Hfst 9, paragraaf 1: Wat is criminaliteit- deel 1

• Maatschappijleer
• Middelbare school
• vmbo k
• Leerjaar 3

Welkom in de les

Een pen gepakt

In je tas

Op de grond 

Aandacht!!!

Thema criminaliteit 

tekstboek: blz. 138

Wat gaan we doen

Gezamenlijk:

Leerdoelen

Uitleg hoofdstuk 9

In tweetallen:

Maken woordpuzzel

Gezamenlijk:

Opdracht bespreken 

Omgang

- Er is er maar 1 die praat, zodat het luisteren beter gaat.

- We helpen elkaar

- Wil je wat zeggen, doe dit met een gebaar. 

Doelen 

- Aan het einde van de les kun je de basisbegrippen van het hoofdstuk criminaliteit benoemen.

 

- Aan het einde van de les kun je samen werken met een medeleerling om tot het juiste antwoord te komen.

Overtreding of misdrijf? 

Overtreding = strafbare feiten die minder erg zijn,

 zoals rijden zonder helm. 

Misdrijf = ernstige strafbare feiten zoals vernieling 

of een pakje kauwgom stelen bij de supermarkt.

Wat is een strafblad?

Heb je een misdaad gepleegd, dan krijg je een strafblad.

Een strafblad is en lijst met misdrijven waarvoor je bent gestraft.

Dit kan gevolgen hebben voor je toekomst.

Bijvoorbeeld je baan. 

Deze video is niet meer beschikbaar

explain

Criminaliteit

Wanneer ben je crimineel?

Ook als je een overtreding pleegt?

Criminaliteit: Alle misdrijven zoals die in de wet staan. 

Verdachte

=

Iemand van wie de politie denkt dat hij iets strafbaars heeft gedaan. 

Er is een redelijk vermoeden. 

Samen werken in tweetallen:

- Positieve wederzijdse afhankelijkheid, jullie helpen elkaar. 

- Individuele verantwoordelijkheid, je kunt als individu om een antwoord gevraagd worden. 

- Directe interactie, je moet met elkaar praten om tot een antwoord te komen.

ZELFSTANDIG

WAT:

Maken van de kruiswoordpuzzel. Zoek de antwoorden op in je lesboek. 

HOE: 

Zelfstandig, overleggen op fluistertoon met je buurvrouw/man 

TIJD:

15 minuten 

zelfstandig, overleggen op fluistertoon

Hoe zoek je de antwoorden?

Kijk in je lesboek hoofdstuk 9, de dik gedrukte woorden zijn de begrippen. 

Weet je het antwoord? Steek je vinger op! 

Hoe vond je het samenwerken?