H 5 toets Pincode

Oefentoets H5 Pincode
Inloggen LessonUp!
1 / 34
volgende
Slide 1: Tekstslide
EconomieMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 3

In deze les zitten 34 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

Oefentoets H5 Pincode
Inloggen LessonUp!

Slide 1 - Tekstslide

Pim is vakkenvuller bij de AH. Hij werkt 12 uur per week. Werkt hij fulltime of parttime?
A
Fulltime (voltijd)
B
Parttime (deeltijd)
C
hij werkt niet, vakkenvullen is een hobby
D
hij werkt zwart

Slide 2 - Quizvraag

Iemand die minstens 36 uur per week werkt, heeft een ........ baan.
A
Fulltime
B
Parttime
C
Deeltijd
D
Uitvoerende

Slide 3 - Quizvraag

Deze wet regelt de werk- en rusttijden.
A
Arbowet
B
Arbeidstijdenwet
C
CAO-wet
D
WW

Slide 4 - Quizvraag

Tijd waar je zelf of je werkgever zomaar het contract mag opzeggen
A
probeertijd
B
flextijd
C
proeftijd
D
opzegtermijn

Slide 5 - Quizvraag

In je proeftijd mag je meteen ontslag nemen als het je niet bevalt.
A
juist
B
onjuist
C
neen, je moet blijven proberen
D
dat hangt af van het tijdstip

Slide 6 - Quizvraag

Wat is altijd een verschil tussen bepaalde en onbepaalde tijd?
A
Het salaris
B
De proeftijd
C
Wanneer het contract stopt
D
Aantal vakantiedagen

Slide 7 - Quizvraag

Nettoloon is ..... dan brutoloon
A
hoger
B
lager
C
hetzelfde
D
gelijk aan

Slide 8 - Quizvraag

Wat gebeurt er met het NETTOloon als de sociale premies en loonbelasting omlaag kunnen?
A
Het nettoloon stijgt
B
Het nettoloon blijft gelijk
C
Het nettoloon daalt

Slide 9 - Quizvraag

Je bent privé aansprakelijk bij een ...
A
BV en VOF.
B
Eenmanszaak en VOF.
C
Eenmanszaak en BV.
D
VOF en NV.

Slide 10 - Quizvraag

Van voetbalclub Ajax kan iedereen aandelen kopen. Welke ondernemingsvorm is dit?
A
Eenmanszaak
B
VOF
C
NV
D
BV

Slide 11 - Quizvraag

De winst is voor maar één eigenaar
A
Eenmanszaak
B
vof
C
BV
D
NV

Slide 12 - Quizvraag

Bij welke ondernemingsvorm is de directeur in loondienst?
A
Eenmanszaak
B
Vof
C
CV
D
BV

Slide 13 - Quizvraag

Welke ondernemersvorm hadden Mark & Eduardo toen ze samen begonnen kunnen kiezen?
A
Eenmanszaak
B
VOF
C
BV
D
NV

Slide 14 - Quizvraag


In welke sector is deze schilder aan het werk?
A
primaire sector
B
secundaire sector
C
tertiaire sector
D
topsector (plafonds)

Slide 15 - Quizvraag


In welke sector werkt de kapster?
A
primaire sector
B
secundaire sector
C
tertiaire sector
D
Quartaire sector

Slide 16 - Quizvraag

Primaire sector
Secundaire sector
Tertiare sector

Slide 17 - Sleepvraag

Stel het minimumloon per maand is € 1.347,85 voor een 20-jarige. Louise (20jaar) verdient 10% meer dan het minimumloon.
Hoeveel euro verdient zij per jaar?

