In deze les zitten 28 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.
Lesduur is: 50 min
Onderdelen in deze les
Hoofdstuk 2 par 1
Een armoedig bestaan
Slide 1 - Tekstslide
Lesdoelen
Je kunt het begrip verzorgingsstaat uitleggen
Je weet wat sociale zekerheid is
Je weet in welke handen de armenzorg was in de 19e eeuw
Je kan vier oorzaken noemen waardoor er een hoog sterftecijfer was.
Slide 2 - Tekstslide
Opvoeding van de armen
De rijke mensen vonden dat de arme mensen iets voor deze liefdadigheid moesten doen.
Want: 'Als zij dit gratis zouden krijgen, worden de armen alleen maar luier.'
Slide 3 - Tekstslide
Opvoeding van de armen
Om de armen te laten werken voor deze liefdadigheid moesten de armen werken in landbouwkolonien zoals in Drenthe en Friesland.
Of werken in werkhuizen van een particulieren organisatie.
Sommigen leden van deze liefdadigheidorganisaties kwamen op bezoek bij de armen om te controleren of zij wel goed leefden.
Slide 4 - Tekstslide
Tekstboek
Lees Tekstboek blz. 36
"Opvoeding van de armen"
Slide 5 - Tekstslide
Wat betekent liefdadigheid?
Slide 6 - Open vraag
In de 19e eeuw vonden veel mensen dat de armen iets terug moeten doen voor liefdadigheid. Wat?
Slide 7 - Open vraag
Lees bron 2 (blz. 32 in je werkboek). Noem een waarde van de Sint- Vincentiusvereniging.
Slide 8 - Open vraag
Lees in je tekstboek het verhaal van de Landbouwkolonies (tb. blz. 36). Waarom moesten de armen volgens Van den Bosch werken en niet bedelen?
Slide 9 - Open vraag
Waarom geloofden de schrijvers Da Costa en Bilderdijk niet in het ideaal van Van den Bosch
Slide 10 - Open vraag
Ongezonde leefsituaties
Leefsituatie in Nederland:
17 op de 100 kinderen stierf voor hun eerste verjaardag.
Mensen werden gemiddeld niet ouder dan 35 tot 40 jaar.
Slide 11 - Tekstslide
Ongezonde leefsituaties
Oorzaken ongezonde leefsituaties:
Huisvuil hoopte zich op in straten en stegen.
Gebrek aan schoondrinkwater.
Uitwerpselen werden op straat gegooid.
In de grachten werd het afval geloosd.
Binnenhuis woonden (Te) veel mensen in één huis.
Woonde in vochtige huizen.
Mensen aten vaak te weinig of hadden een éénzijdig dieet.
Slide 12 - Tekstslide
Tekstboek
Lees Tekstboek
'Ongezonde leefsituaties'
Slide 13 - Tekstslide
Hoe oud werden mensen tot ver in de 19e eeuw gemiddeld?
Slide 14 - Open vraag
Hoe oud worden mensen in Nederland tegenwoordig
A
50
B
60
C
70
D
80
Slide 15 - Quizvraag
Hoe kun je dit verschil in ouderdom verklaren? Geef ten minste twee oorzaken
Slide 16 - Open vraag
Dodelijke ziektes
Slecht drinkwater brak er regelmatig een cholora epidemie uit.
Regelmatig braken er ook tuberculose epidemie uit.
Door de woonsituaties van veel mensen, konden deze virussen zich ook snel verspreiden.
Slide 17 - Tekstslide
Tekstboek
Lees Tekstboek 'Dodelijke ziektes'
Slide 18 - Tekstslide
Waardoor ontstonden cholera- en tyfusepidemieën?
Slide 19 - Open vraag
Hoe verklaarden de artsen in de 19e eeuw de uitbraak van cholera en tyfus?
Slide 20 - Open vraag
Bekijk bron 5 (wb blz. 34). Wat is de boodschap van de tekenaar?
Slide 21 - Open vraag
Geef met twee beeldelementen aan hoe je dat kunt zien.
Slide 22 - Open vraag
Lees bron 6 'Straf van God'. Hoe verklaart de dominee de cholera-epidemie van 1866?
Slide 23 - Open vraag
Welk begrip past er bij 'staat die zorgt voor burgers, bv. door middel van uitkeringen'.
A
Verzorgingsstaat
B
Sociale zekerheid
C
Democratie
D
Monarchie
Slide 24 - Quizvraag
Kijk naar de tijdbalk blz. 32 tekstboek. In welk jaar werd kinderarbeid verboden?
A
1870
B
1901
C
1874
D
1930
Slide 25 - Quizvraag
Er gebeurden veel ongelukken in de fabrieken. Wanneer werd de eerste ongevallenwet ingevoerd?
A
1870
B
1901
C
1874
D
1930
Slide 26 - Quizvraag
Sleep de woorden naar
de juiste plaats
Als je rond 1850 in armoede moest leven, was je in eerste aangewezen op . Kon je daar niet terecht, dan was je aangewezen op . De overheid bemoeide zich verder niet met de . Dat veranderde in 1854. Toen nam de overheid een wet aan: de . Hierin stond dat de overheid moest zorgen voor de allerarmsten. Die zat hier helemaal niet op te wachten, want er kwam geen geld hiervoor uit .