Les 5- Herhaling PC+ nieuw Hoofdletters en meervouden

Les 5- Herhaling PC+ nieuw Hoofdletters en meervouden
1 / 44
volgende
Slide 1: Tekstslide
EngelsMBOStudiejaar 1

In deze les zitten 44 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Les 5- Herhaling PC+ nieuw Hoofdletters en meervouden

Slide 1 - Tekstslide

Hoofdletters

Slide 2 - Tekstslide

In welke situaties gebruik je een hoofdletter? (Engels)

Slide 3 - Woordweb

Neem de zin over en plaats waar nodig een hoofdletter:
jim and anna love eating at kfc.

Slide 4 - Open vraag

Het juiste antwoord is
Jim and Anna love eating at KFC.

Slide 5 - Tekstslide

Neem de zin over en plaats waar nodig een hoofdletter:
i am always happy during christmas.

Slide 6 - Open vraag

Het juiste antwoord is:
I am always happy during Christmas

Slide 7 - Tekstslide

Capitalization
Je gebruikt hoofdletters in de volgende situaties:
  • Namen
  • Marilyn Monroe, the President of the United States, Pepsi Cola, 
  • Plaatsen
  • America, London, the Atlantic, the Sahara, Central Park
  • Cultuur
  • Chinese, the Germans, Australian animals

Slide 8 - Tekstslide

  • Tijden (dagen en maanden)
  • Monday, December
  • Het persoonlijk voornaamwoord ‘I’ (het Engelse woordje voor ik) 
  • Titels (bijv. boeken en films)
  • Spider Man ll, To Kill a Mockingbird
  • Feestdagen
  • Christmas, New Year’s Day

Slide 9 - Tekstslide

Slide 10 - Tekstslide

Neem de zin over en plaats waar nodig een hoofdletter:
terry and louis went to central park last july.

Slide 11 - Open vraag

Neem de zin over en plaats waar nodig een hoofdletter:
on sunday, i will see the movie star wars and eat at taco bell.

Slide 12 - Open vraag

Welke woorden schrijf je met een hoofdletter in de volgende zin: do i have to go to the canadian embassy on monday?

Slide 13 - Open vraag

Meervoud

Slide 14 - Tekstslide

meestal -S
dog - dogs
house - houses

Slide 15 - Tekstslide

-Y -> -IES
hobby - hobbies
city- cities

Slide 16 - Tekstslide

}
-S
-AY
-EY
-UY
-OY
days
keys
guys
boys

Slide 17 - Tekstslide

Sis-klank -> -ES
speech - speeches
bus - buses
witch - witches

Slide 18 - Tekstslide

- O -> -ES
potato - potatoes
tomato - tomatoes

Slide 19 - Tekstslide

-FE -> -VES
wife - wives
scarf - scarves

Slide 20 - Tekstslide

Uitzonderingen
Sometimes a word changes on its own:
Tooth --> Teeth
Man --> Men
Mouse --> Mice
Rice --> Rice
Goose --> Geese
Sheep --> Sheep

Slide 21 - Tekstslide

quizzzzzz time
get your phone and log in

Slide 22 - Tekstslide

BOAT
A
boates
B
boats

Slide 23 - Quizvraag

window
A
windowes
B
windows

Slide 24 - Quizvraag

pony
A
ponies
B
ponys

Slide 25 - Quizvraag

wolf
A
wolves
B
wolfes

Slide 26 - Quizvraag

lunch
A
lunchs
B
lunches

Slide 27 - Quizvraag

class
A
classes
B
classies

Slide 28 - Quizvraag

flower
A
flowers
B
floweres

Slide 29 - Quizvraag

mouse
A
mice
B
mouses

Slide 30 - Quizvraag

tooth
A
toothes
B
teeth

Slide 31 - Quizvraag

hobby
A
hobbys
B
hobbies

Slide 32 - Quizvraag

scarf
A
scarves
B
scarfes

Slide 33 - Quizvraag

key
A
keis
B
keys

Slide 34 - Quizvraag

potato
A
potatoes
B
potatoos

Slide 35 - Quizvraag

toy
A
toys
B
toyes

Slide 36 - Quizvraag

monkey
A
monkies
B
monkeys

Slide 37 - Quizvraag

child
A
children
B
childs

Slide 38 - Quizvraag

radio
A
radios
B
radio's

Slide 39 - Quizvraag

coach
A
coaches
B
coachs

Slide 40 - Quizvraag

knife
A
knifes
B
knives

Slide 41 - Quizvraag

tomato
A
tomatoos
B
tomatoes

Slide 42 - Quizvraag

leaf
A
leafes
B
leaves

Slide 43 - Quizvraag

taxi
A
taxis
B
taxi's

Slide 44 - Quizvraag