Slide 18 - Open vraag

MINIMUMLONEN Tabel:
Per maand  Per week  Per dag

21 jaar     € 1.684,80   € 388,80     € 77,76                           Per maand     Per week     Per dag
20 jaar    € 1.347,85   € 311,05       € 62,21
19 jaar     € 1.010,90    € 233,30      € 46,66
18 jaar     € 842,40     € 194,40       € 38,88
17 jaar     € 665,50     € 153,60       € 30,72
16 jaar     € 581,25      € 134,15        € 26,83
15 jaar     € 505,45     € 116,65       € 23,33                           (bruto bedragen per 1 januari 2021)

Slide 19 - Tekstslide

Kijk in de tabel: https://www.rijksoverheid.nl/onderwerpen/minimumloon/bedragen-minimumloon/bedragen-minimumloon-2021

Wat is het minimumloon voor een 15-jarige per dag?
A
€ 25,25
B
€ 23.33
C
€ 116,65
D
€ 134,15

Slide 20 - Quizvraag

Hoeveel uur mag een 15-jarige op een normale schoolldag werken?
A
2 uren
B
3 uren
C
4 uren
D
5 uren

Slide 21 - Quizvraag

Hoeveel uren mag een 15 jarige werken op een vakantiedag?
A
0 uren vakantie is vakantie
B
8 uren
C
5 uren
D
6 uren

Slide 22 - Quizvraag

Wanneer is er sprake van werkloosheid?
A
Als er meer vraag dan aanbod van werk is
B
Als er meer aanbod dan vraag naar werk is
C
Als je net van school komt
D
als je op zoek bent naar een baantje voor 2 uur per werkdag

Slide 23 - Quizvraag

Wat is werkgelegenheid?

Slide 24 - Open vraag

Wat wotrdt bedoeld met "Arbeidsparticipatie"

Slide 25 - Open vraag

Wanneer werk jij in de informale sector?

Slide 26 - Open vraag

Geef een voorbeeld van seizoenswerkloosheid en leg uit waarom.

Slide 27 - Open vraag

Welke sector
zie je op de foto?
A
primaire sector
B
secundaire sector
C
tertiaire sector
D
quartaire sector

Slide 28 - Quizvraag

Slide 29 - Video

Sleep de 6 situaties (A t/m F) naar de juiste soort werkloosheid
Conjuncturele werkloosheid
Structurele werkloosheid
Asperge-steker in december
Lerarentekort stijgt, ondanks hoge werkloosheid

Slide 30 - Sleepvraag

bij wit werk betaal je:
A
geen belasting maar wel premie
B
wel belasting maar geen premie
C
wel belasting en premie
D
niets, je krijgt alleen geld

Slide 31 - Quizvraag

Wat houdt de transitievergoeding in?
A
Alle werknemers hebben na een arbeidsovereenkomst van ten minste twee jaar, waarnaar ontslag volgt, recht op transitievergoeding.
B
Transitievergoeding geldt alleen voor medewerkers met contracten voor onbepaalde tijd.
C
De transitievergoeding is een vergoeding na ontslag die zowel voor werknemers als zelfstandig ondernemers geldt.
D
Alle medewerkers die een tijdelijk contract hebben dat niet verlengd wordt, hebben recht op een transitievergoeding.

Slide 32 - Quizvraag

Wat is structurele werkloosheid?
A
Dat een bepaald beroep helemaal verdwijnt en dus veel mensen op straat staan
B
Dat mensen elk deel van het jaar dezelfde soort werkloosheid hebben
C
Dat mensen arbeidsongeschikt zijn
D
Dat mensen slechts in bepaalde seizoenen geen werk hebben

Slide 33 - Quizvraag

Er zijn verschillende soorten werkloosheid. Kies de juiste omschrijving bij de juiste soort werkloosheid
Werkloosheid die ontstaat door blijvende veranderingen.
Werkloosheid als gevolg van dalende bestedingen
Werkloosheid vanwege de tijd die het kost om te solliciteren
Werkloosheid omdat er maar een deel van het jaar werk is
Werklozen die zich hebben ingeschreven bij het UWV
Structurele werkloosheid
Conjuncturele werkloosheid
Frictie werkloosheid
Seizoenswerkloosheid
Geregistreerde werkloosheid

Slide 34 - Sleepvraag