinitief - voltooid deelwoord - onvoltooid deelwoord - bijvoeglijk naamwoord - gebiedende wijs?
Ruim nu onmiddellijk je kamer op! Ruim is?
Ruim nu onmiddellijk je kamer op! Ruim is?
Slide 19 - Open vraag
Vul de juiste vorm van het bijvoeglijk naamwoord in:
de (haten) minister
de (haten) minister
Slide 20 - Open vraag
Vul de juiste vorm van het bijvoeglijk naamwoord in:
de (verbreden) boulevard
de (verbreden) boulevard
Slide 21 - Open vraag
Vul de juiste vorm van het bijvoeglijk naamwoord in:
de (bespreken) toets
de (bespreken) toets
Slide 22 - Open vraag
Hoe ging het? wat vind je nog moeilijk?
