Trappen van vergelijking

Trappen van vergelijking
  • vergrotende trap
  • overtreffende trap 
  • vergelijkende trap
   
1 / 31
volgende
Slide 1: Tekstslide
FransMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 4

In deze les zitten 31 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Trappen van vergelijking
  • vergrotende trap
  • overtreffende trap 
  • vergelijkende trap
   

Slide 1 - Tekstslide

Welk Franse woord gebruik je om aan te geven dat iets "meer" is?
A
Plus
B
Moins
C
Aussi
D
Que

Slide 2 - Quizvraag

Welk Franse woord gebruik je om aan te geven dat iets "minder" is?
A
Plus
B
Moins
C
Aussi
D
Que

Slide 3 - Quizvraag

Welk Franse woord gebruik je om aan te geven dat iets "even.." is?
A
Plus
B
Moins
C
Aussi
D
Que

Slide 4 - Quizvraag

Hoe vertaal je het woordje 'dan' naar het Frans in de zin:
Piet is groter dan Jan.

Slide 5 - Open vraag

Vergelijkingen

X is ... er dan Y                      =         plus ... que         +
X is even ... als Y                  =         aussi ... que       =
X is minder ... dan Y           =         moins ... que     -



Slide 6 - Tekstslide

Pim is mooier dan Max
A
Pim est plus beau que Max
B
Pim est aussi beau que Max
C
Pim est moins beau que Max
D
x

Slide 7 - Quizvraag

Pim is even mooi als Max
A
Pim est plus beau que Max
B
Pim est aussi beau que Max
C
Pim est moins beau que Max
D
x

Slide 8 - Quizvraag

Pim is minder mooi dan Max
A
Pim est plus beau que Max
B
Pim est aussi beau que Max
C
Pim est moins beau que Max
D
x

Slide 9 - Quizvraag

Miranda is even mooi als Diana
A
Miranda est plus beau que Diane
B
Miranda est plus belle que Diana
C
Miranda est moins belle que Diana
D
Miranda est aussi belle que Diana

Slide 10 - Quizvraag

Marie en Eva zijn mooier dan Eline
A
Marie et Eva sont plus belles qu'Eline
B
Marie et Eva sont aussi belles qu'Eline
C
Marie et Eva sont moins belles qu'Eline
D
Marie et Eva sont plus beaux qu'Eline

Slide 11 - Quizvraag

Pim en Max zijn minder mooi dan Nick en Tom
A
Pim et Max sont plus beaux que Nick et Tom
B
Pim et Max sont aussi beaux que Nick et Tom
C
Pim et Max sont moins beaux que Nick et Tom
D
Pim et Max sont moins beau que Nick et Tom

Slide 12 - Quizvraag

Marc is ouder dan Marie
A
Marc est plus vieux que Marie
B
Marc est aussi vieux que Marie
C
Marc est moins vieux que Marie
D
Marc est plus vieille que Marie

Slide 13 - Quizvraag

Mare is even oud als Vivianne
A
Mare est plus vieille que Vivianne
B
Mare est aussi vieille que Vivianne
C
Mare est moins vieille que Viviane
D
Mare est aussi vieux que Vivianne

Slide 14 - Quizvraag

Eva en Marc zijn minder oud dan wij
A
Eva et Marc sont plus vieux que nous
B
Eva et Marc sont aussi vieux que nous
C
Eva et Marc sont moins vieux que nous
D
Eva et Marc sont moins vieilles que nous

Slide 15 - Quizvraag

Hoe maak je in het Frans de overtreffende trap?
Bv de grootste / de knapste
A
Plus + bijvoeglijk naamwoord
B
Super + bijvoeglijk naamwoord
C
Le/La/Les plus + bijvoeglijk naamwoord
D
Moins + bijvoeglijk naamwoord

Slide 16 - Quizvraag

Zet (grand) in de overtreffende trap -
Paul est (de grootste) garçon de la classe

Slide 17 - Open vraag

Zet (cher) in de overtreffende trap
Sa maison est (het duurste) du village.

Slide 18 - Open vraag

Zet (petit) in de overtreffende trap
Eva est (het kleinst) de mes copines.

Slide 19 - Open vraag

Slide 20 - Tekstslide

Slide 21 - Tekstslide

Ce restaurant est ______________ de la France. (het beste)
A
le plus bon
B
le plus super
C
plus meilleur
D
le meilleur

Slide 22 - Quizvraag

Zet het bijvoeglijk naamwoord in de overtreffende trap - de hoogste
Ces deux bâtiments (m;mv) sont .... de la ville. (haut)

Slide 23 - Open vraag

Zet het bijvoeglijk naamwoord in de overtreffende trap - de mooiste
Ce sont ... chansons (v;mv) de Lady Gaga. (beau)

Slide 24 - Open vraag

het bijvoeglijk nw. 
- vorm en plaats van 
   het bijvoeglijk naamwoord

Slide 25 - Tekstslide

de vorm van 't bijvoeglijk naamwoord
Het bijv. nw. in het woordenboek, is de vorm die mannelijk e.v. is.
Om het vrouwelijk te maken, moet je daaraan een E toevoegen. Het meervoud maak je door er een S achter te zetten. Als een woord vrouwelijk meervoud is, hoort er ES bij.

bv. :   le garçon idiot          (mnl e.v.)
           la fille idiot              (vrl. e.v.)
           les garçons idiots   (mnl. mv)
           les filles idiotes        (vrl m.v.)

Slide 26 - Tekstslide

Slide 27 - Tekstslide

de trappen van vergelijking
Zet in de vergrotende trap:

1.  Le père sympa 
2. Le petit frère 
3. Le mur orange 
4. Les enfants calmes 

Slide 28 - Tekstslide

de trappen van vergelijking
Zet in de overtreffende trap:

1.  Le père sympa 
2. Le petit frère joue 
3. Le mur orange 
4. Les enfants calmes

Slide 29 - Tekstslide

de trappen van vergelijking
Zet in de vergrotende trap: / de Antwoorden

1.  Le père  plus sympa  
2. Le plus petit frère 
3. Le mur plus orange 
4. Les enfants plus calmes

Slide 30 - Tekstslide

de trappen van vergelijking
Zet in de overtreffende trap: / de Antwoorden

1.  Le père le plus sympa 
2. Le plus petit frère 
3. Le mur le plus orange 
4. Les enfants les plus calmes

Slide 31 - Tekstslide