Reanimeren volgens de regels van de Hartstichting

Reanimeren volgens de regels van de Hartstichting
1 / 15
volgende
Slide 1: Tekstslide

In deze les zitten 15 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Reanimeren volgens de regels van de Hartstichting

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Leerdoel
Aan het einde van de les weet je theoretisch hoe je moet reanimeren volgens de regels van de Hartstichting.

Slide 2 - Tekstslide

Introduceer het leerdoel van de les en vertel wat de studenten zullen leren.
Wat weet jij al over reanimeren?

Slide 3 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

Wat is reanimeren?
Reanimeren is het kunstmatig overnemen van de ademhaling en bloedcirculatie wanneer het lichaam dit niet meer zelf kan.

Slide 4 - Tekstslide

Leg kort uit wat reanimeren inhoudt en waarom het belangrijk is om te weten.
De signalen herkennen
Om te kunnen reanimeren moet je de signalen van een hartstilstand herkennen. Dit zijn onder andere het ontbreken van ademhaling en bewustzijn.

Slide 5 - Tekstslide

Leg uit welke signalen duiden op een hartstilstand en hoe je deze kunt herkennen.
1-1-2 bellen
Wanneer je een hartstilstand herkent, moet je direct 1-1-2 bellen en om een AED vragen.

Slide 6 - Tekstslide

Leg uit waarom het belangrijk is om direct 1-1-2 te bellen en om een AED te vragen.
Het starten van een reanimatie
Plaats de handen op elkaar in het midden van de borstkas en druk het borstbeen 5-6 cm naar beneden met een snelheid van 100 tot 120 keer per minuut.

Slide 7 - Tekstslide

Laat zien hoe je de reanimatie start en geef aan hoe vaak en hoe snel je moet drukken.
Reddingsademhaling
Wanneer je het borstbeen indrukt, komt er lucht in de longen. De reddingsademhaling is niet meer nodig.

Slide 8 - Tekstslide

Leg uit waarom de reddingsademhaling niet meer nodig is bij het uitvoeren van een reanimatie.
AED gebruiken
Een AED kan het hartritme herstellen door een elektrische schok toe te dienen. Volg de instructies op de AED op en zorg dat er niemand het slachtoffer aanraakt tijdens de schok.

Slide 9 - Tekstslide

Laat zien hoe je een AED moet gebruiken en geef aan waar je op moet letten.
De reanimatie voortzetten
Blijf doorgaan met reanimeren totdat de hulpverleners van de ambulance het overnemen.

Slide 10 - Tekstslide

Geef aan hoe lang je moet doorgaan met reanimeren en wanneer je kunt stoppen.
Oefenen
Oefen het reanimeren op een pop en gebruik een AED.

Slide 11 - Tekstslide

Laat de studenten oefenen op een pop en gebruik een AED om het geleerde in de praktijk te brengen.
Vragen
Zijn er nog vragen?

Slide 12 - Tekstslide

Geef de studenten de kans om vragen te stellen en beantwoord deze zo goed mogelijk.
Schrijf 3 dingen op die je deze les hebt geleerd.

Slide 13 - Open vraag

De leerlingen voeren hier drie dingen in die ze in deze les hebben geleerd. Hiermee geven ze aan wat hun eigen leerrendement van deze les is.
Schrijf 2 dingen op waarover je meer wilt weten.

Slide 14 - Open vraag

De leerlingen voeren hier twee dingen in waarover ze meer zouden willen weten. Hiermee vergroot je niet alleen betrokkenheid, maar geef je hen ook meer eigenaarschap.
Stel 1 vraag over iets dat je nog niet zo goed hebt begrepen.

Slide 15 - Open vraag

De leerlingen geven hier (in vraagvorm) aan met welk onderdeel van de stof ze nog moeite. Voor de docent biedt dit niet alleen inzicht in de mate waarin de stof de leerlingen begrijpen/beheersen, maar ook een goed startpunt voor een volgende les.