Les 24 8 maart 2025

Les 24 8 maart 2025
1 / 30
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsSecondary Education

In deze les zitten 30 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Les 24 8 maart 2025

Slide 1 - Tekstslide

L23 Wat doen we vandaag? 

Welkom! 
1. Gedichten voor het jubileumboek bespreken

2. Herhaling Spelling paragraaf 10: deelwoorden als bijvoeglijk naamwoord 
3. Spelling paragraaf 11: Werkwoordsvormen en werkwoordstijden
4. Thema B "bewaren" § 2 De 5w+h-vragen

5. Lesafsluiting

Slide 2 - Tekstslide

Slide 3 - Tekstslide

Is de winter pas net begonnen?
Vorig weekend heeft het gevroren
en alles is wit van de sneeuw geworden.

Ik wil juichend over de finishlijn gaan.    
Dansend liep de leerling de klas uit. 

Ik vind het leuk om te dansen

Slide 4 - Tekstslide

Herhaling voltooid deelwoord

Slide 5 - Tekstslide

Voltooid deelwoord
De handeling is afgerond (= voltooid).

Er staat in de zin een hulpwerkwoord bij van "hebben", "zijn" of "worden".
Het heeft gevroren. Wij zijn gestart. Jullie worden gekozen.

Het voltooid deelwoord begint vaak met ge-.
Maar dat hoeft niet:
De muis werd verslonden. Hij heeft een programma ontwikkeld.


Slide 6 - Tekstslide

Onvoltooid deelwoord
  • Onvoltooid = nog niet afgerond, nog bezig.
  • Geeft aan hoe iemand bezig is.
Ik wil juichend over de finishlijn gaan.
Huilend liep de leerling de klas uit.

  • Spelling: infinitief + d: lachen + d > lachend
Dansend, springend, fluisterend, nadenkend.

Slide 7 - Tekstslide

Deelwoorden als bijvoeglijk naamwoord
  • Van een vd en od kun je een bijvoeglijk naamwoord maken.
  • Gebruik de normale spellingsregels. Schrijf zo kort mogelijk.
  • Dus: alleen voor de uitspraak soms -dd of -tt.




  • Let op: vd op -en blijft op -en: gevouwen > het gevouwen blaadje


Slide 8 - Tekstslide

Deelwoord als bijvoeglijk naamwoord:
Het ... (landen) vliegtuig
A
gelandde
B
gelande
C
gelanden
D
gelandte

Slide 9 - Quizvraag

Deelwoord als bijvoeglijk naamwoord
De ... (opduiken) armband
A
opgedoke
B
opgedoken
C
opgedokene

Slide 10 - Quizvraag

Deelwoord als bijvoeglijk naamwoord.
De ... (zweten) atleet
A
zwetend
B
zwetende
C
zwetentte
D
zwetente

Slide 11 - Quizvraag

Deelwoord als bijvoeglijk naamwoord
De ... (verbreden) weg
A
verbrede
B
verbreden
C
verbreedde
D
verbreede

Slide 12 - Quizvraag

Deelwoord als bijvoeglijk naamwoord.
Een ... (winnen) wedstrijd
A
gewonne
B
gewonnen
C
gewonnene

Slide 13 - Quizvraag

Spelling: par 11. werkwoordstijden


ott
ovt
vtt
vvt

Slide 14 - Tekstslide

schrijf de afkortingen voluit: ott, ovt, vtt, vvt

Slide 15 - Open vraag

Werkwoordstijden
Je ziet vaak aan de zin wanneer een gebeurtenis zich afspeelt. Soms zie je dit door 'tijdwoorden' als morgen, gisteren, straks etc. Je kunt het ook aan de werkwoorden in een zin zien.
Deze werkwoordstijden kun je bepalen door te kijken naar de persoonsvorm. Je kijkt nu dus niet naar tijdwoorden.
Werkwoordstijden zijn belangrijk om teksten te lezen en te schrijven en voor het leren van een vreemde taal.

Slide 16 - Tekstslide

Een overzicht van de werkwoordstijden

Slide 17 - Tekstslide

Woordsoorten: werkwoordstijden

Slide 18 - Tekstslide

Benoem de werkwoordstijd.

Ik volg de les.
A
ott
B
vtt
C
ovt
D
vvt

Slide 19 - Quizvraag

Benoem de werkwoordstijd.
Had je de afwas al gedaan?
A
ott
B
ovt
C
vtt
D
vvt

Slide 20 - Quizvraag

Benoem de werkwoordstijd.

