5.3 Versneld - eenparig - vertraagd

Hoofdstuk 5: Beweging
1 / 26
volgende
Slide 1: Tekstslide
Natuurkunde / ScheikundeMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 2

In deze les zitten 26 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Hoofdstuk 5: Beweging

Slide 1 - Tekstslide

Programma
  • Terugblik 5.2
  • Leerdoelen
  • Uitleg paragraaf 5.3
  • aan de slag

Slide 2 - Tekstslide

Je ziet hiernaast een plaats,tijd-diagram van een
eenparige beweging.
Wat is de snelheid van het voertuig waar deze
grafiek over gaat?
A
50 m/s
B
5 m/s
C
50 km/h
D
5 km/h

Slide 3 - Quizvraag

Sleep de juiste vakken bij elkaar.
60 km/h
0,94 m/s
22,2 s
170 km
13,3 min
45 km
45 min
4,5 km
80 min
200 m
9 m/s
2 uur
85 km/h
20 km
90 km/h

Slide 4 - Sleepvraag

Allard fietst weg bij een stoplicht.
Na een tijdje bereikt hij zijn topsnelheid van 32 km/h.
Wat is zijn gemiddelde snelheid?
A
32 km/h
B
4,4 m/s
C
64 km/h
D
8,9 m/s

Slide 5 - Quizvraag

Bij de grootheden 'afstand' , 'tijd' , en 'snelheid' horen verschillende eenheden. 
Voorbeeld:  bij de grootheid 'temperatuur' hoort de eenheid 'graden Celsius'.
Zet de juiste grootheden en eenheden bij elkaar.
km/h
of
m/s
km
of
m
h
of
s
Snelheid
Afstand
Tijd

Slide 6 - Sleepvraag

Bij berekeningen over snelheid gebruiken we symbolen.
Wat is het symbool voor de grootheid "afstand"?
A
s
B
v
C
t
D
m/s

Slide 7 - Quizvraag

Johan fietst met een snelheid van 7,5 m/s. Hoeveel km/h is dat?

Slide 8 - Open vraag

Een sprinter loopt de 100 m in 10,8 s.
gevraagd: wat is de gemiddelde snelheid in km/h.

Slide 9 - Open vraag

Welke grafiek geeft een constante snelheid weer?
A
A
B
B
C
C
D
D

Slide 10 - Quizvraag

Welke grafiek geeft een vertraagde beweging weer?
A
A
B
B
C
C
D
D

Slide 11 - Quizvraag

Welke grafiek geeft een versnelde beweging weer?
A
B
C
D

Slide 12 - Quizvraag

Wat voor beweging is grafiek D?
A
een versnelde beweging
B
een constante beweging
C
een vertraagde beweging
D
geen beweging, het object staat stil

Slide 13 - Quizvraag


Wat voor soort beweging is in deel A van de grafiek getekend ?
A
Eenparige (constante) beweging
B
Eenparig versnelde beweging
C
Eenparig vertraagde beweging
D
Stilstand

Slide 14 - Quizvraag


Wat voor soort beweging is in deel B van de grafiek getekend ?
A
Eenparige (constante) beweging
B
Eenparig versnelde beweging
C
Eenparig vertraagde beweging
D
Stilstand

Slide 15 - Quizvraag

Wat is de afstand die de wandelaar in 6 seconden heeft afgelegd?
A
21 m
B
13,1 m
C
10,5 m
D
het is een (v,t)-diagram dus de afstand is niet te berekenen

Slide 16 - Quizvraag

Sleep het diagram steeds naar de naam van de bijbehorende beweging.
eenparige beweging
vertraagde beweging
versnelde beweging

Slide 17 - Sleepvraag

Sleep het diagram steeds naar de naam van de bijbehorende beweging.
eenparige beweging
vertraagde beweging

Slide 18 - Sleepvraag

Lesdoelen
De leerlingen kennen de 3 soorten bewegingen (versneld, vertraagd, eenparig) en kunnen deze herkennen
De leerlingen kunnen bij elke beweging een st- en vt-diagram tekenen. 
De leerling kent het verschil tussen een xt- en st-diagram

Slide 19 - Tekstslide

3 soorten bewegingen
  • De versnelde beweging:
- Bij deze beweging wordt de snelheid steeds groter.
- Elke seconde wordt er meer afstand afgelegd.
  • De eenparige beweging (constant): 
- Bij deze beweging blijft de snelheid constant (gelijk)
- Elke seconde wordt er dezelfde afstand afgelegd.
  • De vertraagde beweging
- Bij deze beweging wordt de snelheid steeds kleiner.
- Elke seconde wordt er minder afstand afgelegd
Aantekening

Slide 20 - Tekstslide

Versnelde beweging
Per seconde wordt een steeds
grotere afstand afgelegd

Slide 21 - Tekstslide

Eenparige beweging
Per seconde wordt steeds 
dezelfde afstand afgelegd

Slide 22 - Tekstslide

Vertraagde beweging
Per seconde wordt een steeds 
kleinere afstand afgelegd

Slide 23 - Tekstslide

st- en vt-diagrammen
Elke beweging heeft zijn eigen bijpassende grafiek. Aan de grafiek kun je dus al zien om wat voor een beweging het gaat. 

Let goed op als je een grafiek bekijkt of zelf maakt, dat je kijkt naar wat er langs de assen staat: afstand (s) tijd (t) of snelheid (v) tijd (t). 

Slide 24 - Tekstslide

Verschil xt- en st-diagram
Een xt-diagram is een plaats tijd diagram. Een st-diagram is een afstand tijd diagram.

Het verschil is dat je bij een plaats tijd diagram altijd kijkt naar de plek waar je bent begonnen. Een xt-diagram kan dus ook in de min.

Bij een afstand tijd diagram kijk je naar de afgelegde afstand, ongeacht hoe je bent gelopen. Deze gaat dus nooit naar beneden

Slide 25 - Tekstslide

Huiswerk 
Maak paragaaf 5.3
- Zorg dat je de uitleg nog een keer bekijkt als je er niet uitkomt.
- Kijk de vragen na.
- Veel fout? Noteer waar het fout ging (rekenwerk, nauwkeurigheid, lezen, niet begrepen)
- Veel goed? Fijn! Doel voor deze week gehaald

Slide 26 - Tekstslide