ch 5 Mon temps libre cours 30 05 2024 V1A

1 / 17
volgende
Slide 1: Tekstslide
FransMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 1

In deze les zitten 17 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Devoirs, pour
jeudi, 30 mai
groene bloc 30 C + bloc 31 A en blz 43 bloc H = grammatica bijvoeglijknaamwoord



Faire: exercices: 30 A, B, D, E !!! check

Slide 2 - Tekstslide

Programme pour jeudi,  30  mai

- révison devoirs
- bloc H - grammaire
- décrire une personne
- projet immeuble

Slide 3 - Tekstslide

  • Jij kunt iemand beschrijven 
  • jij kent de algemene regel van het bijvoeglijknaamwoord

Slide 4 - Tekstslide

Wat weet je nog over het bijvoeglijk naamwoord i/h Frans

Slide 5 - Open vraag

Grammaire bloc H
Wat vul je in op de lijntjes?
Rood = rouge

Il a un sac à dos rouge
Il a une tente  rougee
Il a des sacs à dos rouges
Il a des  tentes rougees
!!!!!Dus; als het bijv nw al eindigt op een -e komt er geen extra e bij.

Slide 6 - Tekstslide

Grammaire bloc H
Wat vul je in op de lijntjes?
grijs = gris

Il a un sac à dos _______
Il a une tente _______
Il a des sacs à dos _______
Il a des  tentes _________
Bij mannelijk zelfstandig naawoord blijft  gris hetzelfde geen dubbele s

Slide 7 - Tekstslide

Herhaling: bloc H
Uitzonderingen: beau/belle, nouveau/nouvelle, vieux/vieille


ml ev
vl ev
ml mv
vl mv
mooi
beau
belle
beaux
belles
nieuw
nouveau
nouvelle
nouveaux
nouvelles
oud
vieux
vieille
vieux
vieilles

Slide 8 - Tekstslide

Zet het woord tussen haakjes in de goede vorm. Schrijf alleen dat woord op.
Ma soeur est _____ (petit)

Slide 9 - Open vraag

Zet het woord tussen haakjes in de goede vorm. Schrijf alleen dat woord op.
Les profs sont _____ (méchant)

Slide 10 - Open vraag

Zet het woord tussen haakjes in de goede vorm. Schrijf alleen dat woord op.
Mon grand-père est _____ (vieux)

Slide 11 - Open vraag

Zet het woord tussen haakjes in de goede vorm. Schrijf alleen dat woord op.
Les filles sont _____ (beau)

Slide 12 - Open vraag

Zet het woord tussen haakjes in de goede vorm. Schrijf alleen dat woord op.
Victor en Marc sont _____ (nouveau)

Slide 13 - Open vraag

Zet het woord tussen haakjes in de goede vorm. Schrijf alleen dat woord op.
la _____ (mauvais) note

Slide 14 - Open vraag


Slide 15 - Open vraag

Slide 16 - Tekstslide

Expression orale
  • Gijs/Loek
  • Jens/Dave/Alfin
  • Jaap/Thieme


Slide 17 - Tekstslide