Les 3: kijken en luisteren (b5.16/ k5.16)

Hallo allemaal
- Berg je telefoon op in de tas en ga op je plaats zitten
- Ipad en leesboek op tafel



timer
0:30
1 / 15
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo b, kLeerjaar 1

In deze les zitten 15 slides, met tekstslides.

Onderdelen in deze les

Hallo allemaal
- Berg je telefoon op in de tas en ga op je plaats zitten
- Ipad en leesboek op tafel



timer
0:30

Slide 1 - Tekstslide

Lezen
timer
10:00

Slide 2 - Tekstslide

Als het goed is heb je deze in je ebook (leermiddelen Nederlands) gemaakt, zo niet dan leg je de opdrachten in je schrift open op je tafel voor controle.

B: blok 5, over taal, §5.12, opdracht 26, 28, 29
K: blok 5, over taal, §5.12, opdracht 25, 26, 27

timer
3:00

Slide 3 - Tekstslide

Lesdoelen 
- Ik kan het onderwerp van een tekst benoemen 
- Ik kan een overtuigende tekst herkennen
B: blok 5, §5.16, blz 218
K: blok 5, §5.16, blz 252

Slide 4 - Tekstslide

2.5: grammatica
korte terugblik
Welke spreekdoelen herinner je je nog van voorgaande blokken?

Slide 5 - Tekstslide

Onderwerp en spreekdoelen
Net als leesteksten hebben ook televisieprogramma’s een onderwerp. Je kunt vaak in één woord of een paar woorden zeggen waar het over gaat. Daarnaast hebben televisieprogramma’s net als teksten ook een doel. Je kijkt naar een grappige serie om jezelf te amuseren. Of je kijkt naar het journaal om jezelf te informeren. Tussendoor zie je reclames waarin ze je proberen over te halen iets te kopen. Sommige programma’s kunnen ook uitleg geven of overtuigen.

Slide 6 - Tekstslide

Slide 7 - Tekstslide

Opdracht 
We bekijken eerst 2 fragmenten. Daarna maken we wat vragen, schrijf je antwoord op een blaadje. Dit mag je in tweetallen doen. 

Slide 8 - Tekstslide

vragen bij de fragementen
1. Schrijf in één woord op wat het onderwerp is van beide fragmenten.

2. Stel je voor: jij en je familie gaan in een groter huis wonen. Aan welk fragment heb je dan het meest? Aan fragment 1 of 2?

3. Welk spreekdoel pas het best bij dat fragment?
   a. uitleg geven
   b. informeren
   c. overhalen

4. Waar moet je op letten als je een plasmascherm vervoert?

timer
3:00

Slide 9 - Tekstslide

Antwoorden
1. verhuizen
2. fragment 1
3. Spreekdoel = a. uitleg geven.
4. Een plasmascherm moet altijd rechtop vervoerd worden.

Slide 10 - Tekstslide

Spreekdoel - overtuigen
Als je ergens een duidelijke mening over hebt, wil je graag dat anderen het met je eens zijn. Je vindt bijvoorbeeld een serie op televisie leuk en je vrienden kennen die serie niet. Je probeert hen er dan van te overtuigen dat het een geweldige serie is. Je vertelt waar het over gaat en waarom je de serie zo goed vindt.

Slide 11 - Tekstslide

1. Wat wil de presentator de kijkers vertellen?
   a. Hij wil iets uitleggen
   b. Hij wil vertellen wat er is gebeurd
   c. Hij wil zijn mening geven

2. Welk spreekdoel past daarbij?
   a. informeren
   b. uitleg geven
   c. overtuigen

3. Wat voor soort film is het?
   a. Actiefilm
   b. Komische film
   c. Romantische film
Steek het juiste antwoord omhoog
bonusvraag: Wat is de mening van de presentator over de film?

Slide 12 - Tekstslide

Aan het werk
B: blok 5, spreken, kijken en luisteren, §5.16, opdracht 43, 46
K: blok 5, spreken, kijken en luisteren, §5.16, opdracht 43, 46

klaar? woorden oefen op studygo of lezen in je leesboek
niet klaar? dan is dit je huiswerk

Slide 13 - Tekstslide

Afsluiting 
Wat wil een spreken/ schrijver als het doel overtuigen is?

Slide 14 - Tekstslide

Huiswerk
B: blok 5, spreken, kijken en luisteren, §5.16, opdracht 43, 46
K: blok 5, spreken, kijken en luisteren, §5.16, opdracht 43, 46

Slide 15 - Tekstslide