Woordenboekles

1 / 25
volgende
Slide 1: Tekstslide
EngelsMiddelbare schoolvmbo b, kLeerjaar 3,4

In deze les zitten 25 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 70 min

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Wat kun je in een
woordenboek vinden?

Slide 2 - Woordweb

Leerdoelen
1. Ik kan een woordenboek snel en nauwkeurig gebruiken om woorden op te zoeken.
*Leerdoelen zijn RTTI geformuleerd (in leerlingentaal).

Slide 3 - Tekstslide

Woordenboek lezen
1. Het woord dat je moet opzoeken.

2. De uitspraak van het woord.
3. Aantal woordsoorten, in dit geval 2.
4. Woordsoort,
zoals bijvoorbeeld zelfstandig nw, werkwoord...

5. Hier vul je het woord in dat je hebt opgezocht.

6. Voorbeelden in het Engels worden schuingedrukt. 

Slide 4 - Tekstslide

Hoe gebruik je een woordenboek? 
Tips:
- De woorden staan op alfabetische volgorde.
- Gebruik de gidswoorden boven aan. Deze geven het 1e woord en het laatste woord van die pagina aan en helpen je beter zoeken naar het woord.
- Bedenk welke vertaling het meest logisch in de zin is.
- Zoek naar de stam van het woord: zie volgende pagina.

Slide 5 - Tekstslide

Stam van het woord

It was extremely cold outside.  > stam = extreme
She loved her new phone.           > stam = love
That is unfair.                                     > stam = fair
They are talking too much.          > stam = talk
We went home after class            > stam = go


Slide 6 - Tekstslide

Guess the word!
Probeer het woord te raden, voordat je het woordenboek erbij pakt!
Je kan de betekenis soms uit een zin halen, of het woord lijkt op een Nederlands woord.

Slide 7 - Tekstslide

Controlevragen
A
a.
B
b.
C
c.
D
d.

Slide 8 - Quizvraag

1
2
3
4
5
6
7
8
9
airport
ahead
afternoon
abominable
astronomy
abandon
agency
airship
astonishing

Slide 9 - Sleepvraag

Wat is de stam van het volgende woord:
"considered"

Slide 10 - Open vraag

Wat is de stam van het volgende woord:
"accurately"

Slide 11 - Open vraag

Woordenboek: Stappenplan

1) Bekijk eerst of je de betekenis kunt raden door de andere woorden.
2) Bekijk of het woord op een ander woord lijkt.
3) Zoek het basiswoord. (slow ipv slowly, walk ipv walked)
Let op: Er staan vaak meerdere betekenissen.
Oefen met het woordenboek als je gaat voorbereiden voor je leestoets / examen.

Slide 12 - Tekstslide

Zoek de betekenis op van het woord:
"Ludicrously"

Slide 13 - Open vraag

Zoek de betekenis op van het woord:
"Massively"

Slide 14 - Open vraag

Zoek de betekenis op van het woord:
"Clamp down"

Slide 15 - Open vraag

Zoek de betekenis op van het woord:
"To provide"

Slide 16 - Open vraag

Zoek de betekenis op van het woord:
"punished"

Slide 17 - Open vraag

Zoek de betekenis op van het woord:
"Desirable"

Slide 18 - Open vraag

Zoek de betekenis op van het woord:
"Counterfeit"

Slide 19 - Open vraag

Woordenboek Race
Wie kan er als eerste de betekenis vinden van deze woorden?

Slide 20 - Tekstslide

Nabespreking

Slide 21 - Tekstslide

Begrippen uit deze les

Slide 22 - Tekstslide

Begrippen uit deze les

Slide 23 - Tekstslide


Schrijf 3 dingen op die
je deze les hebt geleerd

Slide 24 - Open vraag


Stel 1 vraag over iets dat je
deze les nog niet zo goed hebt begrepen

Slide 25 - Open vraag