In deze les zitten 11 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.
Onderdelen in deze les
5.2 Europa wordt christelijk
Tijd van monniken en ridders, 500 - 1000
Slide 1 - Tekstslide
Vorige les?
Leerheren en leenmannen
Slide 2 - Tekstslide
Karel de Grote bestuurde zijn rijk met behulp van edelen. Leg uit hoe hij dit deed.
Slide 3 - Open vraag
Leenstelsel: Sleep de blauwe woorden naar de juiste plaats.
Leenman
Trouw
Leenheer
Leenman
Macht
Slide 4 - Sleepvraag
In deze paragraaf leer je:
Op welke manier het christendom in Nederland werd verspreid
Hoe heel Europa christelijk werd
Hoe Germaanse tradities bleven bestaan
Waardoor geestelijken belangrijk waren in de samenleving
Slide 5 - Tekstslide
Verspreiding van het christendom
Aan het begin van de middeleeuwen hadden veel Germaanse bewoners van Nederland en Duitsland een polytheistischgeloof.
In 690 vertrok een groep Engelse geestelijken (godsdienstige leiders) naar Nederland om de bewoners tot het christendom te bekeren.
Christenen noemden de Germanen die volgens hun niet het juiste geloof hadden heidenen.
De leider van deze missionarissenheette Willibrord.
Willibrord liet in Utrecht en andere plekken in Nederland kerken bouwen.
De paus benoemde Willibrord tot aartsbisschop(leider van een groep bischoppen).
Slide 6 - Tekstslide
Christelijk Europa
Germaanse volken zagen de missionarissen als indringers.
De missionarissen probeerden daarom Germaanse vorsten te bekeren.
Vervolgens dwongen veel vorsten hun onderdanen om christen te worden.
Om christen te worden, moest iemand worden gedoopt.
In 1000 was bijna heel Europa christelijk.
Mensen gingen leven volgens de christelijke normen en waarden.
Zo gingen ze bijvoorbeeld moord en diefstal zien als zonden.
Verspreiding van het christendom
Slide 7 - Tekstslide
Vermenging van culturen
Europa werd langzaam christelijk maar Germaanse tradities bleven bestaan.
Sommige elementen van de Germaanse cultuur werden vermengd met de nieuwe christelijke cultuur.
Christelijke feesten werden bijvoorbeeld op Germaanse feestdagen gevierd.
Pasen werd gevierd tijdens het lentefeest.
Kestmis werd gevierd tijdens het midwinterfeest.
En zo is de kerstboom een voortzetting van een oud Germaans gebruik om bomen te versieren in december.
Slide 8 - Tekstslide
Invloedrijke geestelijken
De kerk was in de middeleeuwen hiërarchisch georganiseerd.
Geestelijken moesten de paus gehoorzamen en zich houden aan de regels van de kerk.
De geestelijkheid had veel invloed in de samenleving.
De pastoor legde tijdens de kerkdienst met een preek uit hoe mensen moesten leven en wat ze wel en niet mochten volgens de kerk.
Alleen geestelijken konden lezen en schrijven. Daardoor hadden ze vaak hoge posities als adviseurs van vorsten.
De middeleeuwse kerk was georganiseerd als piramide.
Slide 9 - Tekstslide
Monniken
De monniken waren een speciale groep geestelijken die afgescheiden leefden van de samenleving in een klooster. Er waren ook nonnen (vrouwelijke monniken).
Een klooster bestond uit gebouwen met daarbij een stuk landbouwgrond.
Veel monniken leefden volgens strenge regels die de Italiaanse monnik Benedictus in de 6e eeuw had opgesteld.
Deze monniken mochten het klooster niet verlaten en geen bezit hebben.
Ze moesten gehoorzamen aan de abt, het hoofd van het klooster.
Hun leven moest uitsluitend bestaan uit bidden en werken (ora et labora).
Dat werken bestond vaak uit het overschrijven van christelijke of klassieke teksten.
Veel vorsten steunden de kerk door geld of grond te schenken. Hierdoor werd de kerk erg rijk.
Een middeleeuws klooster.
Slide 10 - Tekstslide
In deze paragraaf leer je:
Op welke manier het christendom in Nederland werd verspreid
Hoe heel Europa christelijk werd
Hoe Germaanse tradities bleven bestaan
Waardoor geestelijken belangrijk waren in de samenleving