aandoeningen centraal zenuwstelsel

Het centraal zenuwstelsel
Hoe was het ook alweer?
1 / 24
volgende
Slide 1: Tekstslide
Zorg en WelzijnMBOStudiejaar 2

In deze les zitten 24 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 120 min

Onderdelen in deze les

Het centraal zenuwstelsel
Hoe was het ook alweer?

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Lesprogramma

-Vragen, prijzen, mededelingen? ( 10 min)
-Theorie (30 min)
-Voorbereiden spel (45 min)
-Speeltijd (60 min)

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Waaruit bestaat het zenuwstelsel?

Slide 3 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Waaruit bestaat het zenuwstelsel?

Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 5 - Tekstslide

Globaal gezien kan het stelsel onderverdeeld worden in het centrale zenuwstelsel en het perifere zenuwstelsel. Het perifere zenuwstelsel fungeert als verbinding tussen het centrale zenuwstelsel (hersenen en ruggenmerg) en de rest van het lichaam. Het perifere zenuwstelsel is ook weer te verdelen in tweeën, namelijk het somatische en het autonome zenuwstelsel. Zo kan het in drie delen worden opgesplitst naar functie:
Het centrale zenuwstelsel, dat bestaat uit de hersenen en het ruggenmerg.
Het somatische zenuwstelsel, dat de zenuwen van en naar de organen, spieren, gewrichten en huid omvat. Het somatische zenuwstelsel is verantwoordelijk voor beweging en geeft informatie door aan het centrale zenuwstelsel. Door de overdracht van informatie van het somatische zenuwstelsel naar het centrale zenuwstelsel komt men bijvoorbeeld in beweging.
Het autonome zenuwstelsel, dat als het ware de weegschaal vormt van de interne organen. Het autonome zenuwstelsel zorgt ervoor dat er een balans is tussen spanning en ontspanning. Het autonome zenuwstelsel kan zelf ook weer in twee onderdelen verdeeld worden:
Het parasympatische zenuwstelsel, dat verantwoordelijk is voor ontspanning, rust en kalmte. In deze fase daalt de bloeddruk, krijgen de spieren en organen voldoende bloed en zuurstof en is de hartslag rustig.
Het sympathische zenuwstelsel, dat het lichaam activeert wanneer er sprake is van angst, stress, gespannenheid, actie en willen vluchten. In deze fase stijgt de hartslag, bloeddruk en ademsnelheid (zet aan tot snel ademen).

Slide 6 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 8 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 9 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 10 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 11 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 12 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 13 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 14 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Welke aandoeningen kom je tegen in de praktijk?

Slide 15 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

Spel:  aandoeningen centraal zenuwstelsel
(45 minuten voorbereiding, 60 minuten speeltijd) 
voorbeeld aandoeningen:
Coma
Hernia
hersenbloeding
hersenletsel
dwarslaesie
MS
Parkinson
ALS
Spina bifida

Slide 16 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Uitleg spel
  • Je maakt in groepen (samen gevoegd door lootjes) een presentatie over een aandoening aan het centrale zenuwstelsel.
  • Iedere groep krijgt een nummer
  • Deze presentatie duurt maximaal 5 minuten.
  • Daarnaast maak je 6 vragen over het onderwerp in verschillende moeilijkheid categorieën: 2 x makkelijk, 2x moeilijk en 2x zeer moeilijk
  •  Vraag en antwoord noteer je bij elkaar met daarbij welke categorie

Slide 17 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 18 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies


Hulplijnen
                                                                                     
                                                                              
                                                                                             -helft van de antwoorden worden weggestreept
                                      -anderen raadplegen
                                                                            -30 seconden iets opzoeken op internet

Slide 19 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Spelregels
  • Groep 1 start met presentatie 
  • Groep 2 team start in de hotseat
  • Daarna teams op nummer doordraaien
  • Iedere groep in de hotseat mag 3 vragen kiezen
  • Makkelijke vraag = 1000 punten , Moeilijk = 2000 punten,  Zeer moeilijk = 3000 punten
  • Winnaar is team met de meeste punten!
  • Verliezende groep zorgt voor prijs voor winnaars

Slide 20 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 21 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 22 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 23 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Huiswerk



Aandoeningen bewegingsstelsel

Slide 24 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies