Paragraaf 2.3 Helpen, waarom?

Helpen waarom? 
Paragraaf 2.3
1 / 38
volgende
Slide 1: Tekstslide
LevensbeschouwingMiddelbare schoolmavoLeerjaar 1

In deze les zitten 38 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 6 videos.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Helpen waarom? 
Paragraaf 2.3

Slide 1 - Tekstslide

Wat gaan we doen? 
  • Leerdoelen paragraaf 2.3 
  • Opdracht. 
  • Waarom helpen? 
  • De Barmhartige Samaritaan. 
  • Opdracht.  
  • Helpen in de verschillende geloven. 
  • Huiswerk.  

Slide 2 - Tekstslide

Opdracht
Stel je voor, jou gebeurd de volgende dingen, wat zou jij doen? 

Slide 3 - Tekstslide

Als er een vliegtuig neerstort waar jij in zit.

Slide 4 - Open vraag

Als er bij mist of gladheid een grote kettingbotsing is.

Slide 5 - Open vraag

Als er brand uitbreekt in een flatgebouw door kortsluiting.

Slide 6 - Open vraag

Als iemand in slaap valt, terwijl er kaarsen branden in de slaapkamer.

Slide 7 - Open vraag

Als een automobilist tegen een boom rijdt omdat hij teveel gedronken heeft.

Slide 8 - Open vraag

Als een hond plotseling de weg op rent.

Slide 9 - Open vraag

Als een spelend kind plotseling de weg op rent, terwijl jij erbij staat.

Slide 10 - Open vraag

Als je de bus mist en je komt te laat op school.

Slide 11 - Open vraag

Als je een kopje met hete thee uit je handen laat vallen en de thee komt op je benen.

Slide 12 - Open vraag

Slide 13 - Video

Opdracht
We doen de situaties opnieuw. Maar nu is er Superman!! Wat zou jij doen? 

Slide 14 - Tekstslide

Als er een vliegtuig neerstort waar jij in zit.

Slide 15 - Open vraag

Als er bij mist of gladheid een grote kettingbotsing is.

Slide 16 - Open vraag

Als er brand uitbreekt in een flatgebouw door kortsluiting.

Slide 17 - Open vraag

Als iemand in slaap valt, terwijl er kaarsen branden in de slaapkamer.

Slide 18 - Open vraag

Als een automobilist tegen een boom rijdt omdat hij teveel gedronken heeft.

Slide 19 - Open vraag

Als een hond plotseling de weg op rent.

Slide 20 - Open vraag

Als een spelend kind plotseling de weg op rent, terwijl jij erbij staat.

Slide 21 - Open vraag

Als je de bus mist en je komt te laat op school.

Slide 22 - Open vraag

Als je een kopje met hete thee uit je handen laat vallen en de thee komt op je benen.

Slide 23 - Open vraag

Leidt het bestaan van Superman op den duur tot gemakzucht?

Slide 24 - Open vraag

Lezen blz. 40: ‘Waarom eigenlijk?’
Wat is een sociaal motief?  
Je helpt elkaar als het nodig is, goed voor de maatschappij. 
 
Wie kan een voorbeeld van een sociaal motief bedenken?  

Slide 25 - Tekstslide

De krentenbollenexperiment
Jullie krijgen vijf krentenbollen. Gaat het de klas lukken om de hele klas daarin te laten delen.  
Het delen gaat als volgt: je scheurt een stukje van de krentenbol af en geeft dat aan je buurman of buurvrouw. Dat mag hij of zij opeten. Vervolgens doet je buurman of buurvrouw hetzelfde voor jou. Dan scheur je een stukje af voor degene die achter je zit. Vervolgens scheurt je achter buurvrouw of buurman een stukje af voor degene die naast hem of haar zit etc. Lukt het om de hele klas te laten delen in vijf krentenbollen? 

Slide 26 - Tekstslide

Lees bron 7. 

Slide 27 - Tekstslide

Slide 28 - Video

Waarom helpen? 
Sociaal motief: iemand niet zien lijden, dus je helpt. 
Religieus motief: iemand helpen omdat het in je geloof hoort.  


Slide 29 - Tekstslide

Slide 30 - Video

Christendom
Diaken: helpen van mensen die hulp nodig hebben.  
Bijvoorbeeld: Verslaafden, arme mensen, eenzame mensen.  
Niet alleen in Nederland.  
‘Het geld dat hierbij wordt ingezameld gaat naar de diaconie’ 
Bijvoorbeeld World Servants.  

Slide 31 - Tekstslide

Slide 32 - Video

Islam
1/40 deel van hun winst (dit is 2,5%) van hun bezit aan iemand anders  dit word de zakât genoemd.  

Slide 33 - Tekstslide

Slide 34 - Video

Hindoeïsme
Sewa = iets doen voor anderen zonder iets terug te verwachten. 
Daan = Financiële gift.  
Wet van oorzaak en gevolg = gaat er iets mis, dan heb je in het vorige leven wat verkeerd gedaan en moet je boeten  
Karma moet reinigen.  

Slide 35 - Tekstslide

Slide 36 - Video

Niet gelovigen
Goede doelen steunen.  

Slide 37 - Tekstslide

Huiswerk
Maken van paragraaf 2.3 de opdrachten 33 t/m 45 (niet 41 en 44!) 

Slide 38 - Tekstslide