WEBB - Levensloop 5.14 t/m 5.19

Welkom
4 VWO ECONOMIE  ||  2024-2025
1 / 16
volgende
Slide 1: Tekstslide
EconomieMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

In deze les zitten 16 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Welkom
4 VWO ECONOMIE  ||  2024-2025

Slide 1 - Tekstslide

Programma
- Herhaling CPI
- Uitleg heffing op kapitaalinkomen
- Aan de slag opgave 5.14 t/m 5.19

Slide 2 - Tekstslide

Bereken het CPI in twee decimalen nauwkeurig.

Schrijf berekening op!!

Slide 3 - Open vraag

Wat is het CPI?
Wat is het CPI?
A
101,7
B
1,7%
C
101,46
D
1,46%

Slide 4 - Quizvraag

Heffing op kapitaalinkomen
bij paragraaf 5.4

Slide 5 - Tekstslide

Verdeel de inkomens in arbeids- en kapitaalinkomens:
arbeidsinkomen
kapitaalinkomen
loon
dividend
rente op obligaties
rente op een spaarrekening
winst van een zzp'er
huur 
pacht

Slide 6 - Sleepvraag

aandelen
Als je aandelen bezit, ontvang je dividend waarover je inkomstenbelasting betaalt in box 2 of 3:

 5%>  'aanmerkelijk belang' --> box 2
 <5%  'sparen en beleggen'  -->  box 3 

Alle andere kapitaalinkomens (rente!) vallen ook in box 3.

Slide 7 - Tekstslide

In welke box worden de inkomens belast?
box 1
box 3
box 2
loon
dividend
rente op obligaties
rente op een spaarrekening
winst van een zzp'er
dividend van >5% van de aandelen van een bedrijf
pacht

Slide 8 - Sleepvraag

stroomgrootheid
voorraadgrootheid
je meet deze grootheid op een bepaald moment
je meet deze grootheid over een bepaalde periode
vermogen is een ...
inkomen uit vermogen is een ...

Slide 9 - Sleepvraag

box 3: Inkomen uit sparen en beleggen 
'vermogensrendementsheffing'
rendement op vermogen = inkomen uit vermogen 

De hoogte van het vermogen stelt de belastingdienst vast met een peildatum, = 1 januari.

Het rendement op het vermogen stelt de belastingdienst vast met een standaardberekening van het fictief rendement over het afgelopen jaar.

Slide 10 - Tekstslide

Bekijk tabel 5.3
Blz. 75

Slide 11 - Tekstslide

Sihem heeft op 1 januari 2020 een vermogen van €63.000. Aan het eind van het jaar is dit gestegen tot €68.000. De belastingdienst heeft haar fictieve rendement vastgesteld op €684. In werkelijkheid was haar rendement €900. De vermogensrendementsheffing is 30%. Hoeveel belasting betaalt Sihem in box 3 voor het jaar 2020?
A
(68.000 - 63.000) x 0,3 = €1.500
B
63.000 x 0,3 = €18.900
C
684 x 0,3 = €205,20
D
900 x 0,3 = €270

Slide 12 - Quizvraag

Hoe wordt het fictief rendement berekend?
schijf
vermogen 1 jan.
spaardeel (rendement 0,1%)

beleggingsdeel
(rendement 5%)
gemiddeld fictief rendement
0
0 - 30.000
n.v.t.
n.v.t.
n.v.t.
1
30.001 - 100.000
67%
33%
0,67 x 0,1% + 0,33 x 5% = 1,717%
2
100.000 - 1.000.000
21%
79%
0,21 x 0,1% + 0,79 x 5% = 3,971%
3
 meer dan 1.000.000 
0%
100%
5%
Het tarief in box 3 is 30%, dus je betaalt 30% van het totale fictieve rendement in schijf 1, 2 en 3.

Slide 13 - Tekstslide

Sophia heeft op 1 januari een vermogen van €125.000. Bereken haar vermogensrendementsheffing (tarief is 30%) met behulp van de tabel.
schijf
vermogen 1 jan.
spaardeel (rendement 0,1%)

beleggingsdeel
(rendement 5%)
gemiddeld fictief rendement
0
0 - 30.000
n.v.t.
n.v.t.
n.v.t.
1
30.001 - 100.000
67%
33%
0,67 x 0,1% + 0,33 x 5% = 1,717%
2
100.000 - 1.000.000
21%
79%
0,21 x 0,1% + 0,79 x 5% = 3,971%
3
 meer dan 1.000.000 
0%
100%
5%

Slide 14 - Open vraag

Antwoord opgave Sophia
In schijf 0 valt 30.000 (daarover betaalt Sophia niets).
In schijf 1 valt: 100.000 - 30.000 = €70.000.
Het fictief rendement in schijf 1 is: 70.000 x 0,01717 = €1.201,90.
In schijf 2 valt: 125.000 - 100.000 = €25.000.
Het fictief rendement in schijf 2 is: 25.000 x 0,03971 = €992,75.

De VRH is: 0,3 x (1.201,90 + 992,75) = €658,40.

Slide 15 - Tekstslide

Aan de slag!

Maken t/m 5.19

Slide 16 - Tekstslide