In deze les zitten 31 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.
Lesduur is: 45 min
Onderdelen in deze les
Online les Arbeid
Slide 1 - Tekstslide
Heb je de opdracht van wk 32 van vorige week af?
A
Ja
B
Nee
Slide 2 - Quizvraag
Als je bij de vorige vraag nee hebt ingevuld, hoe kan het dat het nog niet gelukt is?
Slide 3 - Open vraag
Wat is de eenheid van Arbeid
A
N
B
Nm
C
J
D
W
Slide 4 - Quizvraag
De definitie formule voor arbeid is...
A
W = Δ Ek
B
W = m g h
C
W = P t
D
W = F s
Slide 5 - Quizvraag
Waardoor wordt de arbeid geleverd bij een auto die versnelt?
A
Door de motoren
B
Door de wielen
C
Door de bestuurder
D
Er is geen arbeid
Slide 6 - Quizvraag
Een stoel, 25kg, wordt met een constante snelheid verschoven. Hierbij is een spierkracht van 180N nodig. Bereken de arbeid die de spieren toevoegen om de stoel 2m te verschuiven
A
50 J
B
50Nm
C
360Nm
D
4500Nm
Slide 7 - Quizvraag
Een stoel, 25kg, wordt met een constante snelheid verschoven. Hierbij is een spierkracht van 180N nodig. Bereken de arbeid die de wrijvingskracht levert om de stoel 2m te verschuiven
A
-50 J
B
50Nm
C
-360Nm
D
360Nm
Slide 8 - Quizvraag
Een verhuizer duwt tegen een kist. de kist komt niet vooruit. Hoe groot is de wrijvingskracht als de verhuizer duwt?
A
Fw = 0N
B
Fv = Fw
C
Fv < Fw
D
Fv > Fw
Slide 9 - Quizvraag
De formule voor zwaarte energie is:
A
Ez = P x t
B
Ez = m x g
C
Ez = U x I
D
Ez = m x g x h
Slide 10 - Quizvraag
Als de baksteen naar beneden valt dan is de arbeid van de zwaartekracht:
A
positief
B
negatief
C
0
Slide 11 - Quizvraag
Baksteen 2,5kg ligt op een bouwsteiger op een hoogte van 3,2m. Bereken de zwaarte-energie van de baksteen.
A
80J
B
25,6J
C
20J
D
te weinig gegevens
Slide 12 - Quizvraag
Als de baksteen omhoog beweegt dan is de arbeid van de zwaartekracht:
A
positief
B
negatief
C
0
Slide 13 - Quizvraag
Als de baksteen naar beneden valt dan is de arbeid van de wrijvingskracht:
A
positief
B
negatief
C
0
Slide 14 - Quizvraag
Als de baksteen omhoog beweegt dan is de arbeid van de wrijvingskracht:
A
positief
B
negatief
C
0
Slide 15 - Quizvraag
Als Moos over een horizontale weg fietst is de arbeid van de zwaartekracht:
A
positief
B
negatief
C
0
Slide 16 - Quizvraag
Als Moos over een horizontale weg fietst is de arbeid van de spierkracht:
A
positief
B
negatief
C
0
Slide 17 - Quizvraag
Als Moos over een horizontale weg fietst is de arbeid van de wrijvingskracht:
A
positief
B
negatief
C
0
Slide 18 - Quizvraag
Je houdt een tas van 5,0 kg 50 cm boven de grond vast gedurende 2,0 s. Hoe groot is de arbeid die je verricht?
A
98 J
B
2,5 J
C
2,5·10¹ J
D
0 J
Slide 19 - Quizvraag
Je tilt een tas van 5,0 kg op van de grond en zet hem op een tafel met een hoogte van 70 cm. Hoe groot is de arbeid die je verricht?
A
34 J
B
3,5 J
C
3,5·10² J
D
0 J
Slide 20 - Quizvraag
Als de richtingen van F en s loodrecht op elkaar staan is de door de kracht verrichte arbeid altijd …
A
maximaal
B
gelijk aan F·s
C
gelijk aan -F·s
D
0 J
Slide 21 - Quizvraag
Wat bereken je met Ek
A
Zwaarte- energie
B
Kinetische energie
C
Vermogen
D
Warmte
Slide 22 - Quizvraag
Paul Larsen heeft het snelheidsrecord zeilen behaald. De totale massa van Paul met zijn zeilboot is 360 kg. De topsnelheid tijdens dit record was 33,0 m/s. Bereken de bewegingsenergie van de boot op topsnelheid.
Slide 23 - Open vraag
Nu zelf proberen
Eva springt van een hoge duikplank af. De hoogte van deze duikplank is 4,0 meter. Haar massa bedraagt 55 kg.
Bereken met welke snelheid (in km/h) ze in het water komt.
Alle wrijvingskrachten mogen worden verwaarloost.
Slide 24 - Tekstslide
Wat is gegeven ?
h = 4,0 m
m = 55 kg
g = 9,81 m/s2 (want we bevinden ons op de aarde)
Slide 25 - Tekstslide
Berekening
Zwaartekracht verricht arbeid en wordt omgezet in bewegingsenergie.
Slide 26 - Tekstslide
Eva springt van een hoge duikplank af. De hoogte van deze duikplank is 4,0 meter. Haar massa bedraagt 55 kg.
Slide 27 - Open vraag
Controle
Heb ik een formule opgeschreven? ja
Heb ik alles in juiste eenheid staan? ja
Is het antwoord logisch? 32 km/h is aan de hoge kant, maar dat komt omdat we wrijvingskrachten mochten verwaarlozen. Dus op zich geen gekke waarde.
Slide 28 - Tekstslide
Darren (massa 65 kg) maakt de vrije val tot hij het wateroppervlak van het zwembadje raakt. Bij de landing in het zwembadje heeft Darren een bewegingsenergie van 7150 J. a)Bereken de snelheid bij het raken van het wateroppervlak. b) Bereken de afstand van de vrije val.
Slide 29 - Open vraag
Opgaven
Bij veel auto's blaast bij een botsing automatisch een airbag op. Hierdoor wordt vaak letsel voorkomen.
Een persoon met een massa van 70 kg komt met een snelheid 30 m/s tegen een airbag. De airbag deukt hierdoor 20 cm in. Je mag aannemen dat bij de airbag geen vering optreedt.
Bereken de kracht die tijdens de botsing op deze persoon werkt met behulp van