cursus 5.1

Cursus 5.1: Voor de oorlog
1 / 29
volgende
Slide 1: Tekstslide
Mens & MaatschappijMiddelbare schoolmavoLeerjaar 2

In deze les zitten 29 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 3 videos.

Onderdelen in deze les

Cursus 5.1: Voor de oorlog

Slide 1 - Tekstslide

Wat weet jij van de Eerste Wereldoorlog?

Slide 2 - Woordweb

Slide 3 - Tekstslide

De Eerste Wereldoorlog
De Eerste Wereldoorlog had veel oorzaken. Hieronder de belangrijkste oorzaken:
  • Sterk nationalisme: trots op eigen vaderland
  • Opkomst modern imperialisme
  • Militarisme: sterk groeiende militaire macht in de Europese landen
  • Oude conflicten leven op. 
  1. Noem een voorbeeld van nationalisme.
  2. Wat is modern imperialisme?

Slide 4 - Tekstslide

Bondgenootschappen
Bondgenoot: Persoon of land waarmee je samenwerkt om een bepaald doel te bereiken. Meestal gaat het om militaire samenwerking (kleine zwakke landen zoeken meestal bescherming bij een grotere staat).

Slide 5 - Tekstslide

Aanleiding WOI
Aanleiding WOI:
28 juni 1914: Frans-Ferdinand (de troonopvolger van Oostenrijk-Hongarije) en zijn vrouw Sophie brachten een staatsbezoek aan Sarajevo. Ze werden vermoord door de Servische nationalistische beweging.

Slide 6 - Tekstslide

Slide 7 - Tekstslide

4

Slide 8 - Video

02:16
Frankrijk
Rusland
Duitsland
Oostenrijk-Hongarije
Italië
Engeland
Centralen
Geallieerden

Slide 9 - Sleepvraag

04:15
Welke oorzaken van WOI speelden een belangrijke rol bij het uitbreken van de Eerste Wereldoorlog?
A
nationalisme
B
modern imperialisme
C
militarisme
D
bondgenootschappen

Slide 10 - Quizvraag

06:22
Hoe heet het Duitse aanvalsplan?
A
Blitzkrieg
B
Centralen
C
Von Schlieffenplan

Slide 11 - Quizvraag

08:49
De Eerste wereldoorlog was een totale oorlog (een oorlog waarbij de hele bevolking moet meedoen). Hoe zag je dat net in de film?

Slide 12 - Open vraag

Zandzakken waren gevuld met aarde en modder, en waren bedoeld om de soldaten te beschermen
In het begin van de oorlog waren de rantsoenen nog wel redelijk, maar naarmate de oorlog langer duurde, was er ook steeds minder (goed) eten.
Als de soldaten niet hoefden te vechten, speelden ze bijvoorbeeld met kaarten.
Behalve de vijand hadden de soldaten veel last van ongedierte, zoals ratten en vlooien. Sommige soldaten kwamen de tijd tussen de gevechten door met het doden van ratten.
Honden hielden de soldaten niet alleen gezelschap, ze bezorgden ook boodschappen tussen de verschillende loopgraven.
Soldaten konden vaak alleen maar overdag slapen, omdat 's nacht een goed moment was om de loopgraven van de vijanden te bespioneren. 
Met een periscoop konden de soldaten de vijand bekijken, zonder grote risico's te nemen. Een periscoop werkt met spiegels.
Er zijn duizenden brieven en dagboeken van soldaten uit de Eerste Wereldoorlog bewaard gebleven. Dit zijn tegenwoordig belangrijke en waardevolle bronnen.
Voor de veiligheid van de soldaten waren de loopgraven in zigzag-vorm.
Tussen de Noordzee en de Zwitserse grens (Westfront) wordt 40.000km aan loopgraven aangelegd.
Het gebied tussen de loopgraven wordt in vier jaar tijd compleet omgeploegd. Er ontstaat een niemandsland.
360˚ video van een loopgraaf
Tijdens de video kun je alle kanten opkijken! Probeer het maar eens uit!
Op wacht staan was één van de belangrijkste taken die je kon krijgen. Op het in slaap vallen tijdens de wacht stonden zeer zware straffen.
Behalve vechten en wacht houden, waren er nog genoeg andere vervelende klusjes in een loopgraaf, zoals zandzaken bijvullen, prikkeldraad repareren of het leegmaken van de latrines (wc's)

