Foutieve samentrekking

Telefoon in de bak, pak je spullen en begin met lezen♥.
Foutieve samentrekking
Welkom klas 3

1 / 16
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

In deze les zitten 16 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Telefoon in de bak, pak je spullen en begin met lezen♥.
Foutieve samentrekking
Welkom klas 3

Slide 1 - Tekstslide

Wat doen we vandaag?
1. Lezen 
2. Starten H2: foutieve samentrekking
3. Oefenen met foutieve samentrekking
4. Afsluiting: huiswerk noteren + doelencheck

Slide 2 - Tekstslide

LESDOELEN
  • Je weet wat een samentrekking is;
  • Je kunt de 3 regels opnoemen voor de samentrekking;
  • Je kunt een foutieve samentrekking herkennen;
  • Je kunt een foutieve samentrekking verbeteren.

Slide 3 - Tekstslide

Waarom zijn onderstaande zinnen fout?
1. Hij hield van haar en haar handen vast.

2. Zij gaf veel om haar vader en hem een cadeautje.

3. Hier maakt men fietsen en grappen.

Slide 4 - Tekstslide

Waarom zijn onderstaande zinnen fout?
1. Hij hield van haar en haar handen vast.
Houden van en handen vasthouden betekent iets anders.
2. Zij gaf veel om haar vader en hem een cadeautje.
Om iemand geven of iets aan iemand geven betekent iets anders.
3. Hier maakt men fietsen en grappen.
Ergens fietsen maken (repareren) betekent iets anders dan grappen maken.

FOUTIEVE SAMENTREKKING!

Slide 5 - Tekstslide

Wat is een samentrekking?

Als in een samengestelde zin dezelfde woorden twee keer voorkomen, kun je die meestal de tweede keer weglaten.         Dat heet samentrekking.
Een samentrekking wordt daarom ook wel weglating genoemd.

Slide 6 - Tekstslide

Samentrekking
  • Komt voor bij samengestelde nevenschikkende zinnen
    (en, maar, want, dus, of)

Truus ging naar de stad en Truus kocht twee paar schoenen.

Truus ging naar de stad en kocht twee paar schoenen.
Weggelaten: Truus

Slide 7 - Tekstslide

Stappenplan
1. Noteer de woorden die zijn weggelaten in het tweede deel van de zin.
2. Bepaal de functie, betekenis en getal van het eerste deel in de zin.
3. Bepaal de functie, betekenis en getal van het tweede deel in de zin.
4. Komen ze overeen?? Zo ja: correcte samentrekking.
5. Niet? Dan plaats je de weggelaten woorden alsnog in het tweede deel van de zin.

1. Dumfries gaf twee keer een assist en maakte een goal.
2. De serie Wednesday is een groot succes op Netflix en vind ik erg leuk.

Slide 8 - Tekstslide

Foutieve samentrekking: functie
Samentrekking (weglating) mag alleen als de woorden die je weglaat in beide zinnen: 
1a. Bij zinsontleding hetzelfde zinsdeel zijn (onderwerp, lijdend voorwerp etc.) 

De spelcomputer was afgeprijsd en heb ik toen gekocht.
Weggelaten: de spelcomputer

Eerste deel: spelcomputer = onderwerp
Tweede deel: spelcomputer = lijdend voorwerp     -> dus: foutieve samentrekking!

Verbetering: De spelcomputer was afgeprijsd en die heb ik toen gekocht.

Slide 9 - Tekstslide

Foutieve samentrekking: functie
Samentrekking (weglating) mag alleen als de woorden die je weglaat in beide zinnen: 
1b. Bij woordsoortbenoeming dezelfde woordsoort zijn (bv. kww / hww / bw etc.)

Stefan heeft griep en daardoor het schoolfeest gemist.
Weggelaten: Stefan, heeft

Eerste deel: Stefan = znw / heeft = zww
Tweede deel: Stefan = znw  / heeft = hww  -> dus: foutieve samentrekking!

Verbetering: Stefan heeft griep en heeft daardoor het schoolfeest gemist.

Slide 10 - Tekstslide

Foutieve samentrekking: betekenis
Samentrekking (weglating) mag alleen als de woorden die je weglaat in beide zinnen: 
2. Dezelfde betekenis hebben.

Mijn oma schonk thee in en daarna aandacht aan ons cadeau.
Weggelaten: mijn oma, schonk

Mijn oma -> in beide delen dezelfde betekenis, mag je dus weglaten in het tweede deel.
Schonk -> NIET dezelfde betekenis (inschenken, aandacht schenken)-> foutieve samentrekking!

Verbetering: Mijn oma schonk thee in en schonk daarna aandacht aan ons cadeau.

Slide 11 - Tekstslide

Foutieve samentrekking: getal
Samentrekking (weglating) mag alleen als de woorden die je weglaat in beide zinnen: 
3. Hetzelfde getal hebben.

Al zijn vrienden zijn bevorderd, alleen hij niet.
Weggelaten: is, bevorderd

Al zijn vrienden komt met het werkwoord 'zijn' -> meervoud
Terwijl in het tweede deel het enkelvoud 'is'  gebruikt moet worden -> je mag dus niks weglaten!

Verbetering: Al zijn vrienden zijn bevorderd, alleen hij is niet bevorderd

Slide 12 - Tekstslide

De Eerste Kamer heeft de wet aangenomen en geldt vanaf 1 januari.
A
Goede samentrekking
B
Foutieve samentrekking

Slide 13 - Quizvraag

De cadeautjes stonden onder de trap en werden later uitgepakt.
A
Goede samentrekking
B
Foutieve samentrekking

Slide 14 - Quizvraag

Zijn broek kostte tachtig euro, maar vind ik niet mooi.'
A
Goede samentrekking
B
Foutieve samentrekking

Slide 15 - Quizvraag

Maak- en huiswerk!
Opdracht 1 en 2 blz. 64/65

Lastig? Gebruik de groene theorie, je aantekeningen of zoek een filmpje over de foutieve samentrekking!
Geschatte tijd: 20-30 minuten

                       Noteren in agenda: woensdag 7 december 5e uur!

Slide 16 - Tekstslide