Grammatica zinsdelen H6

Grammatica zinsdelen
Bijwoordelijke bepaling
1 / 18
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 1

In deze les zitten 18 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

Grammatica zinsdelen
Bijwoordelijke bepaling

Slide 1 - Tekstslide

Doel van de les


Ik weet wat een bwb is.

Ik kan een bwb in de zin aanwijzen.

Ik kan de pv, wg, ow, lv en mw in de zin aanwijzen.

Slide 2 - Tekstslide

Slide 3 - Video

Bijwoordelijke bepaling
Geeft antwoord op de volgende vragen:

waar, wanneer, waarom, waarmee, waardoor, hoe en hoeveel.

Slide 4 - Tekstslide

Bijwoordelijke bepaling
We noemen de bijwoordelijke bepaling ook wel de ‘prullenbak’. Alles wat je overhoudt na het benoemen, noem je bwb.

Slide 5 - Tekstslide

Bijwoordelijke bepaling
Benoem eerst de pv, 
wg, ow, lv, mv.

Je mag pas als laatste de bijwoordelijke bepalingen gaan benoemen!

Slide 6 - Tekstslide

Lees de volgende zin


Lange mensen wensen graag meer beenruimte in het vliegtuig.


Slide 7 - Tekstslide

pv:
Lange mensen wensen graag meer beenruimte in het vliegtuig.

Slide 8 - Open vraag

wg:
Lange mensen wensen graag meer beenruimte in het vliegtuig.

Slide 9 - Open vraag

ow:
Lange mensen wensen graag meer beenruimte in het vliegtuig.

Slide 10 - Open vraag

lv:
Lange mensen wensen graag meer beenruimte in het vliegtuig.

Slide 11 - Open vraag

mv:
Lange mensen wensen graag meer beenruimte in het vliegtuig.

Slide 12 - Open vraag

bwb:
Lange mensen wensen graag meer beenruimte in het vliegtuig.

Slide 13 - Open vraag

Zoek bwb in deze zin:
In al die jaren heeft de auto hetzelfde uiterlijk gehad.
A
in al die jaren
B
hetzelfde uiterlijk
C
de auto
D
hetzelfde

Slide 14 - Quizvraag

Je wenst tijdens het kerstmenu iedereen
smakelijk eten.

Tijdens het kerstmenu =
A
ow
B
lv
C
mw
D
bwb

Slide 15 - Quizvraag

In een zin kan maar één bwb voorkomen.
A
Waar
B
niet waar

Slide 16 - Quizvraag

Ik snap hoe ik een BWB in
een zin kan vinden.
A
ja
B
nee
C
bijna

Slide 17 - Quizvraag

Oefenen
Ga aan de slag met opdracht 1, 2 en 3 van Grammatica zinsdelen H6. 

Slide 18 - Tekstslide