Ik had spinazie gegeten.
A
ott
B
vtt
C
ovt
D
vvt

Slide 21 - Quizvraag

Benoem de werkwoordstijd.
Ik heb gitaar gespeeld.
A
ott
B
ovt
C
vtt
D
vvt

Slide 22 - Quizvraag

Slide 23 - Tekstslide

Meervoud (mv) en enkelvoud (ev)
De laatste mammoeten op aarde stierven… 
De laatste van de mammoeten op aarde stierf… 

De helft van alle varkens werd… 
De groep van honden was… 
Het aantal varkens is… 

Slide 24 - Tekstslide

Thema B

Thema B "bewaren" § 2 De 5w+h-vragen.
blz. 134

Lees tekst 1. 

Slide 25 - Tekstslide

Tekst 1 - Vraag voor over 40 jaar...
[1] Op de KNSM-laan in Amsterdam is gisteren een tijdcapsule begraven door leerlingen van groep 8 van basisschool De Achthoek. De capsule vertelt mensen over veertig jaar hoe wij nu leven en bevat ook vragen over de toekomst: Luister je naar Madonna? Weet je wat emoji zijn? Schrijven jullie nog, net zoals wij nu doen? Weet je wat een spinner is?
[2] ‘Het moet een boodschap aan de vinder zijn’, zegt initiatiefnemer Ina Pronk, directeur van Loods 6, de stichting die de oude vertrek- en aankomsthal van de Koninklijke Nederlandse Stoomboot Maatschappij (KNSM) beheert.
[3] Kaarten waarop staat waar kinderen dagelijks mee bezig zijn, boeken over de historie van de KNSM, de Amsterdamse krant Het Parool van afgelopen dinsdag en een boek over beeldengroep Amphitrite, waarnaast de capsule is begraven, moeten ...

Slide 26 - Tekstslide

Thema B
 overbrengen hoe we vandaag de dag leven.
[4] De metalen kist mag worden opgegraven vanaf 2056, als het tweehonderd jaar geleden is dat de KNSM is opgericht. ‘Dat is precies honderd jaar nadat de vorige tijdcapsule hier is begraven. Het moet een soort tijdlijn voorstellen’, zegt oud-KNSM’er Guido Frankfurther.
[5] Hoe willen de betrokkenen ervoor zorgen dat de capsule over veertig jaar daadwerkelijk wordt gevonden? Daar is nog geen waterdicht plan voor. ‘De basisschool laat het vrij, maar in Loods 6 willen we een oud sleutelkastje ophangen, waarvan onze opvolgers weten waar de sleutel ligt. Het idee is om daar een landkaart en een brief in te stoppen, waardoor men weet dat er een tijdcapsule is begraven. Een soort schatkaart dus’, aldus Pronk.

Slide 27 - Tekstslide

5w+H vragen
Deze vijf "wat" en "hoe" vragen helpen je om belangrijke informatie uit een tekst te vergaren:  
  • Wat is er gebeurd?
  • Wie waren erbij betrokken?
  • Waar is het gebeurd?
  • Wanneer gebeurde het?
  • Waarom (of waardoor) gebeurde het?
  • Hoe gebeurde het?

Je kunt deze vragen ook in gedachten te houden als je bijv. een nieuwsbericht schrijft. Het maakt het nieuwsbericht zo compleet mogelijk. (zie: journalistieke werkwijze). 

Slide 28 - Tekstslide

Lesafsluiting
Volgende week geen les, maar 22 maart weer een online les. 
 ▪ Deze les geeft Sarah haar boekpresentatie en we doen ook een werkwoord toets.  

 Het huiswerk voor de komende twee weken is: 
▪ Lees in je leesboek
▪ Cursus 7 spelling §11 - maak opdracht 2 en 3    
▪ Cursus 7 spelling voorbereiden op de toets werkwoordspelling §7 t/m §10    
 ▪ Thema B §2 opdracht 2 en opdracht 3  
  
 ▪ Start met Thema B Bewaren. Maak §1 weet je nog? Maak opdracht 1.1 en 1.2. Dit mag online of in je schrift   
  
  
▪ Thema B §3 - Lees Verbonden met het net - tekst 1, tekst 2, tekst 3 (blz 139-141)  
  

 

Tot volgende week op st Conleth's


  
  

Slide 29 - Tekstslide

Herinnering: Boekpresentatie

Zie de informatie bijgesloten bij de email over huiswerk een tijdje geleden. 
  
Schema: Sarah:  22 maart, Sophia:  29 maart, Lars: 29 maart, Alex: 29 maart Annabel: 29 maart.  

Slide 30 - Tekstslide