Rek, CIRKELdiagrammen

les-informatie             staafdiagrammen in de vorige les
lesdoel   uitleggen / oefenen / toetsen

past bij   ffRekenen mbo 2

auteur   MB
datum   mei 2023

1 / 32
volgende
Slide 1: Tekstslide
RekenenMBOStudiejaar 1

In deze les zitten 32 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

les-informatie             staafdiagrammen in de vorige les
lesdoel   uitleggen / oefenen / toetsen

past bij   ffRekenen mbo 2

auteur   MB
datum   mei 2023

Slide 1 - Tekstslide

cirkeldiagrammen

Slide 2 - Tekstslide

het cirkeldiagram, met de legenda
1. Hoeveel % totaal?
2. Welk percentage
 is jonger dan 
 5 jaar?
3. Hoeveel procent
is tussen de 15 
en 25 jaar?
extra: De ROC's krijgen waarschijnlijk minder studenten in de toekomst.

Slide 3 - Tekstslide

het cirkeldiagram, met de legenda       altijd 100%
1. 100 %
2. Welk percentage
 is jonger dan 
 5 jaar?  18%
3. Hoeveel procent
is tussen de 15 
en 25 jaar? 
21+22= 43%

Slide 4 - Tekstslide

het cirkeldiagram of het taartpuntendiagram
Een deel van het cirkeldiagram 
heet een sector of een taartpunt.


de sector, de sectoren

Slide 5 - Tekstslide

ook een cirkeldiagram, met de legenda
Hoeveel procent kiest
voor een vakantie bij
de zee of de bergen?

Geef je antwoord via
LessonUp.

Slide 6 - Tekstslide

Type je berekening en antwoord.
Hoeveel procent kiest voor een vakantie
bij zee of bergen?
timer
1:00

Slide 7 - Open vraag

ook een cirkeldiagram, met de legenda
Hoeveel procent kiest
voor een vakantie bij
de zee of de bergen?
23+17= 40 %

Slide 8 - Tekstslide

kleuren
Als je moeite hebt met kleuren onderscheiden,
dan MOET je dat melden bij je rekendocenten en bij je studentcoach.
Zij moeten dan zorgen dat je bij je toets 
en bij je rekenexamen vragen mag stellen
over welke kleuren er gebruikt worden.

kleurenblind - de beperking waardoor een persoon niet goed genoeg kleuren onderscheiden kan
Links staat een cirkel met groene rondjes en in oranje het getal 97.
Rechts is wat sommige kleurenblinden zien: alleen maar groene rondjes.

Slide 9 - Tekstslide

ook een cirkeldiagram, met de legenda
Antwoord via LessonUp.
1. Welke doelgroep 
krijgt de minste 
subsidie?

2. Hoeveel subsidie
krijgt 'cultuur'?

overig - de rest
de cultuur - muziek, theater, museum
sociaal - daklozen, ondersteuning arme mensen

Slide 10 - Tekstslide

Type je antwoorden:
1. doelgroep minste subsidie
2. hoeveel subsidie cultuur
timer
1:00

Slide 11 - Open vraag

ook een cirkeldiagram, met de legenda
1. Welke doelgroep 
krijgt de minste 
subsidie? de jeugd

2. Hoeveel subsidie
krijgt 'cultuur'. 27 %

overig - de rest
de cultuur - muziek, theater, museum
sociaal - daklozen, ondersteuning arme mensen

Slide 12 - Tekstslide

combineren van de gegevens van een 
cirkeldiagram en staafdiagram
1. Hoeveel studenten hadden liever een 
andere baan gehad?
2. Waar heb je dat afgelezen? 
In het staafdiagram of 
in het cirkeldiagram?
3. Hoeveel procent v.d. studenten 
had een geweldige bijbaan?
4. Waar heb je dat afgelezen?

Slide 13 - Tekstslide

combineren van de gegevens van een 
cirkeldiagram en staafdiagram
1. Hoeveel studenten hadden liever een 
andere baan gehad? 150 studenten
2. Waar heb je dat afgelezen? 
In het staafdiagram of in het 
cirkeldiagram? staaf-d (geeft aantallen)
3. Hoeveel procent v.d. studenten had een
 geweldige bijbaan? 50% (1/2 cirkel)
4. Waar heb je dat afgelezen? (cirkel geeft
 percentages)

Slide 14 - Tekstslide

aantal of percentage?
Hoeveel % in cirkeldiagram?
1. Bij welke school doet 
het kleinste aantal 
studenten aan tennis?

2. In welk diagram heb je 
dat afgelezen?

school A ca. 990 studenten
school B ca. 940 studenten

Slide 15 - Tekstslide

aantal of percentage?
altijd 100% in cirkeldiagram
1. Bij welke school doet 
het kleinste aantal 
studenten aan tennis? A

2. In welk diagram heb je 
dat afgelezen? staafdiagram

school A ca. 990 studenten
school B ca. 940 studenten

Slide 16 - Tekstslide

evenveel





Geef je antwoord via LessonUp.

