present perfect vs past simple

• Engels
• Middelbare school

2h1 lesson 3

Grammar tenses:

Present Perfect

vs

Past Simple

To do:

1. Present Perfect vs Past Simple p. 75 tb

2. Practise grammar + handout

3. Check exercises handout

4. Check exercises 12 and 13 p. 14

Zin 1: Ik ben nu ergens anders werkzaam.

Zin 2: Ik ben nog op deze plek werkzaam.

Ik ben een  verleden tijd.

Ik ben een present perfect.

Ik ben een past simple.

I have worked here.

I worked here.

Ik ben een voltooide tijd.

Past simple

- Past simple = verleden tijd

- Gebeurtenis is in het verleden begonnen én afgerond!

- Er staat vrijwel altijd een tijdsbepaling in de zin: yesterday, a week ago, last year, when I was young... etc.

- Bij regelmatige werkwoorden: ww+ed
- Bij onregelmatige werkwoorden: 2e vorm (leren!)

Wat is de past simple?

1. tegenwoordige tijd
2. voltooide tijd
3. verleden tijd
4. toekomende tijd

Wanneer gebruik je de past simple?

1. Als iets vroeger begon en nu nog aan de gang is.
2. Als iets binnenkort gaat gebeuren.
3. Als iets een langere tijd bezig is.
4. Als iets is afgelopen.

Hoe ziet een past simple eruit bij regelmatige werkwoorden?

1. werkwoord+ed
2. 2e vorm gebruiken
3. 3e vorm gebruiken

Hoe ziet een past simple eruit bij onregelmatige werkwoorden?

1. werkwoord+ed
2. 2e vorm gebruiken
3. 3e vorm gebruiken

Welke zin staat in de past simple?

1. I left my house at 10 o'clock this morning.
2. I have locked myself out.

Present Perfect

- Present Perfect = voltooide tijd

- Gebeurtenis is in het verleden begonnen en nog steeds aan de gang!

- Praten over ervaringen of een link met het heden (resultatief).

- Signaalwoorden zijn: since, for, already, now.

- Bij regelmatige werkwoorden: have/has + ww+ed

- Bij onregelmatige werkwoorden: have/has + 3e vorm.

Wat is de present perfect?

1. tegenwoordige tijd
2. voltooide tijd
3. verleden tijd
4. toekomende tijd

Wanneer gebruik je de present perfect?

1. Als iets vroeger begon en nu nog aan de gang is.
2. Als iets binnenkort gaat gebeuren.
3. Als iets een langere tijd bezig is.
4. Als iets is afgelopen.

Hoe ziet een present perfect eruit bij regelmatige werkwoorden?

1. werkwoord + ed
2. have/has + 2e vorm
3. have/has + ww+ed
4. have/has + 3e vorm

Hoe ziet een present perfect eruit bij onregelmatige werkwoorden?

1. werkwoord + ed
2. have/has + 2e vorm
3. have/has + ww+ed
4. have/has + 3e vorm

Welke zin staat in de present perfect?

1. I have locked myself out of the house.
2. I went to school yesterday.
3. My mom has broke a vase in the afternoon.
4. My mom and I were angry at each other.