Slide 13 - Tekstslide

Na de Eerste Wereldoorlog
Duitsland word gezien als grote verliezer van de Eerste Wereldoorlog.
==> Straf wordt opgenomen in het Verdrag van Versailles:
  • Herstelbetalingen aan Frankrijk, Groot-Brittanië en VS: 132 miljard goudmark
  • Gebieden afstaan:
  • - Alle kolonies
  • - Grote gebieden aan Polen
  • - Elzas-Lotharingen terug geven aan Frankrijk
  • Dienstplicht werd afgeschaft
  • Maximaal beroepsleger van 100.000 man

Slide 14 - Tekstslide

Zet de volgende gebeurtenissen uit 1923 over de bezetting van het Ruhrgebied. (tekst crisis in Duitsland (blz. 55)
1
2
3
4
5
Duitsland kan herstelbetalingen niet meer betalen

Duitse regering laat arbeiders van Ruhrgebied staken

Inflatie

Regering betaalt stakers door geld bij te laten drukken

Frankrijk bezet het Ruhrgebied

Slide 15 - Sleepvraag

bezetting Ruhrgebied

Slide 16 - Tekstslide

hyperinflatie Duitsland

Slide 17 - Tekstslide

1

Slide 18 - Video

03:46
1
2
3
4
5
6
7
Begin 20ste eeuw grote welvaart in de VS
Veel mensen kopen spullen en aandelen met geleend geld
De markt raakt verzadigd (mensen hebben voldoende spullen) en kopen geen spullen meer. 
fabrieken ontslaan mensen of moeten zelfs sluiten
Aandelen worden minder waard. 
Mensen verkopen snel de aandelen
start economische crisis

Slide 19 - Sleepvraag

Slide 20 - Tekstslide

Crisis in Duitsland
Bevolking Duitsland ontevreden over regering
  • Werkloosheid
  • armoede

Hitler met NSDAP  ==> inspelen op ontevredenheid:
  • Verdrag van Versailles was niet goed
  • Schuld van de problemen:
  • - Joden
  • - Regering
  • Hij beloofd een einde te maken aan werkeloosheid en armoede

  1. Waarvoor staat NSDAP?
  2. Hoe noemen we de volgers van Hitler?

Slide 21 - Tekstslide

4

Slide 22 - Video

05:05
1. Wat was de mening van Hitler over de Eerste Wereldoorlog?
2. Hitler dacht niet goed over de Joden, hoe kwam dat in het fragment net terug?

Slide 23 - Tekstslide

07:11
Hoe probeert Hitler aan de macht te komen?

Slide 24 - Open vraag

07:53
Hoe speelt Hitler in op de problemen in Duitsland?

Slide 25 - Open vraag

11:00
1. Wie zijn grote tegenstanders van Hitler?
2. Wie helpen Hitler om aan de macht te blijven?

Slide 26 - Tekstslide

Duitsland wordt een dictatuur
Nadat Hitler rijkskanselier is geworden verbiedt hij alle andere politieke partijen ==>  Duitsland wordt een dictatuur en Hitler is de führer.
Hitler vindt dat alle Duitsers één volk zijn en in één land moesten wonen
  • 1938: Oostenrijk wordt deel van Duitsland
  • 1938: westelijk deel van Tjecho-Slowakije wordt ingelijfd
  • Later werd heel Tjecho-Slowakije ingelijfd.
  • 1 september 1939: Duitse in val in Polen ==> start Tweede Wereldoorlog

Slide 27 - Tekstslide

Schrijf 3 dingen op die je deze les hebt geleerd.

Slide 28 - Open vraag

Stel 1 vraag over iets dat je nog niet zo goed hebt begrepen.

Slide 29 - Open vraag