MTH DA3 - week 37 - ECG, injecteren en toedieningsvormen

• MTH
• MBO
• Studiejaar 3

Medisch technisch handelen

                             BOL DA3 - periode 2 - les 2 (week 48)

Lesindeling

Welkom!

Terugblik vorige les; RR/EAI 

ECG, Injecteren, toedieningswegen

Herhaling vorige les

• Wat meet je bij een RR/EAI?
• Wat check je voorafgaand aan de meting?
• Hoe bereken je de uitslag bij de EAI?

ECG - toedieningswegen/vormen - injecteren

Leervragen n.a.v. van voorbereiding

ECG

• 12 afleidingen met 10 elektrodes
• Doorgemaakt hartinfarct, hartfalen en ritmestoornissen (tijdens ECG) vaststellen 
• Holter: draagbaar, 24 uur hartactiviteit --> dagelijkse ritmestoornissen, collaps
• On-eventrecorder: korte opname, geen lange geheugenfunctie, bijv. bij klachten. --> incidentele ritmestoornissen

Injecteren

• Voorbehouden handeling wet BIG > 2 voorwaarden
• Desinfectie bij verminderde weerstand
• Prikaccident

Toedieningswegen

1. Lokale toediening

• Zalf(vetten) - creme (vet en water)
• Oordruppels (otoguttae)
• Oogdruppels (oculoguttae) > minim 
• Oogzalf (oculentum)
• Vaginaaltablet (ovule)
• Vaginaaltampon
• Vaginaalcreme 

Toedieningswegen

1. Lokaal in de longen

• Aerosolen (inhalatiesprays) - autohaler en voorzetkamer -- baby 0-1 jaar, kind 1-4 jaar. 
• Poederinhalator - mond spoelen
• Vernevelapparatuur - verdunnen met NaCl

Toedieningswegen

1. Systemische toediening

• Oraal (zie toedieningsvormen in H4.2)
• Rectaal  (zie toedieningsvormen in H4.2)
• Parenteraal (injecteren)

Oefenvragen KTB/cumlaude

Volgende week

• MTH boek: H6.4 - wat doe je bij welke ingreep?
•  Praktijksituatie (Casus) + 3 oefenvragen