Aan welk onderdeel besteden Kim en Jos evenveel tijd?

Slide 17 - Tekstslide

Aan welk onderdeel
besteden Kim en
Jos evenveel tijd?

timer
0:30
A
school
B
huiswerk
C
eten
D
slapen

Slide 18 - Quizvraag

percentages veranderen
De lunchroom wil meer sappen
en minder koffie gaan verkopen.

Het lukt! Het percentage sappen
stijgt naar 10 %.

Hoeveel procent koffie wordt er dan nog verkocht?
Geef je antwoord via LessonUp.

Slide 19 - Tekstslide

Type je berekening en antwoord.
Meer sap, minder koffie!
Sap stijgt naar 10%.
Hoeveel procent koffie nog?
timer
2:00

Slide 20 - Open vraag

percentages veranderen

De lunchroom wil meer sappen
en minder koffie gaan verkopen.
Het lukt! Het percentage sappen
stijgt naar 10 %.

Hoeveel procent koffie wordt er dan nog verkocht?
In een cirkeldiagram gaat het altijd om 100%. 
Sappen was 5%, wordt 10% (dus 5% + 5%). Koffie 38-5= 33%

Er staat niets over de andere consumpties. Dat betekent dat die percentages niet veranderen.

Slide 21 - Tekstslide

ontbrekend aantal berekenen
Totaal zijn er 150 taarten
verkocht.
Hoeveel kwarktaarten waren
daarbij?

Let op de waarde 
(de betekenis) van 
de getallen!            Geef berekening en antwoord via LessonUp.

Slide 22 - Tekstslide

Hoeveel kwarktaarten
werden er verkocht?
Type berekening en antwoord.
timer
1:00

Slide 23 - Open vraag

ontbrekend aantal berekenen                                    NUR

Totaal zijn er 150 taarten
verkocht.
Hoeveel kwarktaarten waren
daarbij?

andere taarten 
30+39+30+14=113 taarten
totaal 150     150-113 = 37 kwarktaarten

Slide 24 - Tekstslide

oefenen met de aanpak van context-opgaven
tekst en rekenen
A. de opgave splitsen in info en vraag
1- Lees tekst. Bepaal of je onbekende woorden moet opzoeken.
2- Welke gegevens zijn er in de info-tekst en de afbeelding?
3- Welke gegevens zijn er in de vraag?
4- Wat moet ik doen bij de vraag?
B. nadenken over een oplossing
5- Welke berekeningen kunnen bij de info en de vraag passen?
C. 6- de berekening(en) maken
D. 7- controleren of het zou kunnen wat ik heb uitgerekend

Slide 25 - Tekstslide

Geef nog geen antwoord.
Zijn er woorden die je moet opzoeken?
Links staan de aantallen
rechts moeten 
de percentages komen.


Slide 26 - Tekstslide

A. de opgave splitsen in info en vraag
2- Welke gegevens zijn er in de info-tekst en de afbeelding?
3- Welke gegevens zijn er in de vraag?

info
cirkeldiagram
aantallen in de sectoren
vragen
cirkeldiagram
percentages in de sectoren
                                     
                                                                  
                                                                  
                                                                    






                                                                                >>>

Slide 27 - Tekstslide

A4- Wat moet ik doen bij de vraag?
de vraag:
Welke percentages horen in de sectoren?

de taak
uitrekenen van het totaal
bepalen van de percentages

Slide 28 - Tekstslide

B. 5- nadenken over een oplossing van de vraag: 

totaal van de aantallen uitrekenen:   optellen v.d. aantallen

cirkeldiagram is altijd 100%

totaal v.d. aantallen = 100%

totaal v.d. aantallen : 100 = 1%

Slide 29 - Tekstslide

C 6- de berekeningen maken
Let op: afronden!
totaal van de aantallen = 20+30+60+90 = 200

percentage = deel : geheel x 100

rode sector     20/200 x 100 = 10%
paarse sector  30/200 x 100 = 15 %
blauwe sector  60/200 x 100 = 30 %
groene sector  90/200 x 100 = 45 %


Slide 30 - Tekstslide

D 7- controleren of het antwoord zou kunnen kloppen
totaal van de aantallen = 20+30+60+90 = 200

percentage = deel : geheel x 100
rode sector    20/200 x 100 = 10%
paarse sector 30/200 x 100 = 15 %
blauwe sector 60/200 x 100 = 30 %
groene sector 90/200 x 100 = 45 % +
TOTAAL                                 100 %
Alle sectoren bij elkaar moeten 100% zijn.

Slide 31 - Tekstslide

huiswerk voor 3R1B dinsdag 12 december 2023
                     3R1A woensdag 13 december 2023
- woordenlijst bijwerken
- maken en leren staaf- en
             cirkeldiagrammen

Slide 32 - Tekstslide