Test

QuizTest
Een testquiz
1 / 17
volgende
Slide 1: Tekstslide
MuziekBasisschoolGroep 1

In deze les zitten 17 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.

time-iconLesduur is: 15 min

Onderdelen in deze les

QuizTest
Een testquiz

Slide 1 - Tekstslide

Wie hoor je hier?
Vraag 1
A
Son Mieux
B
Revolverheld
C
DJ hardwell
D
Adele

Slide 2 - Quizvraag

Slide 3 - Video

Welk land vertegenwoordigde de vorige zangeres?
A
Georgië
B
Servië
C
Moldavië
D
Armenië

Slide 4 - Quizvraag

Over welke 'meid' wordt hier tweemaal gezongen?

Slide 5 - Open vraag

Welke zanger hoort bij welke band?
Imagon Dragons

Editors
Basttille

Slide 6 - Sleepvraag

3

Slide 7 - Video

00:04
Veel sporten komen voor in deze clip maar welke niet?
A
Basketbal
B
Voetbal
C
American footbal
D
Honkbal

Slide 8 - Quizvraag

00:48
Welk dier komt zo in beeld?
A
Hond
B
Tijger
C
Gorilla
D
Kat

Slide 9 - Quizvraag

01:04
Vangt hij de bal?
A
Ja, natuurlijk
B
Nee, natuurlijk niet

Slide 10 - Quizvraag

Wat is het verschil tussen chartaal en giraal geld?
A
Chartaal geld is alleen munten, giraal geld is alleen bankbiljetten.
B
Chartaal geld is fysiek zoals munten en bankbiljetten, giraal geld is digitaal.
C
Chartaal geld is digitaal, giraal geld is fysiek.
D
Chartaal geld is virtueel, giraal geld is tastbaar.

Slide 11 - Quizvraag

Wat valt onder chartaal geld?
A
Beleggingen en aandelen.
B
Munten en bankbiljetten.
C
Creditcards en betaalpassen.
D
Digitale betalingen via een bankrekening.

Slide 12 - Quizvraag

Wat is een voorbeeld van giraal geld?
A
Sparen op een bankrekening.
B
Betalingen via een pinpas.
C
Contant geld in je portemonnee.
D
Cryptocurrencies zoals Bitcoin.

Slide 13 - Quizvraag

Onveilige producten

Producten kunnen gevaarlijk zijn voor je gezondheid.
Consumenten worden daartegen beschermd door:

  • de Warenwet: 
      verbiedt verkoop onveilige producten
  • de Wet productaansprakelijkheid: 
      fabrikant aansprakelijk voor gevolgschade


 H2.2 aantekening

Slide 14 - Tekstslide

Wat is het voltooide deelwoord van het werkwoord 'lopen'?
A
geloopt
B
loopt
C
gelopen
D
lopend

Slide 15 - Quizvraag

Welk woord is het voltooide deelwoord van 'drinken'?
A
gedronken
B
drinkend
C
drinkt
D
drank

Slide 16 - Quizvraag

Wat is het voltooide deelwoord van het werkwoord 'schrijven'?
A
schrijvend
B
geschreven
C
schreven
D
schrijft

Slide 17 - Quizvraag