rekenen deel 3

Welkom bij 
Economie
1 / 24
volgende
Slide 1: Tekstslide
EconomieMiddelbare schoolvmbo bLeerjaar 3

In deze les zitten 24 slides, met tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Welkom bij 
Economie

Slide 1 - Tekstslide

Hoofdstuk 5
5.1 Hoe produceer je?
5.2 Hoe maak je winst?
5.3 Met of zonder btw?
5.4 Is meer productie goed voor ons?

Slide 2 - Tekstslide

Rekenen

Slide 3 - Tekstslide

Afzet
Afzet is het aantal producten dat een bedrijf verkoopt.

Slide 4 - Tekstslide

Omzet



  • De omzet is het totale bedrag wat een bedrijf ontvangt door de verkoop van producten. 

  • omzet =  afzet x verkoopprijs



Slide 5 - Tekstslide

Omzet berekenen
afzet x verkoopprijs = omzet

Afzet: aantal verkochte producten


Slide 6 - Tekstslide

Aan de slag
maak nu rekenopgave 11 en 12 op bladzijde 153
timer
5:00

Slide 7 - Tekstslide

opgave 11
A.
De afzet is 115
de prijs per stuk is €12
De omzet is

Slide 8 - Tekstslide

opgave 11
A.
De afzet is 115
de prijs per stuk is €12
De omzet is
115 x 12 = 

Slide 9 - Tekstslide

opgave 11
B.
De afzet is 1230
de prijs per stuk is € 1,85

Slide 10 - Tekstslide

opgave 11
B.
De afzet is 1230
de prijs per stuk is € 1,85

1230 x € 1,85 = € 2275,50

Slide 11 - Tekstslide

opgave 11
c.
De afzet is 3899
de prijs per stuk is € 22,83



Slide 12 - Tekstslide

opgave 11
c.
De afzet is 3899
de prijs per stuk is € 22,83

3899 x € 22,83 = 89.014,17


Slide 13 - Tekstslide

opgave 12
De verkoopprijs van een smoothie is € 3,75
er zijn 140 smoothies verkocht
Bereken de omzet


Slide 14 - Tekstslide

opgave 12
De verkoopprijs van een smoothie is € 3,75
er zijn 140 smoothies verkocht

140 x 3.75 =  € 637,50

Slide 15 - Tekstslide

Omzet berekenen
afzet x verkoopprijs = omzet

Afzet: aantal verkochte producten


Slide 16 - Tekstslide

Aan de slag
maak nu rekenopgave 13 op bladzijde 153
timer
2:00

Slide 17 - Tekstslide

Brutowinst
  • Inkoopwaarde = de waarde van alle ingekochte producten
  • Brutowinst = het verschil tussen omzet en inkoopwaarde
  • Formule: brutowinst = omzet - inkoopwaarde

Slide 18 - Tekstslide

Aan de slag
maak nu rekenopgave 14 en 15 op bladzijde 153
timer
5:00

Slide 19 - Tekstslide

opgave 14
De omzet is 225.000
de inkoopprijs per ijsje is € 1.25
bereken de brutowinst

Slide 20 - Tekstslide

opgave 14
De omzet is 225.000
de inkoopprijs per ijsje is € 1.25
bereken de brutowinst

de inkoopwaarde is 75.000 x 1.25 = 93.750
225.000 - 93.750 = 131.250

Slide 21 - Tekstslide

opgave 15
de omzet is 43.700
de inkoopwaarde is 12.400

bereken de brutowinst

Slide 22 - Tekstslide

opgave 15
de omzet is € 43.700
de inkoopwaarde is  €12.400

bereken de brutowinst

43.700 - 12.400 = € 31.300

Slide 23 - Tekstslide

einde
einde

Slide 24 - Tekstslide