Spelling

Spelling groep 6/7 niveau
 (les januari)

1 / 48
volgende
Slide 1: Tekstslide
TaalBasisschoolGroep 6

In deze les zitten 48 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 15 min

Onderdelen in deze les

Spelling groep 6/7 niveau
 (les januari)

Slide 1 - Tekstslide

Wanneer een afbreekstreepje?
We gebruiken het afbreekstreepje om woorden aan het eind van een regel af te breken als ze niet meer op de regel passen. 

Slide 2 - Tekstslide

Afbreekstreepje achtervoegsel
Vro-lijk
angst-ig

Slide 3 - Tekstslide

Een afbreekstreepje voor een achtervoegsel (sier-lijk)
SCHRIJF OP MET EEN AFBREEKSTREEPJE
vriendelijk

Slide 4 - Open vraag

Een afbreekstreepje voor een achtervoegsel (sier-lijk)
SCHRIJF OP MET EEN AFBREEKSTREEPJE
dadelijk

Slide 5 - Open vraag

Afbreekstreepje tussen twee lettergrepen

rat-ten
a-pen

Slide 6 - Tekstslide

Een afbreekstreepje tussen twee lettergrepen (ra-den, rat-ten).
SCHRIJF OP MET EEN AFBREEKSTREEPJE
bakken

Slide 7 - Open vraag

Een afbreekstreepje tussen twee lettergrepen (ra-den, rat-ten).
SCHRIJF OP MET EEN AFBREEKSTREEPJE
zeulen

Slide 8 - Open vraag

Bij een samenstelling
Klok-huis
thee-doek
huis-deur

Slide 9 - Tekstslide

Een afbreekstreepje tussen twee woorden van een samenstelling (klok-huis)
SCHRIJF OP MET EEN AFBREEKSTREEPJE
badkamer

Slide 10 - Open vraag

Een afbreekstreepje tussen twee woorden van een samenstelling (klok-huis)
SCHRIJF OP MET EEN AFBREEKSTREEPJE
weeshuis

Slide 11 - Open vraag

Een afbreekstreepje tussen twee woorden van een samenstelling (klok-huis)
SCHRIJF OP MET EEN AFBREEKSTREEPJE
stoelpoot

Slide 12 - Open vraag

C of K

Slide 13 - Tekstslide

Slide 14 - Tekstslide

Ik heb twee ....... (meervoud recept)

Schrijf alleen het woord op.

Slide 15 - Open vraag

Tussen de bakstenen zit een flinke laag .ement.
C of s? (Schrijf het hele woord op)

Slide 16 - Open vraag

Lange of korte klank
Mo-len
Mollen

 

Slide 17 - Tekstslide

Waar is het juist geschreven? De ......
van de scheidsrechter is juist.
A
beslissing
B
beslising

Slide 18 - Quizvraag

Mijn juf is heel grappig. Ze heeft veel...
A
huumor
B
humor

Slide 19 - Quizvraag

cht of gt?

Slide 20 - Tekstslide

De makelaar vindt ........ goede verkoper.
A
zigzelf
B
zichzelf

Slide 21 - Quizvraag

-f verandert in een -v
Is de laatste letter in het enkelvoud een -f? Dan verandert deze in een -v in het meervoud!
Bijvoorbeeld: schrijf - schrijven

Slide 22 - Tekstslide

Merlijn is een ....... jongen (sportief).

Schrijf het woord juist op.

Slide 23 - Open vraag

Die jas is gaaf! De ..... jas

Slide 24 - Open vraag

Verkleinwoorden -kje
koning-koninkje
paling-palinkje

Slide 25 - Tekstslide

Wat is het goede verkleinwoord van paling?
A
palinkje
B
palingje
C
palingtje

Slide 26 - Quizvraag

Geef het verkleinwoord van...

de koning
A
het koninkje
B
het koningkje

Slide 27 - Quizvraag

Verkleinwoord -pje
raam-raampje

Slide 28 - Tekstslide

Geef het verkleinwoord van...

de riem
A
het riempje
B
het riemtje

Slide 29 - Quizvraag

verkleinwoord -je
hand-handje
tand-tandje
mond-mondje

Slide 30 - Tekstslide

Welk woord is onjuist geschreven?
A
mondje
B
hondtje
C
tandje
D
mandje

Slide 31 - Quizvraag

Schrijf het verkleinwoord van hond nu juist op

Slide 32 - Open vraag

bijvoeglijk naamwoord
De kwade jongen
Het  gezellige feest

Slide 33 - Tekstslide

De ......buurvrouw was niet blij met de bitterbal op haar schone raam (kwaad)

Slide 34 - Open vraag

De.... jongen woont hier om de hoek. (raar)

Slide 35 - Open vraag

-ische

Slide 36 - Tekstslide

Welk woord is juist geschreven
A
romantiese
B
romantische
C

Slide 37 - Quizvraag

meervoud heid/heden
onhandigheid-onhandigheden
mogelijkheid-mogelijkheden

Slide 38 - Tekstslide

meervoud van mogelijkheid
A
mogelijkheden
B
mogelijkheiden

Slide 39 - Quizvraag

Meervoud
lade-lades
code-codes

Slide 40 - Tekstslide

Wat is het meervoud van code
A
codes
B
code's
C

Slide 41 - Quizvraag

Meervoud met s
appel + s
 appel Enkelvoud: één appel
 appel appel Meervoud: twee appels

Slide 42 - Tekstslide

Juf houdt erg van spelling en geeft veel ....... (meervoud dictee)

Slide 43 - Open vraag

Zelf droom ik liever weg over ......
(meervoud veulen)

Slide 44 - Open vraag

verkleinwoord
foto-fotootje
auto-autootje

Slide 45 - Tekstslide

Welk woord is juist?
A
fototje
B
fotootje

Slide 46 - Quizvraag

Welk woord is juist?
Ik eet een lekker.....
A
slaatje
B
slatje

Slide 47 - Quizvraag

Ik vond de les
Makkelijk
Te doen
Lastig

Slide 48 - Poll