Kerst 1942. Stalingrad. Het grote leger van Hitler is ingesloten, 300.000 man. Omsingeld door het Russische leger. Het is een zware strijd. De ellende, het lijden is onbeschrijflijk. Duizenden gewonden liggen onverzorgd, ze bevriezen en verhongeren. Hitler heeft beloofd hen te redden, maar het zijn holle leuzen. Kurt Reuber, predikant, legerarts, kunstenaar, wil iets doen voor zijn kameraden, maar hij kan geen "passende woorden" vinden in deze Kersttijd, in de hel van Stalingrad. Dan laat hij zijn tekenpen spreken en er ontstaat de "Madonna van Stalingrad".
Het is een eenvoudige houtskoolschets getekend achterop een Russische landkaart. Maria is afgebeeld, gewikkeld in een grote sjaal, terwijl ze het kindje Jezus dicht tegen haar wang houdt. Op de rechterrand staan de woorden Licht, Leben, Liebe ("Licht, Leven, Liefde"), uit het Evangelie van Johannes. Links schreef Reuber Weihnachten im Kessel 1942 ("Kerstmis in de Ketel 1942") en onderaan Festung Stalingrad ("Vesting Stalingrad"). Kessel is de Duitse term voor een omsingeld militair gebied en Festung Stalingrad was de term voor het omsingelde leger dat in de nazi-pers werd gepromoot.
Reuber wil troost en hoop geven temidden van donkerheid, dood en haat. De madonna van Stalingrad brengt de kameraden van Kurt Reuber de boodschap dat ze midden in de hel van Stalingrad in Gods liefde geborgen zijn, zoals het kind in de armen van zijn moeder.