2G1 20-04-22

English 20-04-22
1 / 15
volgende
Slide 1: Tekstslide
EngelsMiddelbare schoolvmbo gLeerjaar 2

In deze les zitten 15 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

English 20-04-22

Slide 1 - Tekstslide

Today
  • Word game
  • Planning
  • Vlog
  • Grammar - Bijwoorden en bijvoegelijk naamwoorden
  • Work work work

Slide 2 - Tekstslide

Word Game
Make as many English words as possible.

Take a screenshot of your score so you can share it later

Click here to go to the game

Slide 3 - Tekstslide

What was your score?

Slide 4 - Open vraag

Planning
Reading test
Monday the 16th of May

Vlog hand in
Wednesday the 11th of May


Slide 5 - Tekstslide

Team?
Questions?
Comments?

Slide 6 - Tekstslide

Goal
Aan het einde van de les weten we het verschil tussen een bijvoeglijk naamwoord (adjective) en een bijwoord (adverb)
en weten we hoe we die in het Engels maken en gebruiken.

Dat betekent dat je na vandaag dingen kan zeggen als:
I am a safe driver.
I drive safely.

Slide 7 - Tekstslide

Bijvoeglijk naamwoorden en bijwoorden

Slide 8 - Tekstslide

Summary
  • Zegt het woord iets over een mens, een dier of een ding? Dan gebruik je een bijvoeglijk naamwoord.
  • She is a nice girl. This girl is nice
  • Zegt het woord iets over een werkwoord dan gebruik je een bijwoord (en komt er -ly achter)
  • She acted nicely, It works nicely
  • Zegt het woord iets ober een bijvoegelijk naamwoord dan gebruik je een bijwoord (en komt er -ly achter)
  • She is an extremely nice girl. 
  • En er zijn uitzonderingen. (argh#@!) woorden als fast, very en well hebben hun eigen vorm als bijwoord
  • She runs fast (en niet she runs fastly)

Slide 9 - Tekstslide

She is a  ___________ runner
strong
strongly

Slide 10 - Sleepvraag

He is eating very ___________ . That can't be good for you.
quick
quickly

Slide 11 - Sleepvraag

She always rides ___________ on her motorcycle
safe
safely

Slide 12 - Sleepvraag

The weather was _____________  ___________ in Spain this summer
extreme
extremely
nice
nicely

Slide 13 - Sleepvraag

Adjectives and adverbs are:

Slide 14 - Poll

Work work work
5.4 reading
Please do exercises 2, 4, 6,  and 7



Slide 15 - Tekstslide